Direct naar artikelinhoud
AnalyseN-VA

Ook voor Bart De Wever houdt het dan toch eens op

Bart De Wever en Tom Van Grieken vergelijken hun scores in de VRT-studio.Beeld BELGA

Bart De Wever hangt ergens tussen hemel en hel. Zijn N-VA heeft haar staat van genade verloren, maar ze blijft wel onmiskenbaar de grootste. Door het succes van extreemrechts zijn de Vlaams-nationalisten ook incontournabel in Vlaanderen.

Ook voor Bart De Wever houdt het dan toch eens op. In zijn dertiende verkiezingscampagne boert N-VA voor het eerst sinds lang achteruit. En wel stevig. Het Vlaams Belang haalt een aanzienlijk deel van de kiezers die het in 2014 verloor aan De Wever terug naar de eigen stal. In en rondom Antwerpen blijft de schade weliswaar beperkt, net zoals in Vlaams-Brabant, maar elders bloeden de Vlaams-nationalisten.

In zijn speech moest De Wever deze werkelijkheid onder ogen zien. “Het slechte nieuws is dat we deze verkiezingen hebben verloren. Mijn felicitaties aan het Vlaams Belang. Het goede nieuws is dat we nog steeds de grootste partij zijn, met kop en schouders”, sprak de partijvoorzitter. Hij neemt nu de rol van Vlaams formateur op.

Puur wiskundig gezien staat De Wever er niet slecht voor – integendeel. De opkomst van het Vlaams Belang maakt N-VA onvermijdelijk voor de vorming van een nieuwe Vlaamse regering. De twee partijen komen samen bijna aan een meerderheid in het Vlaams Parlement. Zolang Vlaams Belang buitenspel staat door het cordon sanitaire betekent dit dat de andere partijen eigenlijk niet om de N-VA heen kunnen. De Wever, die zondagochtend bij aanvang van de verkiezingsdag vertelde dat hij mentaal klaar is voor het minister-presidentschap, mag zijn koffers pakken. Brussel wacht.

Springplank

Midden januari besloot De Wever dat hij deze verkiezingen, waarin zijn partij voor het eerst een Vlaams en federaal palmares moest verdedigen, niet rustig op het Antwerps Schoon Verdiep kon blijven zitten. Als ultiem stemmenkanon moest hij zich in de campagne gooien om ervoor te zorgen dat N-VA de dominante politieke kracht in het land bleef. De Wever stelde zich daarom kandidaat voor het Vlaams minister-presidentschap. De positie van waaruit hij het beste overzicht zou hebben over het politieke landschap na de verkiezingen. 

Zijn volledige strategie was (en is) erop gebaseerd om een nieuwe Vlaamse regering met hem als ‘MP’ als springplank te gebruiken voor het federale niveau. First we take Manhattan, then we take Berlin. Eerst Vlaanderen en dan België. Indien het daar dan niet lukt - de onderhandelingen over een federale meerderheid dienen zich aan als een lange hoofdpijnklus - blijft er altijd nog die zekerheid dat Vlaanderen toch opnieuw vijf jaar geel en zwart kleurt.

Cordon

Maar zo ver is het nog niet. Als formateur moet De Wever de komende dagen en weken op zoek naar geschikte coalitiegenoten. In tegenstelling tot op het federaal niveau stelde hij in Vlaanderen geen exclusieven tegen partijen. Hij toonde wel een ideologische voorkeur: opnieuw een regering rechtsom met de christendemocraten en de liberalen. Zij kunnen zich aan een samenwerkingsvoorstel verwachten.

Het is afwachten of beide partijen, die ook in de klappen hebben gedeeld, een heruitgave van de huidige coalitie zien zitten. Binnen CD&V en Open Vld zullen vandaag harde woorden vallen. Op zulke momenten kan een partij altijd plots abrupt de steven wenden. Een verkiezingsnederlaag doet rare dingen met een politicus.

Cordon
Beeld Wouter Maeckelberghe

Ook binnen de N-VA zullen een aantal handen de lucht in gaan. Jean-Marie Dedecker, die als onafhankelijke opkwam in West-Vlaanderen, was er als de kippen bij om het cordon sanitaire in vraag te stellen. Ook elders, zeker in een aantal landelijke afdelingen, zal deze vraag weerklinken. Gisteren hielden De Wever en zijn secondanten de lippen alvast op elkaar over de toekomst van het cordon sanitaire.

Terecht wellicht. Niets zo dom als de avond van de verkiezingsoverwinning van een rechtstreekse concurrent die partij bij voorbaat uitsluiten. De Wever zegt daarom alle partijen te zullen uitnodigen voor formatie-overleg. 

De kans dat hij als Vlaams formateur straks over het muurtje springt richting Vlaams Belang blijft echter klein. In deze campagne heeft De Wever meermaals duidelijk gemaakt dat er wat hem betreft “niets aan te vangen valt” met die partij. Het cordon doorbreken zou voor hem ook een abdicatie zijn van alles waar hij jarenlang aan heeft gewerkt: het Vlaams-nationalisme wegrukken uit de extreemrechtse handen. 

Alleen met een Vlaams Belang light, zonder stormwinden zoals Filip Dewinter en Dries Van Langenhove, lijkt hij bereid om überhaupt te onderhandelen. Bovendien is voor een Vlaamse regering met het Belang nog een derde partner nodig. Er bieden zich niet veel kandidaten aan om te depanneren. Helemaal niemand om precies te zijn.

Linksom

Of De Wever links in beeld zal brengen voor een regeringsdeelname is onduidelijk. In principe lijkt hij daar op Vlaams niveau niet zoveel problemen mee te hebben. Sp.a en Groen zijn nog altijd slechts electorale dwergen in vergelijking met de N-VA.

De context is ook totaal anders dan op federaal niveau. Daar liggen zware saneringen in het verschiet, waarbij de ideologische tegenstellingen op scherp worden gesteld. In Vlaanderen zijn de uitgangspunten gunstig. De begroting staat op orde na een moeilijke sanering door de zevende staatshervorming. Er liggen groeipaden klaar voor belangrijke departementen zoals Welzijn en Innovatie. In die context lijkt De Wever bereid om bijvoorbeeld John Crombez (sp.a) een departement als Welzijn aan te bieden, met een zak geld om iets neer te zetten.

Al maakt de verkiezingsuitslag zo’n Vlaamse draai linksom wellicht minder waarschijnlijk. De Wever dreigt op die manier zijn lekkende rechterflank nog verder onder druk te zetten. Tegen zo’n coalitie zou het Vlaams Belang met veel plezier rechtse raketten afvuren vanuit de oppositie.

De Wever mag zijn koffers pakken voor Brussel, maar eerst moet hij nog eens diep nadenken wat hij daar de komende vijf jaar juist wil doen – en met wie.