Direct naar artikelinhoud
Mensenrechten

Als nee zeggen tegen een huwelijk geen optie is: ‘De druk is enorm’

Illustratiebeeld.Beeld ANP

Ook in ons land worden er huwelijken onder dwang afgesloten. Slachtofferorganisaties hebben het over twintig, dertig gevallen per jaar – wellicht een onderschatting. De Morgen sprak met Meyrem en Fatoumata (*), twee meisjes die van hun familie moeten trouwen met een partner die ze niet zelf hebben gekozen. Allebei zijn ze erin geslaagd een gedwongen huwelijk af te houden, maar moesten daar wel een prijs voor betalen. ‘Het enige wat ik nu wil, is een veilige plek.’

(*) De meisjes willen uit veiligheidsoverwegingen niet met hun echte naam getuigen.

‘De psychologische druk is enorm’: De vader van Meyrem (19) wilt dat ze trouwt met een man die hij uitkiest

Vijf potentiële echtgenoten heeft haar vader al aan Meyrem (*) voorgesteld. Telkens zegt ze nee. “Als ik ooit trouw, dan zal het zijn met iemand van wie ik hou.”

Twee jaar geleden begon de vader van Meyrem voor het eerst over huwen. “Hij had in zijn islamklas een heel goede leerling. Dat vond hij een prima kandidaat voor mij.” Meyrem was toen zeventien, haar potentiële echtgenoot vijfentwintig. “Ik wilde er niets van weten. Maar mijn vader nam geen genoegen met dat antwoord. Hij had mijn gsm-nummer al aan die man gegeven. Ik kreeg bijna elke dag een sms van hem. Hij wilde me heel graag leren kennen, stuurde hij telkens. Maar ik had echt geen zin om hem te ontmoeten. Ik wil vooral studeren, volgens mij gaat dat niet in zo’n huwelijk.”

Omdat Meyrem bleef antwoorden dat ze niet geïnteresseerd was, stopten de sms’en. Ze dacht dat ze weer op haar studies en haar vrienden kon focussen, maar haar vader bleef maar potentiële echtgenoten voorstellen. De teller staat nu op vijf. Allemaal zijn het West-Afrikaanse moslims van wie haar vader de ouders kent.

Ze heeft weleens toegezegd voor een eerste ontmoeting, om van het gezeur verlost te zijn. “Maar dan heb ik opnieuw heel duidelijk aan die mannen aangegeven dat ik niet geïnteresseerd ben. Vaak zijn ze ouder. Soms hebben ze geen papieren.”

Meyrem vreest dat haar nee-schudden weinig zal veranderen. “Mijn vader zegt dat ik nog te jong ben om te weten wat goed voor mij is.” En daar kan ze weinig tegenin brengen. “Mijn vader is een heel strenge man. Hij zal niet gewelddadig worden, maar voert de psychologische druk enorm op.” Ze weet niet goed waarom hij zo graag wilt dat ze trouwt met iemand die hij kent. “Ik denk dat het te maken heeft met traditie.”

Lees meer

De strijd tegen gedwongen huwelijken moet worden opgevoerd, vindt het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Daarom heeft het een handleiding gemaakt voor ambtenaren van de burgerlijke stand. 

Meyrems moeder mengt zich niet in de discussies. “Ze is zelf onder dwang met mijn vader moeten trouwen. Ze was jonger dan ik, vijftien jaar. Ze heeft zich bij de situatie neergelegd, zoals veel vrouwen van die generatie.”

Het meisje uit Brussel benadrukt dat zij een ander leven voor zichzelf ziet. “Als ik ooit trouw, dan zal het zijn met iemand van wie ik hou.” Dat hoeft voor haar geen man uit West-Afrika te zijn en al helemaal niet iemand die de familie kent. “Voor mij is het wel belangrijk dat hij gelovig is.”

Meyrem vreest dat ze op een dag met haar familie zal moeten breken. “Ik weet niet hoe ik dit anders moet oplossen. Alleen wonen mag ik niet. Mijn broer wel, voor hem is alles anders. Mannen hebben een keuze. Maar ik ben de oudste dochter, ik kan niet kiezen. Gelukkig ben ik bij een organisatie terechtgekomen die mij wil helpen. Ik bekijk nu met hen hoe ik mijn toekomst zelf vorm kan geven.”

‘Het enige wat ik kon doen, was vluchten’: Fatoumata (16) moest van haar oom in een polygaam huwelijk treden

Toen de oom van Fatoumata (*) haar vorig jaar wilde uithuwelijken aan een vriend, besloot ze op haar eentje van Ivoorkust naar België te vluchten. “Teruggaan is geen optie.”

Fatoumata heeft geen vader en moeder meer. Ze stierven allebei in Ivoorkust toen ze paar jaar oud was. Het was haar oom die de zorg voor haar en haar twee jongere zussen overnam. Of die zorg goed dan wel slecht was, licht ze niet toe. Ze zegt alleen, heel stil: “Vorig jaar liet hij mij plots weten dat hij een echtgenoot voor mij had gevonden.” De man in kwestie was een vriend van de oom. “Hij was veel ouder dan ik. Ik weet niet precies hoe oud. Dertig, veertig jaar misschien?” Wat Fatoumata wel meteen wist, was dat hij al verschillende vrouwen in huis had. “Ik zou de derde worden.”

“Nee zeggen was geen optie”, zegt het meisje, dat een asielaanvraag in ons land deed. “Maar als ik ‘ja’ zou zeggen, dan zou ik in een vreselijke situatie zijn terechtgekomen. Dan zou ik al mijn vrijheid kwijt zijn en niemand die ik ken nog zien.” Volgens Fatoumata heeft een derde vrouw geen beslissingsrecht: ze voert uit wat de rest haar beveelt. “Ik zou alleen huishoudelijke taken mogen uitvoeren. Ik zou degene zijn die het vroegst opstaat en het laatst naar bed mag. Buitenkomen, mag niet.”

Het meisje, nu zestien, vertelt dat ze geen andere uitweg zag dan te vluchten. Allesbehalve evident. “Ik zat opgesloten in het huis van mijn oom. Toen hij met zijn vrouw naar de moskee ging en het raam openstond, kon ik ontsnappen.” Fatoumata belandde in België en verblijft nu in een asielcentrum met een dochtertje van net vijf maanden oud. Het kind werd volgens haar verwekt door een man die haar tijdens haar vlucht verkrachtte. “Ik weet niet wat mijn toekomst brengt. Het enige wat ik nu wil, is een veilige plek voor mezelf en mijn dochtertje.”