Direct naar artikelinhoud
Wat nietsdoen met je doet: getuigenis na 1 jaar mediteren
Blijf in uw kotMediteren

Wat nietsdoen met je doet: getuigenis na 1 jaar mediteren

Beeld Kwennie Cheng

Gwyneth Paltrow doet het, Tom Barman, Martin Scorsese en Jef Vermassen. Ook onze eindredactrice leerde een jaar geleden mediteren. Is die vloedgolf aan artikels, cursussen, apps en zelfs stilteretraites here to stay? Wel... ja.

De stoelen staan in een grote kring tegen de muren van het kleine zaaltje. Er zijn er maar een paar leeg gebleven. Ik ken hier haast niemand, zelfs niet van ziens, en net als de meesten ben ik alleen gekomen. Onder mijn stoel staat een beker thee koud te worden. Ik wissel met niemand een woord. Ook de anderen zwijgen, onze ogen zijn gesloten. Het enige wat we horen, is het lawaai buiten: een ambulance, een vrolijk babbelende studente op een rammelende fiets, de laatste benen van de avondspits. De gedempte soundtrack van de stad maakt dat onze kleine stilte iets rebels heeft. Als een luchtbel in een blok beton.

We mediteren. Met bijna dertig samen. In groep gaat het net iets beter dan thuis, in je eentje, daarom zijn er zo veel mensen die één keer per maand dat halfuurtje reserveren in hun agenda. Voor de wafeltjes en de babbel achteraf bedank ik vriendelijk; met net iets meer bounce onder mijn sneakers stap ik weer de drukte in.

Precies een jaar geleden leerde ik mediteren. Ik zag er een uitweg in voor een redelijk lastige situatie die in mijn hoofd muurvast zat: ik wilde fulltime werken en óók een fijne, aanwezige moeder, vriendin en collega kunnen zijn. Ik holde mezelf voorbij maar wilde weinig tot niks lossen, kroop ’s avonds vaak als een zombie in mijn bed, bijna klappertandend van vermoeidheid.

Mijn creativiteit was niet optimaal, mijn ideeën borrelden niet meer vanzelf op en thuis was ik bovendien niet altijd een zonnetje. Ik verlangde naar tijd voor mezelf, naar rust: alle clichés, quoi. En ik voelde dat mijn verlangen niet enkel op te lossen viel met een goeie gin-tonic of een paar dagen comateus liggen wezen op een strand.

Planeet Enya

In die periode las ik in een artikel over transcendente meditatie. TM voor de vrienden. Een ‘hobby’ die op het eerste gezicht best hoog scoort op een schaal van nul tot Ingeborg. Maar wat het met je zou doen, zo werd enthousiast geroepen, was eigenlijk één op één wat ik nodig zou hebben: een bestaan met minder stress, minder vermoeidheid, meer empathie en creativiteit.

Toen ik wat dieper in het internet dook, bleek dat beoefenaars van TM helemaal niet zweven in een baan rond de planeet Enya. Paul en Stella McCartney doen het, David Lynch (oké, die is misschien lichtjes coocoo), Oprah Winfrey, Tom Hanks, en dichter bij ons Kobe Desramaults, Jef Vermassen en regisseur Tim Van Aelst, voor wie ik tonnen bewondering heb: hij is de man achter Studio Tarara, Benidorm Bastards en Safety First! (zijn getuigenis leest u verderop).

Een infosessie trok me verder over de streep. Transcendente Meditatie blijkt een wereldwijde organisatie te zijn die waanzinnig goed georganiseerd is. De bedenker is een intussen heengegane Indiër met pretoogjes die zich ‘Maharishi Mahesh Yogi’ liet noemen. Hij was ook degene bij wie The Beatles een tijdje in de leer hingen. Het leven van Maharishi Mahesh Yogi – ‘de Maharishi’ voor de vrienden – draaide rond mediteren, en hij ontwikkelde een techniek voor ons, drukke wester­lingen, zodat we zouden kunnen mediteren zonder ons leven ervoor overhoop te halen: twee keer twintig minuten per dag, daar kun je zelfs met een minimum aan zelfdiscipline een gewoonte van maken (ik kan het weten).

Toen tegen het einde van de infosessie de prijs viel, viel ik zelf haast van mijn stoel: het kostte meer dan 800 euro om het te leren. Oké, je kunt daarna ook levenslang deelnemen aan gratis groepssessies en je hebt een leraar bij wie je altijd terecht kunt, van wie je zelfs het gsm-nummer op speed dial mag zetten. Maar toch, 800 euro... Dat is véél geld voor iemand die nooit vriendjes zal worden met het einde van de maand. En waar gaat dat geld dan precies naartoe? Naar een obscuur clubje Maharishi-volgelingen die met forse Dagobert-slag zwemmen in onze centen? Dankjewel hoor, uitgebluste westerlingen met jullie tollende kop.

Ik word milder voor mezelf en voor anderen: boos worden in het verkeer, daar zul je me niet meer op betrappen. Zelfs toeteren komt me nu te agressief over

Toch schreef ik me in. Ik schoof al mijn scepsis opzij. Waarom? Omdat ik zonder veel nadenken al meer geld had uitgegeven aan een laptop, een roeimachine, reisjes en zelfs aan een telefoon. Dan kon ik toch ook een keer serieus investeren in de binnenkant van mijn hoofd? Dat moet in het beste geval nog een decennium of vijf, zes mee.

TM komt hierop neer: tijdens een kort ritueel dat nogal bizar is (vooral omdat de leraar die net nog Gents sprak, nu even naar Sanskriet switcht) krijg je je persoonlijke mantra: een woord zonder enige betekenis. Het is niet de bedoeling dat je dat mantra met iemand deelt, en zo heb ik het ook graag: het maakt deel uit van de wereld in mijn hoofd, waar niemand zaken mee heeft. Na het ritueel en een paar groepslessen rond de meer praktische kant van mediteren, is het aan jou: twee keer per dag ga je twintig minuten zitten met je ogen dicht, en denk je je mantra in stilte. Niks geen lotushouding of wierook, het enige wat je nodig hebt, is een rustige, comfortabele plek en de vliegtuig­modus van je telefoon.

Je brein blijft natuurlijk actief omdat je wakker bent. Van boodschappenlijstjes tot WhatsApp-berichten die ik nog moet beantwoorden, alles passeert hier de revue. ‘Monkey brain’ is daar trouwens de term voor: je gedachten zijn als een vermoeiende aap die maar niet wil stilzitten en onafgebroken van tak naar tak springt.

Maar daarnaast gebeurt er ook iets heel geks. Je gedachtenstroom bevindt zich immers op slechts één ‘spoor’ van je brein, en met een klein beetje oefenen, samen dus met dat mantra, slaag je erin om het volume daarvan wat stiller te zetten. Haak je nu af, alle begrip hoor: al dagen ben ik me suf aan het piekeren over hoe ik dit nu moet omschrijven, zonder dat er wenkbrauwen gaan fronsen.

Nog een stapje verder, nu. Na een paar minuten met dat mantra, voelt het alsof bepaalde gebieden in je brein lichtjes onder stroom komen te staan, wat voor alle duidelijkheid een zeer fijne sensatie is. Je lijf is ultra-ontspannen, je voelt je volkomen tevreden en intens gelukkig, emoties die volledig uit je binnenste komen. Klinkt zweverig, is het helemaal niet.

Wat is het zalig om twee keer per dag helemaal niks te doen. Je lijf en je brein diepe rust gunnen. Niet bereikbaar zijn, niet scrollen. Met rust gelaten worden

Voor ik mediteerde, ervaarde ik slechts heel af en toe iets wat dat level van geluk evenaarde. Het gebeurde soms tijdens zo’n perfecte vakantiedag, op een lege namiddag die nog eindeloos zou duren, op precies het moment dat voorafgaat aan indommelen. Met binnen handbereik: een fantastisch boek, een fris pintje en dito zwembad. Extreme perfectie. Herkenbaar?

Soms is mediteren fantastisch, soms gebeurt er nada en zit je die twintig (lange) minuten gewoon uit, soms ben je een paar minuten weg van de wereld of slechts één flits, vaak val je gewoon in slaap: het is altijd anders. En het is niet eenvoudig om er routine in te krijgen. Want twee keer per dag is niet niks. Ik probeer het nu één keer ’s morgens vroeg te doen, het liefst voor mijn dochter wakker wordt, en ’s avonds meteen nadat ze in slaap is gevallen.

We zijn nu één jaar verder. Ik zou nu kunnen schrijven dat ik het licht heb gezien. Dat ik stukken gelukkiger en creatiever ben, nooit meer mijn geduld verlies en ’s morgens met een glimlach uit mijn bed tuimel. Niks van. Ik heb het nog even moeilijk om alle balletjes in de lucht te houden. Ik hoor nog altijd vaker ‘Amai, je ziet er moe uit’ dan ‘Wow, je ziet er goed uit’. Ik kan nog net zo goed zeven paaseitjes na elkaar opeten en me achteraf dik en schuldig voelen.

Maar er is wel iets veranderd. Ik word milder voor mezelf en voor anderen: boos worden in het verkeer, daar zul je me niet meer op betrappen. Zelfs toeteren komt me nu te agressief over. Ik ben wat standvastiger en daar vaart mijn gezin wel bij. Ik voel minder angst, onzekerheid en stress: zaken waarvan ik dacht dat ze er sowieso bij hoorden als je werkt in deze fragiele papieren sector, maar dat is niet zo. Je kunt de harde feiten ook gewoon verticaal klasseren en vrolijk doorgaan, net zolang tot ze je van je toetsenbord komen wegsleuren. Ik kan beter mijn aandacht bij zaken houden, bij boeken en bij vriendinnen die een verhaal doen. Ideeën komen weer ietsje vlotter, wat – denk ik – te maken heeft met iets minder moe zijn. Een wereld van verschil is het allemaal niet, echt niet, maar toch.

En bovenal: wat is het zalig om twee keer per dag helemaal niks te doen. Je lijf en je brein diepe rust gunnen. Niet bereikbaar zijn, niet scrollen. Met rust gelaten worden. Genoeg hebben aan alleen maar je eigen gezelschap. In Amerikaanse films zie je ze vaak, de doorleefde personages die op hun veranda naar de leegte zitten te staren.

Het zalige niets: ik kan dat. Het is de max.  

Planeet Enya
Beeld AFP

Regisseur Tim Van Aelst mediteert al 6 jaar

Tim Van Aelst: “Vorige zomer heb ik voor het eerst enkele maanden niet gemediteerd. Ik combineerde de opnames van Studio Tarara met Hoe zal ik het zeggen? Supertof, maar gigantisch druk. Eigenlijk had ik er gewoon de tijd niet voor. En ineens kreeg ik een klap, in september. Mijn spijsvertering blokkeerde: een signaal van mijn lijf. De kunst is dus eigenlijk om door te zetten met mediteren als je het druk hebt, net als bij sporten. En daar heb je discipline voor nodig.

“Ik ben zes jaar geleden begonnen met ademhalingsoefeningen om meer energie te krijgen. Na een slechte nacht doe ik die soms nog, maar een jaar of drie geleden ben ik naar transcendente meditatie overgeschakeld. De eerste weken vond ik het echt moeilijk. Ik kreeg er zelfs hartkloppingen van. Dat heb ik nu soms nog: misschien heb ik een heel hardnekkige geest. (lacht) Mijn twintig minuten verlopen eigenlijk altijd identiek: eerst vijf à tien minuten worstelen met mijn mantra en doorzetten, daarna tien minuten zaligheid. Alsof ik even de controle verlies zonder dat ik verdoofd ben door drank of drugs – even geen honderd gedachten tegelijk meer, gewoon eventjes ‘zijn’. Ik word dan een soort vreugde gewaar, een gelukzalig gevoel dat van binnen komt. David Lynch omschrijft het als ‘bliss’. Ik zie mijn gedachten als een wild paard dat soms op hol slaat. Met mijn mantra kan ik dat temmen.”

“Ik geloof trouwens niet dat je een burn-out krijgt van hard te werken, maar van die massa impulsen die we door ons brein sturen. We gunnen onze geest geen rust meer, terwijl het gewoon nodig is om het nu en dan eens stil te maken in je kop. De smartphone is een fantastisch hulpmiddel, maar ook een sluipmoordenaar: zelfs tijdens de rit naar huis, na een werkdag, zijn we nog op dat ding bezig.

‘Er bestaan veel misvattingen over mediteren. Dat het ‘een soort religie’ is, of dat het alleen werkt ‘als je erin gelooft’’
Tim Van Aelst

“Ik mediteer altijd ’s morgens in mijn bureau, nadat mijn zonen (10 en 14, red.) ontbeten hebben. Soms lopen ze binnen terwijl ik zit te mediteren. Vind ik niet erg: het is net goed dat ze er vertrouwd mee raken. Die sessies beschouw ik als een soort douche voor mijn geest, ik begin daarna veel frisser aan mijn dag. In de namiddag heb ik geen vast moment, soms squeeze ik het tussen twee meetings in, soms doe ik het pas vlak voor ik ga slapen. Je kunt zelfs mediteren op de trein zonder dat iemand je raar bekijkt.

“Ik denk dat je door meditatie dichter bij jezelf kunt komen. Dat je er op die manier ook meer voor anderen kunt zijn. Een goeie vriend heeft me dat al gezegd: ‘Je blik is veranderd.’ Ik ben rustiger geworden, empathischer, geduldiger.

“Of mediteren me creatiever maakt, weet ik niet. Studio Tarara is misschien wel het beste wat we ooit hebben gemaakt, tien jaar geleden zou ik dat niet hebben kunnen schrijven. Maar dat kan net zo goed te maken hebben met ervaring, natuurlijk.

“Er bestaan veel misvattingen over mediteren. Dat het ‘een soort religie’ is, of dat het alleen werkt ‘als je erin gelooft’. Veel mensen die het leren, stoppen er na een week of een maand al mee, omdat ze denken: goh, dit werkt niet voor mij. Maar dan heb je ‘t niet echt geprobeerd, zoals je ook niet kunt verwachten dat je na een maand fitnessen al een spierbundel bent.”