Direct naar artikelinhoud
6 Vragen

‘Onze beleidsmakers moeten niet naar Rusland voor de aanpak van leesvaardigheid’

Bieke De Fraine.Beeld RV

Dat het niet goed gaat met het begrijpend lezen bij onze lagereschoolkinderen, dat wisten we al. Waaraan dat ligt, heeft het team van professor Bieke De Fraine (KU Leuven) onderzocht.

Wat hebt u precies onderzocht?

“Uit de ‘Progress in International Reading Literacy Study (PIRLS)’-studie uit 2016 – waarvan de resultaten werden vrijgegeven in 2017 – bleek dus dat het niveau van begrijpend lezen bij onze kinderen in het vierde leerjaar in tien jaar tijd significant is gedaald, in tegenstelling tot het niveau in de meeste landen om ons heen. Met ons onderzoek hebben we nagegaan wat daarvan de oorzaken kunnen zijn. 

“Ligt het aan de samenstelling van de groepen, met meer leerlingen uit het buitengewoon onderwijs, meer zittenblijvers, meer leerlingen die van thuis uit niet Nederlandstalig zijn? Ligt het aan het gebruik van digitale, sociale media? Ligt het aan een eventuele terugloop van het lezen in de vrije tijd? Ligt het aan het opleidingsniveau van de ouders? Aan hun financiële situatie? Aan hun eigen houding tegenover lezen? Ligt het volgens de ouders aan de scholen? Aan het opleidingsniveau van de leerkrachten?”

Voor wie al klaarstond met een kijvend vingertje, om haarfijn uit te leggen wiens ‘schuld’ dat is: er is geen eenduidig antwoord.

“Inderdaad niet. Er is geen heldere oorzaak voor de daling van het begrijpend lezen tussen 2006 en 2016. Hier en daar zijn er factoren die voor een deeltje verklarend kunnen zijn, maar er is geen enkele factor die significant doorslaggevend blijkt.”

Is dat niet frustrerend? Wordt u daar niet een beetje droevig van?

“Ja, absoluut. Wij hebben het onderzoek net gedaan om het Vlaams onderwijs te versterken, maar we kunnen weinig heel concrete suggesties doen. De tijd voor leesonderwijs verhogen, ja. Maar we gaan geen dingen verzinnen, hè. Ik snap best dat dat voor alle leerkrachten en opleiders teleurstellend moet zijn, want zij zoeken naar handvaten.”

Zes vragen aan KU Leuven-onderzoeker Bieke De Fraine over begrijpend lezen in Vlaamse scholen
Beeld Sven Franzen

Moeten we ons leesonderwijssysteem dan ten gronde durven te herzien?

“In het PIRLS-rapport uit 2016 werd de leesvaardigheid in verschillende landen onderzocht. En de landen die daarin het best bleken, waren Rusland en Singapore. Je kunt wel gaan kijken naar wat ze in die landen doen, maar dat dan kopiëren naar Vlaanderen is een heel slecht idee. Ik ga echt niet zeggen dat er nu een delegatie van beleidsmakers naar Rusland moet gaan om daar te gaan kijken hoe men het begrijpend lezen aanpakt.”

Stel dat u onderwijsminister bent, wat zou dan uw belangrijkste aanbeveling zijn?

“Op dit moment worden de eindtermen voor het secundair onderwijs vernieuwd. Ik denk dat er daarna ook wel een vernieuwing van de eindtermen voor het lager onderwijs volgt, en dan zou ik zeggen dat het waardevol is om de eindtermen lezen wat ambitieuzer te formuleren.”

U blijft in uw rapport op de vlakte wanneer het gaat over de verschillen tussen de netten en koepels. Waarom?

“Omdat er al genoeg heisa is geweest na de publicatie van het artikel met collega Jan Van Damme (KU Leuven-onderwijsexpert die enkele maanden geleden in deze krant uitdrukkelijk enkele pijnpunten bij het katholiek onderwijs benoemde, JD). Ik zou niet willen dat het weer alleen maar daarover gaat. De aandacht moet gaan naar leesonderwijs en niet naar de verschillen tussen de koepels.”