camera closecorrect down eyefacebook Het Nieuwsblad nextprevquote share twitter video

Wim Wevers en Kim Kiekens en hun hoogbegaafde kroost: Pippa (3), Joppe (10) en Eppo (5).  Guy Puttemans

Mama start onderwijs voor hoogbegaafde kinderen

“Een kind met een IQ van 145 wijkt even sterk van de norm af als iemand met een IQ van 55”

In Leuven bieden ze vanaf september onderwijs aan op maat van hoogbegaafde kinderen. Binnen de schooluren, maar buiten het bestaande curriculum. Initiatiefnemer is Kim Kiekens, moeder van drie hoogbegaafde kinderen. “Een kind met een IQ van 130 moet ondersteund worden. Het heeft vaardigheden nodig die het standaardonderwijs hen niet aanleert.”

Een gemiddeld IQ bedraagt 100 punten. Wie 130 of meer haalt, is hoogbegaafd. In het gezin van Kim Kiekens (36) en Wim Wevers (37) uit Kessel-Lo gaan ze daar vlot over. Joppe is tien en haalt een IQ-score van 140. Eppo (5) is onbeslist, omdat de Belgische tests maar tot 145 gaat. “Hij heeft meer, maar we weten niet hoeveel”, zegt Kim. En Pippa (3) is wellicht ook hoogbegaafd, maar haar score is nog niet gemeten. “Het cijfer doet er ook niet toe. We zien bij onze drie kinderen dezelfde noden, en daar willen we zo goed mogelijk tegemoetkomen.”

Vanzelfsprekend is dat niet. Joppe zat nog maar een paar weken in de kleuterklas, en hij verveelde zich al steendood. “Elke avond kwam hij huilend thuis”, zegt Kim. “Hij heeft een jaar overgeslagen, en dat hielp even, maar intussen verveelt hij zich opnieuw. Hem nog meer jaren laten overslaan doen we liever niet, want sociaal en emotioneel blijft hij een kind van tien.” Wat zijn ouders wel doen, is hem zelf uitdagen. “Elke ochtend geef ik hem geavanceerde leerstof mee, zodat hij op school wat te doen heeft”, zegt Kim.

Maar er moet meer mogelijk zijn, vindt ze, dus stampt ze met haar vriendin Saskia Buyckx Spring-Stof uit de grond, een organisatie die in Leuven onderwijs zal geven op maat van hoogbegaafde kinderen. Of zoals zij zeggen: “cognitief getalenteerde kinderen”. Concreet werken ze voor lagereschoolkinderen individuele trajecten uit zodat zij, telkens een halve dag per week, een of meerdere vakken versneld kunnen volgen. Ze leren hen ook zelfstandig werken en omgaan met frustratie en falen.

Fortuinen aan puzzels

Zo’n doorgedreven aanpak is nodig, zegt Kim. “Een kind met een IQ van 145 wijkt even sterk van de norm af als iemand met een IQ van 55. Als een zeven voldoende is, zal een begaafd kind niet studeren en een zeven behalen. Omdat de les te traag gaat, let het ook niet op. Waardoor het nog slechtere punten haalt en de school verkeerdelijk denkt dat de lessen net te moeilijk zijn. Ik ken verhalen van hoogbegaafde kinderen die niet slaagden in Latijn-wiskunde en van richting bleven veranderen, tot ze volledig opgebrand en zonder diploma de schoolbanken verlieten.”

Op de KU Leuven, waar ze werkt als trajectbegeleider, hoort Kim gelijkaardige verhalen. “Want vaak loopt het pas mis in de universiteit. Wie zonder moeite altijd goede punten haalt, heeft nooit zelfstandig leren studeren en plannen. Het standaard onderwijstraject heeft hen die vaardigheden nooit aangeleerd.”

Haar eigen kinderen leren hun vaardigheden – en zoeken hun uitdagingen – in een veelheid van hobby’s. Joppe verslaat nu al zijn ouders in het schaken. Hij speelt viool en leert Japans. Russisch en Arabisch zullen volgen, omdat die talen tenminste letters gebruiken die hij nog niet kent. “Wij werken allebei vier vijfde, we zijn voortdurend chauffeur voor hun vele hobby’s. We spenderen fortuinen aan boeken en puzzels, waarmee ze in een mum van tijd klaar zijn. En dan willen ze nieuwe.”

Grotemensenproblemen

En dan zijn er de emotionele issues die hoogbegaafdheid meebrengt. “Ze worstelen met kwesties die ze psychologisch nog niet kunnen plaatsen”, zegt Kim. “Ze liggen wakker van de klimaatverandering en de vluchtelingenproblematiek. Eppo, die vijf is, maakt zich zorgen omdat hij nog niet weet wat hij later wil worden, hoe hij een huis zal moeten kopen of een vrouw zal moeten vinden. Joppe kreeg op zijn achtste een depressie, spijtig genoeg niets ongewoons voor iemand als hij. En Pippa raakt dan weer gefrustreerd door de beperkingen van haar kind-zijn. Ze maakt puzzels van honderd stukjes, terwijl ze nog niet de fijne motoriek heeft om goed met zulke kleine stukjes te werken.”

De drie zullen in elk geval de nodige begeleiding krijgen. En als het meezit, vele kinderen met hen. “Door onze persoonlijke aanpak hebben we voorlopig plaats voor maar twaalf studenten. Maar op termijn kunnen we hopelijk uitbreiden, om zo veel mogelijk kinderen te helpen.”