Lonely Planet-reistip: de Arctic Coast Way van IJsland

1. RUIGE NATUUR

De nieuw aangelegde (in juni dit jaar) Arctic Coast Way strekt zich uit langs 900 kilometer IJslandse noordkust – van Hvammstangi in het westen naar Bakkafjörður in het oosten – en slingert door eindeloze ongerepte, verlaten gebieden, met af en toe een dorpje. De rit voert je langs eilanden, bergketens, zwarte stranden, majestueuze kliffen, gletsjerrivieren, fjorden en vulkanische gronden. 

Op de eilandjes krijg je nog meer het gevoel dat je aan het einde van de wereld bent beland, met alleen het geluid van de wind en de golven in je oren. “Ik heb een jaar op Antarctica gewoond en ben dol op ruige, desolate en extreme gebieden”, zegt Lonely Planet-­auteur Alexis Averbuck. “Aan de noordkust van IJsland kwam ik ruim aan mijn trekken, de totaal verlaten landschappen raakten me tot op het bot. Je zou verwachten dat reizen door zo’n landschap ook extreem is, maar dat is niet het geval. De bewoners van IJsland zijn supervriendelijk en de accommodaties die ze reizigers aanbieden zijn zeer comfortabel.”

De Arctic Coast Way is niet alleen geschikt voor sportievelingen, ook degenen die minder zin hebben om urenlang te wandelen, kunnen de trip perfect met de auto afleggen en uitstappen waar ze zin hebben.

Voor de modder-, stoom-, en thermische-badenliefhebbers heeft het noorden van IJsland eveneens heel wat te bieden. Zo kun je middenin de natuur broebelen in warm­waterbronnen met zicht op zee en het geluid van de talloze zeemeeuwen boven je.

2. DE EILANDEN

Langs de Arctic Coast Way kom je zes ­eilanden tegen, elk met zijn eigen bijzonderheden. Het eerste, Vatnsnes, ligt bij Hvammstangi. Hier kun je met een boot de talrijke zeehondenkolonies bekijken. Daarna rijd je verder op de kustgrindweg (Route 711) die 82 kilometer rond Vatnsnes loopt. Onderweg kom je de 15 meter hoge karakteristieke brandingspilaar Hvítserkur tegen. Volgens de lokale legendes was Hvítserkur een trol die door de zon versteend werd toen hij een klooster in de buurt wilde verwoesten. De versteende trol krijgt overigens dikwijls gezelschap van troepen zeehonden.

Wil je meer dan wandelen en zeehonden spotten, dan is Skagafjörður de ideale plek voor actie. Je kunt hier klimmen, wildwaterraften, paardrijden en snowboarden. “Ik vind het een schitterend eiland omdat het nog vrij onbekend is”, zegt Averbuck. “In het noorden ligt een geothermisch gebied waar je kunt baden in de natuurlijke bronnen van Grettislaug en je een magnifiek mooi uitzicht hebt op zee.”

In de zomer varen er vanuit Skagafjörður trouwens ook boten naar de onbewoonde eilanden Drangey en Málmey, waar je je opnieuw alleen op de wereld waant.

Een andere aanrader volgens Averbuck is Tröllaskagi, het schiereiland van de trollen en bedekt met immense, met sneeuw bedekte bergen. In de diepe valleien tussen de rotsen kun je zwemmen en vissen in de rivieren. Tröllaskagi is ook een prima plek voor de wintersport, onder andere heliskiën.

Ook het schiereiland Tjörnes is niet te missen. De kliffen liggen bezaaid met fossielen, maar ook het binnenland is een must see. Bij Kelduhverfi wordt het landschap gedomineerd door slenken (de valleien tussen geologische breuken) en diepe scheuren. De plek vormt een breekpunt, waar de Mid-Atlantische Rug de Noordelijke IJszee ingaat. Ongeveer 12 kilometer oostwaarts van het Mánárbakki Museum is een uitkijkpunt met borden die informatie geven over de tektonische activiteit in het gebied.

3. PAPEGAAIDUIKERS

Een van Averbucks favoriete plekken is Grímsey, het bekendste eiland langs de Arctic Coast Way: “Ook Grímsey is een totaal desolaat oord. Bovendien ligt het, als enige plek op IJsland, op de Noordpoolcirkel. Alleen al het besef dat je de poolcirkel kruist, is een bijzondere ervaring.”

Het eiland is maar 5 vierkante kilometer groot en voornamelijk bewoond door vogels; voor ieder mens zo’n 10.000 vogels. Je kunt er naar hartenlust papegaaiduikers, Noordse sternen en duizenden andere zeevogelsoorten bekijken. Grímsey ligt op 40 kilometer van de kust en is te bereiken per boot of met het vliegtuig.

4. WALVISSEN SPOTTEN

Dé plek om walvissen te zien in IJsland is Húsavík. Het stadje is de oudste nederzetting van het land en heeft behalve walvissen ook een gezellig centrum met uitzicht op de bergtoppen aan de overkant van de baai. Wie van warmwaterbaden houdt, kan terecht in de zoutwaterspa GeoSea, vlakbij de vuurtoren in het noordelijkste puntje van de stad. De zwembaden zijn gevuld met geothermisch zeewater. Wil je de lokale keuken verkennen, dan kun je terecht in Tungulending, een pension in een voormalige visfabriek met seizoensgebonden gerechten op het menu en zicht op zee.

Ook bij Eyjafjörður, de langste fjord van het land, kun je walvissen spotten. Eyjafjörður ligt bij Akureyri, de op een na grootste stad van IJsland. In de dorpjes rondom de fjord zijn verschillende plekken waar je vis kunt eten en een babbeltje slaan met de gastvrije locals.

5. ARCTIC HENGE

De stenen bogen van Arctic Henge, ten noorden van het dorp Raufarhöfn, zijn absoluut de moeite van een bezoek waard. De surrealistische bogen zien eruit alsof ze duizenden jaren geleden door woeste mannen in ijsberenvellen zijn gebouwd, ofwel zijn ze neergeplant door buitenaardse wezens.

De formaties vormen een enorme cirkel tot 7 meter hoogte, het rotslandschap en de zee geven de bouwsels een nog mystiekere uitstraling. En als je dan toch in Raufarhöfn bent, stop dan volgens Averbuck zeker bij Kaupfélagið Raufarhöfn, een café en galerie in één waar je van ontbijt tot diner terecht kan.

BEREIKBAARHEID

Vanuit Brussel zijn er verschillende vluchten naar Reykjavik, vandaar gaan er rechtstreeks vluchten naar Akureyri in het noorden. In Akureyri kun je een auto huren en je trip beginnen. Het wordt aanbevolen een 4x4 te huren voor de Arctic Coast Way. De infrastructuur langs de route is momenteel in orde en zal de komende jaren ongetwijfeld verbeteren.