Direct naar artikelinhoud
Gendergelijkheid

Rectoren Vlaamse universiteiten springen in de bres voor meer gendergelijkheid

Foto ter illustratie.Beeld thinkstock

De rectoren van de vijf Vlaamse universiteiten ondertekenen vandaag het charter ‘Gender in Academia’, dat werd opgesteld door de Jonge Academie (JA) en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en voortbouwt op de lopende inspanningen van de universiteiten. Het document beoogt een snellere transitie naar gendergelijkheid in de academische wereld.

“Vandaag willen we ons engagement inzake gendergelijkheid vernieuwen en de uitvoering versnellen. Gender-gemengde academische teams komen vaker tot meer creatieve en innovatieve oplossingen. Het wegwerken van belemmeringen die genderdiversiteit in de weg staan, is dan ook iets wat onze hele gemeenschap aanbelangt”, aldus Herman Van Goethem, voorzitter van de VLIR.

Het charter bevat vijf concrete en wetenschappelijk gefundeerde actielijnen, die samengaan met concrete aanbevelingen. Ten eerste gaat het om het creëren van meer bewustzijn, onder meer door het aanbieden van vormingspakketten over genderdiversiteit, loopbaanhindernissen en onbewuste vooroordelen. Die laatste zijn een van de belangrijkste oorzaken van het gebrek aan doorstroming van talent. De universiteiten engageren zich dan ook om bevorderings- en aanwervingsprocedures te screenen en waar nodig bij te sturen.

Rolmodellen uit ondervertegenwoordigde groepen

Onderzoek heeft aangetoond dat een gelijke vertegenwoordiging in bestuursorganen niet alleen tot meer correcte en gedragen besluitvorming leidt, maar dat ook de zichtbaarheid van rolmodellen uit ondervertegenwoordigde groepen een positief effect heeft op zowel de motivatie, de gepercipieerde kansen en efficiëntie van anderen uit die ondervertegenwoordigde groepen. Daarom verbinden de universiteiten zich ertoe gelijke vertegenwoordiging in raden en commissies te realiseren.

Ook willen ze een werkbare werkcultuur voor iedereen aanbieden, onder meer door de combinatie van werken binnen een academische setting en zorg- en privé-engagementen beter op elkaar af te stemmen. Daardoor worden niet alleen de werkelijke en gepercipieerde rollen-conflicten verminderd die een belemmerende factor vormen voor de kansen en de aspiraties van onderzoekers, maar wordt ook tegengaan dat men zich onveilig of miskend voelt op de academische werkvloer. 

Combinatie

Tot slot is in het charter het systematisch monitoren van de evolutie van de genderbalans opgenomen. "Geen van bovengenoemde actielijnen is op zichzelf voldoende om tot meer gendergelijkheid te komen in academia", benadrukt het charter. "Het is de combinatie van actielijnen die verandering teweeg kan brengen, omdat ze op elkaar inhaken en elkaar versterken om zo tot een cultuuromslag te komen waarin iedere M, V of X zich thuis kan voelen op de universiteit en gelijke kansen krijgt om door te stromen naar hogere posities.”

Het huidige Vlaamse interuniversitaire actieplan inzake gendergelijkheid dateert van 2013. De vijf universiteiten boekten de voorbije jaren vooruitgang op dit vlak in de verschillende personeelsgeledingen, maar als de huidige koers behouden blijft, duurt het nog minstens tot 2050 voor er sprake kan zijn van daadwerkelijk genderevenwicht onder het academisch personeel in onze universiteiten.