1 miljoen schoenen en bergen van andere rotzooi: kusten van afgelegen archipel bezaaid met plastic

De Cocoseilanden, halverwege Australië en Sri Lanka, worden ook weleens Keelingeilanden genoemd. De eilanden liggen op zowat 2.100 km van de noordwestkust van Australië. Volgens de volkstelling van 2016 wonen er amper 550 mensen.

Volgens Jennifer Lavers van de Universiteit van Tasmania, hoofdonderzoeker van de studie, zijn afgelegen eilanden met een heel kleine bevolking een indicatie om na te gaan hoeveel plastic afval ronddrijft op de oceanen. "Eilanden als deze zijn zoals kanaries in een koolmijn, en het wordt alsmaar dringender dat we de waarschuwingen die ze ons geven niet zonder gevolg laten", aldus Lavers. "Plasticvervuiling is nu alomtegenwoordig in onze oceanen, en afgelegen eilanden zijn de ideale plaats om een objectief zicht te krijgen op het volume plastic afval."

Het afval op de Cocoseilanden bestaat vooral uit gebruiksartikelen die maar één keer gebruikt kunnen worden, zoals dopjes van flessen of rietjes, en een groot aantal schoenen en flipflops. Het lijkt wel of ware flip-flopgolven de stranden overspoelen. De 238 ton plastic is overigens een conservatieve schatting, gebaseerd op steekproeven tot tien centimeter onder de grond, waar zich het meeste afval bevindt.

Lavers schreef in 2017 al dat het onbewoonde Henderson, in de Stille Zuidzee, wereldwijd de hoogste dichtheid aan plastic afval heeft. 

Annett Finger van Victoria University, co-auteur van de studie, wijst erop dat de wereldwijde productie van plastic blijft toenemen. "In 2010 alleen kwam 12,7 miljoen toen plastic in onze oceanen terecht, 40 procent daarvan kwam in het jaar van de productie weer terecht in de afvalstroom. De enige leefbare oplossing is de productie van plastic en consumtpie in te perken, en tegelijk het afvalbeheer te verbeteren."