Direct naar artikelinhoud
Examens

Proffen over de waarde van het mondeling examen: ‘Alleen zo kan je de ajuin helemaal pellen’

Professor fiscaliteit Michel Maus krijgt de komende drie weken 448 studenten over de vloer in zijn bureau.Beeld Photo News

Met de examens voor de deur is het voor studenten vooral zaak om potlood en pen te scherpen, niet hun tong. Mondelinge examens aan Vlaamse universiteiten raken in de verdrukking. Praktisch onhaalbaar, te subjectief en juridisch riskant, klinkt het. Tot grote spijt van verschillende professoren. ‘Je raakt toch een beetje vervreemd van je studenten. Dat wringt.’

Michel Maus, professor fiscaliteit (VUB): ‘Komende drie weken liefst 448 mondelinge examens’

“De grootste meerwaarde van een mondeling examen? Alleen zo kan je de ajuin helemaal pellen. Zeker bij de goede studenten begin je met een basisvraag en ga je dan dieper in de materie, laagje per laagje”, zegt Michel Maus, die de komende examenperiode “liefst 448 mondelinge examens” op de agenda heeft. “Maar met de timer die tegenwoordig naast je ligt, is het bijna onmogelijk om een mondeling examen kwaliteitsvol af te leggen.”

De timer op de smartphone zegt namelijk onverbiddelijk: 12 minuten. “Als een student dan hakkelt en ‘wacht even’ zegt, is de helft van de tijd verstreken. Er is voor mij daardoor ook geen plezier meer aan verbonden. Wat ooit een beetje een intellectuele boksmatch was, voelt nu helaas aan als een vervelend karwei.

“Onderschat zoiets niet. De komende drie weken staan elke dag examens gepland tussen 9 uur en 18 uur, en het loopt gegarandeerd uit. Rond half acht kan ik meestal afsluiten”, zegt Maus, die meent dat die situatie inherent tot kwaliteitsverlies leidt. “Het is een Tour de France die je als docent moet volhouden, na die drie weken kunnen ze mij bijeen vegen en langs de kant zwieren. Je aandacht verslapt dus: mocht je de studenten in het begin en die op het einde vergelijken, tref je wellicht een verschil in beoordeling aan.”

Maus vroeg dan ook aan de faculteit om naar schriftelijke examens over te schakelen, maar dat wordt voorlopig geweigerd om de mix te bewaren. Wat vond hij van het pleidooi van VUB-collega Jonathan Holslag, die dit weekend in Het Belang van Limburg de meerwaarde van het mondeling examen vurig verdedigde? “Ik ga zeker akkoord dat we als proffen een zekere plicht hebben om die mondelinge confrontatie aan te gaan, maar het moet praktisch haalbaar zijn.”

Freddy Heylen, professor macro-economie (UGent): ‘Je merkt dat de schrik bij studenten er goed in zit’

Al 25 jaar schuiven de tweedejaarsstudenten van de UGent aan voor het mondeling examen macro-economie van Freddy Heylen, de laatste 7 jaar doen ze dat echter vrijwillig. “Met ongeveer 450 zijn ze tegenwoordig, alles boven de 200 is eigenlijk praktisch onhaalbaar. Daarom hebben we, voor een derde van de punten, het mondeling examen optioneel gemaakt. Hoewel we het sterk promoten, laat slechts 10 procent van de studenten zich overtuigen.”

“Nochtans biedt het voordelen, zowel voor de prof als voor de student”, zegt Heylen. De prof kan bepaalde competenties toetsen: “Kan de student verbanden leggen? Hoe robuust is het redeneervermogen? Soms geef ik een student een duwtje om te testen of die persoon nadien weer op de beide pootjes kan landen. Presteren onder druk is een competentie die later goed van pas komt.”

Sterke studenten kunnen dan weer bonuspunten rapen als ze de norm overstijgen, maar ook de twijfelgevallen kunnen winst boeken, ziet Heylen. “Iemand die hapert bij de aanzet, kan met een kleine tip soms helemaal op dreef geraken. Terwijl die persoon schriftelijk misschien nooit verder was geraakt en een nul had gekregen. Daarom liggen de punten bij mondelinge examens gemiddeld iets hoger.”

“Toch merk je dat de schrik er bij studenten goed in zit”, zegt Heylen, die alvast niet van plan is om het mondeling examen op te geven. “Je behoudt toch graag voeling met de studenten.” En de studenten ook graag met de prof: als ze van Heylen bijvoorbeeld een aanbevelingsbrief voor een Erasmus-beurs wensen, is het mondeling examen verplichte kost. “Je moet de student daarvoor toch een beetje kennen.”

Freddy Heylen laat de student beslissen: slechts 10 procent kiest voor een mondeling examen.Beeld UGent

Anne Vandenhoeck, professor theologie en religiewetenschappen (KU Leuven): ‘Focussen op de essentie, niet op de verpakking’

“Het is niet dat alle mondelinge examens door schriftelijke worden vervangen vanwege praktische of juridische bezwaren. Vanuit kwaliteitsoverwegingen is er bijvoorbeeld meer aandacht voor permanente evaluatie: zoiets haalt de druk uit de blokperiode”, zegt Anne Vandenhoeck, die evenwel een aanzienlijk deel van haar studenten mondeling over de vloer ziet komen, een tweehonderdtal. “Zeer tijdsintensief, maar dat persoonlijke contact geeft je veel meer voeling: hoe is mijn vak echt overgekomen?”

Haar Leuvense collega Winibert Segers, professor vertaalevaluatie, pleitte twee jaar geleden nochtans voor een totale afschaffing. Volgens hem zijn mondelinge examens ‘te subjectief’. Vandenhoeck: “Natuurlijk is het aangenaam als iemand met een glimlach en een spontane ‘goeiemiddag’ binnenwandelt, maar daar ben ik me volop van bewust. Je moet bij zo’n examen focussen op de essentie, niet op de verpakking.”

“Diezelfde beïnvloedende factoren duiken trouwens op bij een schriftelijk examen.” Ook daar ziet Vandenhoeck dat iemand kan afsluiten met vleiende woorden – ‘Ik heb genoten van de lessen, professor!’ – en terwijl de ene een examen vol dt-fouten aflevert, is de ander een begenadigd schrijver. “Het komt er in beide examenvormen op aan om je eigen subjectiviteit objectief te benaderen. En natuurlijk ook om faire antwoordsleutels te gebruiken.”

Wordt de edele kunst van het mondeling examineren ook niet een beetje geromantiseerd? “Misschien”, lacht Vandenhoeck. “Er gaat nu eenmaal niets boven directe dialoog. Zo’n mondeling examen levert de mooiste anekdotes op, van studenten die zichtbaar groeien tot hilarische blunders. Ook als student heb ik trouwens de mooiste herinneringen aan mondelinge examens.”

Wim Van den Broeck, professor ontwikkelings- en onderwijspsychologie (VUB): ‘In bepaalde richtingen lijkt klacht indienen een subcultuur’

“De gestage stijging van studenten was wellicht de meest evidente reden om vier jaar geleden te stoppen, ik was toen drie weken van ’s ochtends tot ’s avonds aan het examineren”, zegt Wim Van den Broeck, die de meeste mondelinge examens met spijt in het hart heeft omgeruild voor ‘bolletjes kleuren’. “We moeten een kat een kat durven te noemen: de juridisering speelt in die trend een belangrijke rol.”

Wim Van den Broeck houdt vooral mooie herinneringen over aan de mondelinge examens.Beeld RV

“Op een bepaalde moment voelde je dat gewoon komen van bovenaf: alles moet te verantwoorden, te objectiveren en gedocumenteerd zijn. Anders loop je een risico wanneer een student ontevreden is met een punt en een klacht indient. In bepaalde richtingen, zoals de sociale wetenschappen, lijkt het bijna een subcultuur: daar zijn tot 50 mensen die klacht indienen, want ‘je kan maar proberen’.”

“Het is niet zozeer de docent die daar wakker van ligt, wel de instellingen. Zij moeten de kosten dragen bij juridische procedures en dus wordt alles nu in sjablonen en formats gegoten.” Volgens hem is het mondeling examen door die documentatiedrang sowieso uitgekleed. “Die examens waren bij mij altijd zeer interactief, waarbij de discussie alle kanten kon uitschieten. Dat speelveld is onmiskenbaar gereduceerd.” 

Een “absolute verarming”, noemt Van den Broeck het. “Die interactie is een deel van het academisch leven dat nu meer en meer wordt weggesneden. Terwijl ik vroeger de studenten bij naam kende, raak je toch een beetje vervreemd. Dat wringt. Ik herinner mij dat er, ondanks de dikke stress, altijd een zeer positieve sfeer hing rond zo’n mondeling examen. Verveeld was ik alleszins nooit.”