Olieprijs stijgt na drone-aanval op Saoedische olie-installaties

De drones met explosieven aan boord vielen twee installaties van het staatsoliebedrijf Aramco aan. Het bedrijf moest de pijpleiding die olie van het oosten van het land naar de Rode Zee brengt, tijdelijk stilleggen. Maar volgens de overheid is er slechts een beperkte impact. Aramco is de schade aan het opmeten en werkt aan het herstel, klinkt het. “De export van olie verloopt normaal”, verklaarde de Saoedische minister van Energie, Khalid Al-Falih. De aanval zou het werk zijn van Houthi-rebellen, die in de oorlog in Jemen de steun krijgen van Iran.

De prijs voor een vat Amerikaanse olie (WTI), voor levering in juni, steeg dinsdag met 58 dollarcent tot 61,62 dollar per vat. Brent-olie voor levering in juli werd zelfs 1,3 procent duurder, tot 71,17 dollar per vat.

De Saudische minister van Energie Khalid al-Falih veroordeelt de aanval. In zijn mededeling, verspreid door het officiële Saudische persagentschap, zegt Falih dat twee oliepompstations deze ochtend werden aangevallen door “met explosieven geladen drones”.

Eerder berichtte de door Jemenitische rebellen gecontroleerde televisiezender al-Massirah over een “grote militaire operatie” op Saudische doeleinden. Volgens de zender werden daarbij zeven drones ingezet tegen “vitale” Saudische installaties.

Sinds 2015 is Saudi-Arabië militair betrokken bij het conflict in Jemen, waar het de regeringstroepen steunt in hun strijd tegen de door Iran gesteunde Houthi-rebellen. “Ons volk heeft geen andere keuze dan zich met alle kracht te verdedigen”, voegde Mohammed Abdelsalam, de woordvoerder van Houthi-rebellen, toe op Twitter.

Zondag werden er mysterieuze “sabotagedaden” uitgevoerd op vier schepen voor de kust van de Verenigde Arabische Emiraten, waaronder twee Saudische olietankers.