Direct naar artikelinhoud
Uitgezongen

Bont en blauw, ik hou van jou: het verhaal achter Rihanna’s ‘Love on the Brain’

Rihanna en Chris Brown samen op het podium in 2008, toen er van onenigheid tussen de twee nog geen sprake was.Beeld REUTERS

Tien jaar geleden werd Rihanna door haar vriendje Chris Brown in elkaar gemept. Ze zong het later van zich af in het nummer ‘Love on the Brain’.

“It beats me black and blue, but it fucks me so good,” zwijmelt Rihanna. “Must be love on the brain.” Dichter bij ‘He Hit Me (And It Felt Like A Kiss)’ van The Crystal kon de popprinses uit Barbados niet komen.

Een zwak voor bad boys had ze altijd. Maar Rihanna’s relatie met Chris Brown spant ongetwijfeld de kroon. Sinds die ene noodlottige nacht in februari 2009 staat Brown dan ook voor eeuwig in het collectieve geheugen gegrift als de laffe smiecht die Rihanna met zijn botte knokkels bewerkte in een Lamborghini.

Op weg naar de Grammy’s sloeg hij Ri-Ri bont en blauw, na een uit de hand gelopen ruzie over een andere vrouw. Anderhalf jaar geleden belichtte Brown zijn kant van die donkere kroniek in de documentaire Welcome To My Life: “Ik had Rihanna een bloedlip geslagen. Toen ik zag wat ik had aangericht, schrok ik me lam. Ik kon alleen maar denken: Wat. Heb. Ik. Gedaan? Maar daarna spuwde ze me in het gezicht en greep ze me in mijn kruis… waarop ik in haar arm beet. Ik voel me nog altijd een monster om wat ik die avond heb uitgevreten.”

Nadat haar toegetakelde gezicht via de tabloid-site TMZ de wereld rondging, groeide het incident uit tot een breed in de pers uitgemeten rechtszaak. Rihanna spande geen proces aan, maar Brown werd hoe dan ook veroordeeld tot een werkstraf van 1.400 uur. Bovendien mocht hij vijf maanden lang geen contact opnemen met de popster.

Mix van Prince en Al Green

Op haar beurt zocht Rihanna vergelding door dat huiselijk geweld te vertalen naar een door doo-wop geïnspireerde ballad. Nochtans was ‘Love on the Brain’ niet eens voor haar geschreven. Dat vertelt Fred Ball alleszins, een Grammy-genomineerde Noorse songschrijver en producer. Eerder werkte hij met Madonna, Kylie Minogue, Little Mix en M.I.A. “Ik bedacht de song op één dag tijd in de studio’s van Westlake in L.A. We wilden dat het nummer oldskool klonk. Als een mix tussen Prince en Al Green. Het moest iets tijdloos en gevoeligs uitstralen. We wilden dat goeie ouwe ­fifties-soul zou botsen met een moderne, rauwe tekst. Een beetje zoals Amy Winehouse, bij wie zo’n aanpak nooit aanvoelde als een pastiche of retro.”

Het nummer werd vreemd genoeg niet eens geschreven met Rihanna in het achterhoofd. “Maar Jay Brown, mijn manager bij (platenlabel) Roc Nation, vond de song geweldig. Hij stuurde het meteen naar Rihanna, zij reageerde even enthousiast, en schreef bijkomende lyrics. Een meesterlijke beslissing: ik vind haar vocals absoluut geweldig. Het is ongebruikelijk dat de verzen in falset zijn en dat ze in het refrein voluit gaat, maar zij kwam er moeiteloos mee weg.”

Als zangeres demonstreerde ze een zangstijl die je nooit eerder van haar had verwacht: ze pendelt tussen haar kenmerkende nasale zang, de zwevende vocale acrobatiek van Beyoncé en de hoge noten van Mariah Carey. Drie uitvoeringen in één. Geen wonder dat de coda van haar vrij teleurstellende plaat ANTI een eigen leven ging leiden en op sociale media zelfs succesvoller was dan eerdere hits als ‘Umbrella’ en ‘Pon de Replay’.

In Vanity Fair gaf Rihanna achteraf toe dat de song haar altijd op het lijf was geschreven: “Ik was dát meisje. Het meisje dat de engelbewaarder wilde zijn voor iemand die niet begrepen wordt, en zich op de slechtste dagen plots realiseert dat zíj voor de vijand wordt aanzien. Maar zelfs na de feiten heb ik hem nooit gehaat. Ik zal om Chris blijven geven tot ik sterf. We zijn geen vrienden meer, maar ook geen vijanden.”