Hoge Raad voor Justitie voert onderzoek naar Antwerps gerecht na moord Julie Van Espen

Julie Van Espen

De Hoge Raad voor Justitie zal een bijzonder onderzoek voeren naar het Antwerps gerecht, naar aanleiding van de moord op Julie Van Espen in mei. De conclusies worden na de zomer verwacht.

Eveline Vergauwen

Een week na de moord op Julie Van Espen, door Steve B., had Christian Denoyelle, voorzitter van de Hoge Raad voor Justitie, al aangekondigd dat er vragen zouden gesteld worden aan het hof van beroep en het parket-generaal in Antwerpen.

De Raad stelde zich vragen bij de behandeling van het dossier van Steve B. B. kwam in 2017, na een veroordeling van vier jaar voor verkrachting, vrij toen hij tegen zijn vonnis beroep aantekende. De behandeling van zijn zaak sleepte twee jaar aan, toen hij begin mei op zoek ging naar een nieuw slachtoffer. Het Antwerps hof van beroep gaf daarover al uitgebreid uitleg. Maar daarmee was de kous dus niet af.

Ongeveer een maand later blijkt nu dat de Advies- en onderzoekscommissie van de Raad, het onafhankelijk orgaan dat verantwoordelijk is voor de externe controle van de rechterlijke orde, besloten heeft een bijzonder onderzoek in te stellen. 'Het idee is om nu bij het Antwerps gerecht, naar aanleiding van dit dossier, na te gaan in details wat er aan de hand is', legt Denoyelle uit. 'Dit onderzoek kan niet alleen voor Antwerpen nuttig zijn, maar ook voor het ganse systeem.'

De Raad zal een bijzonder onderzoek voeren. 'Dat betekent dat we documenten kunnen opvragen, mensen kunnen horen, hoorzittingen kunnen organiseren die niet voor het publiek toegankelijk zijn, we kunnen ook ter plaatse gaan.' De bedoeling is niet dat de Hoge Raad een oordeel velt over de beslissing van het hof van beroep in de zaak-Steve B. 'We zullen nooit zeggen of een rechter al dan niet een foute beslisisng heeft genomen, we geven geen kritiek op beslissingen van een rechter, maar we zoeken naar systeemfouten', legt Denoyelle uit. 'Ons onderzoek is altijd adviserend.'

Prioriteiten

Een van de zaken waar de Hoge Raad vlak na de moord op Julie Van Espen al bedenkingen bij had, was het prioriteitenbeleid van het hof van beroep. ‘Men spreekt over een hoge werklast. Het klopt dat de kaders (het voorgeschreven aantal rechters per rechtbank, red.) niet volledig ingevuld waren, maar welke zaken kregen dan voorrang?', zei Denoyelle een maand geleden in het VTM Nieuws. En, zo zei hij nog: ‘Als we kijken naar het resultaat is het niet goed gelopen. Daar kunnen we niet tevreden over zijn. Het moet en het kan beter, laat ons er samen aan werken. Dit laten we niet los.’ Dat laatste lijkt inderdaad het geval. Na de zomer worden de conclusies van het onderzoek verwacht.