Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Het is een beetje wrang om op deze manier gelijk te krijgen’: waarom Kim De Gelder nu toch wordt geïnterneerd

‘Het is een beetje wrang om op deze manier gelijk te krijgen’: waarom Kim De Gelder nu toch wordt geïnterneerd

Hij is dan toch gek. Schizofreen, ontoerekeningsvatbaar en nog steeds gevaarlijk. Tien jaar na het gruwelijke bloedbad in het kinderdagverblijf Fabeltjesland in Dendermonde wordt Kim De Gelder geïnterneerd op basis van een nieuw psychiatrisch onderzoek. ‘Iedereen weet dat dat indertijd al had moeten gebeuren,’ zeggen zijn advocaat Jaak Haentjens en zijn psychiater Karel Ringoet.

“Het is een beetje wrang om op deze manier gelijk te krijgen”, zegt psychiater Karel Ringoet, die op het assisenproces in 2013 al zei dat Kim De Gelder schizofreen was en geïnterneerd moest worden.

Ringoet: “Ik bezocht Kim De Gelder toen al een paar jaar in de gevangenis, en had hem zien afglijden. In 2010 zag hij er nog uit als de bleke jongen die we van de eerste foto’s kennen, maar een paar jaar later leek hij al een man van middelbare leeftijd. ‘Over een jaar of drie, vier zal hij totaal gedegenereerd zijn’, heb ik toen voorspeld in een interview. In feite was hij toen al dood. Die man zal nooit een sociaal of emotioneel leven kunnen hebben. Hij zal ook niet oud worden. De meeste schizofrenen worden niet veel ouder dan 40.”

Neuropsychiater Ringoet trad op als psychiater van de verdediging op het proces-De Gelder. “Men zei daarom dat hij niet objectief was, maar alles wat hij toen zei, is intussen waar gebleken”, zegt Jaak Haentjens. De Lokerse advocaat was tot tien jaar geleden relatief onbekend, maar de zaak-De Gelder bracht daar verandering in.

Haentjens: “De eerste maanden werd ik bestookt door de pers uit binnen- en buitenland. De mensen van ons kantoor wisten niet wat hen overkwam. BBC, CNN, ze stonden hier allemaal. De enige van wie ik nooit een interviewaanvraag heb gekregen was van Radio Vaticaan, en van de Primo(lachje)

Waarom wordt Kim De Gelder geïnterneerd?

Haentjens: “De voorbije jaren is de toestand van De Gelder zo verslechterd dat de gevangenisdirectie in maart 2017 zelf gevraagd heeft om hem te interneren, omdat ze geen blijf met hem wisten. Zonder toezicht en therapeutische behandeling was het gevaar volgens de gevangenisdirectie te groot dat hij opnieuw misdrijven zou plegen, van dezelfde categorie als destijds in Fabeltjesland. De rechtbank heeft vier onafhankelijke deskundigen aangesteld om een nieuw psychiatrisch onderzoek te doen. Die hebben hem over een periode van anderhalf jaar onderzocht en geobserveerd, en hun conclusie is unaniem: Kim De Gelder is schizofreen en ontoerekeningsvatbaar.”

Het is de directie van de gevangenis in Oudenaarde die begin 2017 de eerste stappen onderneemt, verontrust door het bizarre en vaak agressieve gedrag van De Gelder. De man verlaat bijna nooit zijn cel. Vaak ligt hij er uren plat op de grond, apathisch, of pratend tegen zichzelf. Dan weer loopt hij er achterwaartse rondjes, slaat hij wartaal uit, bonkt hij op zijn celdeur, verstopt hij zijn toilet met allerlei afval of schrijft hij op zijn voorhoofd en op zijn lichaam.

Als hij zijn medicatie niet neemt – antipsychotica – wordt hij agressief en onberekenbaar. Hij bedreigt zijn ouders met de dood, spuwt naar het gevangenispersoneel, haalt uit naar de directie. Hij beschrijft stemmen die er niet zijn, weigert soms te eten omdat hij overtuigd is dat cipiers hem proberen te vergiftigen. Douchen doet hij alleen onder dwang; wie zijn cel betreedt, moet enige weerzin overwinnen.

Haentjens: “Op het assisenproces zei men dat De Gelder komedie speelde, maar dat gedrag hou je geen tien jaar vol. De deskundigen zijn ook op dat punt heel duidelijk: De Gelder heeft zijn ziekte nooit geveinsd. Alles wijst er volgens hen op dat hij al van zijn vijftiende de eerste symptomen van schizofrenie vertoonde, en dat hij ook ten tijde van het onderzoek naar de babymoorden in Fabeltjesland al geestesziek en dus ontoerekeningsvatbaar was.”

Op 4 juni 2019 werd De Gelder op basis van een nieuw verslag door de Kamer ter Bescherming van de Maatschappij (KBM) geïnterneerd. Hij zal in een hoogbeveiligde psychiatrische instelling worden ondergebracht. Opvallend: niemand verzette zich. Terwijl in 2013 op het assisenproces een bikkelharde oorlog werd uitgevochten over de vraag of De Gelder toerekeningsvatbaar was of niet, trekt vandaag niemand het oordeel van de nieuwe deskundigen in twijfel. Zelfs het Openbaar Ministerie, destijds de grootste voorstander om De Gelder naar de gevangenis te sturen, keert zijn kar en vindt zijn internering nu plots beter.

Alsof iedereen stiekem al wel wist dat hij echt gek was.

Haentjens: “Alleen de hardliners gaan dat blijven ontkennen. In de jaren na het proces zijn heel veel advocaten van burgerlijke partijen komen zeggen dat ik eigenlijk gelijk had. ‘Dat hadden jullie beter op het proces gezegd’, antwoord ik dan. Maar dat konden ze niet, omdat hun cliënten – de slachtoffers – dat niet wilden. Ik heb alle begrip voor die mensen, die gekwetst zijn tot in het diepste van hun ziel. Als ik zelf ouder of grootouder was van een van de slachtoffers, weet ik niet hoe ik gereageerd zou hebben. Maar de haat en de rancune die als een nevel in de rechtszaal hing, maakte het onmogelijk om een rustig debat te voeren. Wie de mogelijkheid opperde dat De Gelder geestesziek was, werd bijna buiten gedragen. De greep van de slachtoffers op het proces was allesomvattend. Ik begrijp nog altijd niet waarom de gedachte dat Kim De Gelder misschien geen seriemoordenaar is, maar een geesteszieke, zo ondraaglijk voor hen was.”

Misschien vanwege het idee dat de man die hun leven heeft kapotgemaakt ook als een slachtoffer zou worden beschouwd. En de ultieme nachtmerrie: dat hij na verloop van tijd genezen verklaard zou worden en vrijkomen, ongestraft.

Haentjens: “Een geïnterneerde wandelt niet zomaar naar buiten. De feiten die hij heeft gepleegd zijn te gruwelijk, en het risico dat hij herbegint, is te groot. Men zal hem dus niet zomaar laten gaan.

“De Gelder is toerekeningsvatbaar verklaard op basis van een rapport van vijf psychiaters die door het parket waren aangesteld, onder leiding van Roger Deberdt. Het omschreef De Gelder als een seriemoordenaar met narcistische en antisociale trekken, die bovendien een geestesziekte veinsde om onder zijn straf uit te komen. Dat rapport was een aanfluiting van de objectiviteit. Het nieuwe verslag sterkt mij in die overtuiging. Voor mij is het het ultieme bewijs dat De Gelder destijds geen eerlijk proces heeft gekregen. Alleen durft niemand dat luidop te zeggen.”

In het interneringsvonnis staat nochtans duidelijk dat de rechtbank alleen kijkt naar de húídige geestesgesteldheid van Kim De Gelder. Ze doen geen uitspraak over het assisenproces in 2013.

Haentjens: “Dat is zo, en dat was ook de opdracht voor de deskundigen. Maar voor hun onderzoek baseren ze zich niet alleen op hun huidige observaties van De Gelder, maar op zijn hele medische voorgeschiedenis. Zijn bizarre gedrag in zijn jeugd, toen zijn ouders met hem de deuren van psychiaters platliepen, én zijn gedrag tijdens het onderzoek en de verhoren door de politie. Van veinzen is geen sprake, schrijven ze heel expliciet. Het wordt niet met zo veel woorden gezegd, maar eigenlijk is dit nieuwe rapport een serieuze terechtwijzing voor het oude rapport-Deberdt.”

Geen enkele van die vijf experts heeft gereageerd, behalve Hans Hellebuyck, die in januari bij de eerste berichten over de internering herhaalde dat De Gelder toerekeningsvatbaar is.

Haentjens: “Natuurlijk blijft die dat zeggen! Kent u één psychiatrisch expert die ooit zijn vergissing toegeeft? Ik niet.”

Wie kan mij verzekeren dat het nieuwe onderzoek objectiever is dan dat van het college-Deberdt?

Haentjens: “Het onderzoek van de deskundigen wordt bevestigd door de rapporten van de gevangenis, waar ze hem al jaren dag in dag uit kunnen observeren. Het is trouwens op basis van die rapporten dat de gevangenisdirectie het initiatief voor de internering heeft genomen.”

Ik zie dat de zaak u nog altijd even hard raakt als tien jaar geleden.

Haentjens: “Dat is toch normaal? Hoe kan ik me neerleggen bij zo’n onrechtvaardigheid? Ik ben natuurlijk blij dat De Gelder eindelijk een behandeling krijgt, maar die had hij al van in het begin moeten krijgen.”

Ringoet: “Waar ik me het meest aan erger, is dat men nu heel normaal over die internering doet. ‘Oh, is Kim De Gelder ziek? Dan moet hij inderdaad geholpen worden.’ Men stelt het voor alsof hij door zijn verblijf in de gevangenis ziek is geworden.”

Haentjens: “Dat is dus níét waar. Dat De Gelder er vandaag zo slecht aan toe is, zal wel te maken hebben met het ontbreken van een behandeling, maar hij is niet schizofreen geworden in de gevangenis. Hij was het al.”

Ringoet: “Dat mocht op het assisenproces niet gezegd worden. Hij moest en zou een monster zijn.”

Haentjens: “Ik zal open kaart met u spelen: ik heb onmiddellijk onderzocht of ik met dit nieuwe verslag een herziening van zijn proces kon krijgen en zijn veroordeling tot levenslang ongedaan kon laten maken. Zo’n herziening is volgens de wet mogelijk als je kunt aantonen dat je veroordeling is gebaseerd op een getuigenis die achteraf gelogen blijkt. Ik heb alle mogelijkheden uitgevlooid, maar tot mijn zeer grote spijt moet ik toegeven dat het niet kan. Juridisch gezien heb ik geen poot om op te staan. Zelfs als ik een klacht zou indienen tegen de psychiaters wegens meineed, dan is het al verjaard. Dus heb ik die plannen opgeborgen. Maar als het kon, deed ik het direct.”

Hoe gaat het vandaag met Kim De Gelder? Hoe ziet hij er tegenwoordig uit?

Haentjens: “Hij ziet er niet meer uit zoals op de beelden die je onlangs op televisie zag, met baard en golvend haar. De laatste keer dat ik hem zag, had hij geen baard meer, en nu zijn haar geknipt is, zie je dat hij licht kalend is. Hij is 31, maar ziet er ouder uit. Hij is ook zwaarder geworden – dat kan ook niet anders, als je nooit beweegt.”

Zijn ouders zeiden onlangs in een interview dat hij mentaal op een zesjarige lijkt. Hij kijkt alleen nog naar Ketnet en praat over snoepjes.

Haentjens: “(knikt) Ik heb enorm veel respect voor die mensen. Ze gaan hun zoon nog elke week bezoeken. Soms zegt hij een uur lang niets, staart voor zich uit of zit in zijn eentje te lachen. Het is vaak onmogelijk om tot hem door te dringen of contact te krijgen. De ouders berusten in hun lot, maar zijn tevreden dat hun zoon nu eindelijk een behandeling gaat krijgen.”

Praat hij nog over de feiten?

Haentjens: “Nauwelijks. Hij begint er soms wel over, tot je wat lastige vragen begint te stellen. Na het proces is hij een tijdje geobsedeerd geweest over de manier waarop hij de crèche was binnengegaan. ‘Wat ze daar in het hof van assisen over hebben gezegd, klopt niet.’ Hij wilde dat absoluut aantonen en ik moest een plannetje van het kinderdagverblijf meebrengen. ‘Wat heeft dat nu voor zin, Kim?’ vroeg ik hem. ‘Of je nu door de voor- of de achterdeur bent binnengegaan, daar gaat het toch niet om?’ Daar hield hij zich dus mee bezig.

“Ik zie hem om de twee maanden, bij elke hoorzitting die over zijn gevangenisregime gaat, en het is altijd zoeken naar een gespreksonderwerp. Ik weet dat hij de actualiteit nog een beetje volgt, en dus probeer ik daarover een thema aan te snijden. Maar veel verder dan ‘ik heb het ook gezien’ kom ik niet. Toen een Duitse piloot in 2015 een vliegtuig met 150 passagiers in de Alpen heeft doen crashen, was hij blijkbaar wel gefascineerd. Hij zei tegen zijn ouders dat hij die piloot een lafaard vond. ‘Want als hij in de plaats van die piloot was geweest, dan had hij de passagiers met een mes gedood.’ Pure waanzin!”

Denkt hij ooit aan de slachtoffers?

Haentjens: “Nooit. Tot 2016 liep het burgerlijke proces, waarin de schadevergoeding voor de slachtoffers werd bepaald. Ik hield hem daar telkens van op de hoogte, maar denk je dat hij ooit gevraagd heeft hoe het met die mensen ging? Dat interesseerde hem niet. Ik praat met hem over een baby van zes maanden die hij heeft gedood. ‘Kim, besef je dat wel?’ Ik heb nooit een traan of emotie bij hem gezien. De man heeft geen schuldinzicht, geen empathie en geen gevoelens. Ik heb het ook op het proces gezegd: (slaat op tafel) ‘In deze houten tafel zit meer gevoel dan in Kim De Gelder.’”

Dan denk je toch onmiddellijk aan een psychopaat?

Haentjens: “Dat is waar. De openbaar aanklager noemde hem op het proces een koelbloedige psychopaat, en volgens het verslag-Deberdt heeft hij antisociale trekken. Maar hij is geen psychopaat, blijkt uit een internationaal erkende psychopatentest van Robert Hare. Hij scoort 5 op 40 op die test, terwijl er pas sprake is van psychopathie als je 30 op 40 scoort. Zijn agressieve gedrag komt voort uit zijn schizofrenie, zeggen de nieuwe deskundigen.”

‘Advocaat Jaak ­Haen­tjens: ‘Ik heb enorm veel respect voor de ouders van Kim De Gelder. Ze gaan hun zoon nog elke week bezoeken, ook al zegt hij soms een uur lang niets.’ Foto: ­Haen­tjens (links) en vader Nic De Gelder.

Maar hij is wel gevaarlijk.

Haentjens: “(knikt) Ziek, maar gevaarlijk. Hadden ze hem na Fabeltjesland niet gepakt, dan had hij ongetwijfeld nog gemoord. En als hij vandaag vrijkomt, is het zo goed als zeker dat hij herbegint. Hij mag nooit meer vrijkomen, daar is iedereen het over eens, ook zijn ouders.”

Ringoet: “Het is een wonder dat hij maar vier moorden heeft gepleegd. Een week voor Fabeltjesland heeft hij een boerin in Vrasene vermoord, Elza Van Raemdonck. Die woonde in de Galgstraat. Volgens hem was het een straat waar slechte mensen woonden. De duivel huisde daar, en de bewoners straalden negatieve energie uit. Het was zijn bedoeling om van deur tot deur te gaan en de hele straat uit te moorden, plus de bewoners van de belendende straat. Bij het eerste huis had hij pech, die mensen waren niet thuis. Elza Van Raemdonck had minder geluk. Hij heeft aangebeld, vermomd als inspecteur van de watermaatschappij, en zodra hij binnen was, heeft hij ze neergestoken. Zeventien messteken. Hij heeft zijn mes schoongemaakt en is naar buiten gegaan. Toevallig zag hij in de verte twee politiecombi’s rijden. Hij dacht dat de politie al op de hoogte was van de moord – wat natuurlijk niet kon – en is op de vlucht geslagen.

“Hij heeft me dat in detail uit de doeken gedaan. Ik ben ook eens ter plaatse gaan kijken, en de keer daarop ondervroeg hij me. Hoeveel huizen waren er? Waar stonden die precies? Hij wilde controleren of ik er wel geweest was. Hij nam dat heel serieus. Als hij toen die politiecombi’s niet had gezien, had hij de hele straat proberen uit te moorden. Wellicht was hij dan al eerder gepakt door de politie, en dan was het drama in Fabeltjesland niet gebeurd.”

Haentjens: “Die avond is hij doodleuk naar een optreden van een komiek gaan kijken. Hoe ziek moet je zijn om dat normaal te vinden?”

Het blijft toch vreemd dat hij alles zo kon plannen en beredeneren.

Ringoet: “Schizofrenen kúnnen planmatig te werk gaan. Ik heb in mijn loopbaan enkele honderden schizofrenen behandeld, en sommigen kunnen met medicatie normaal functioneren in de maatschappij. Ze zijn ook niet allemaal agressief en gevaarlijk, maar hun beeld van de realiteit is verstoord. Het is alsof je in een ander zonnestelsel zit, beschreef een patiënt me ooit. Binnen het kader van die verstoorde realiteit kunnen ze wel redeneren en doelgericht te werk gaan. De zin in de waanzin, noem ik het.”

Haentjens: “Kim De Gelder zat op een bepaald ogenblik met de krankzinnige gedachte dat hij moest doden. Om dat te doen heeft hij inderdaad planmatig gewerkt. Hij had badges van de watermaatschappij nagemaakt, en voor de raid op Fabeltjesland had hij een bril gekocht, zijn haar ros geverfd en een vlek op zijn wang getekend. Hij heeft wel nagedacht over hóé hij moest doden, maar heeft zich nooit de vraag gesteld óf hij dat wel moest doen. Voor hem was het een dwanggedachte. Maar zo minutieus had hij zich nu ook weer niet voorbereid, want toen hij de crèche uitvluchtte werd zijn signalement onmiddellijk rondgestuurd en was hij dus héél herkenbaar, met dat rosse haar, die rugzak en die bril.”

Hoe verging het De Gelder na het assisenproces?

Haentjens: “Na het proces in 2013 is hij eerst teruggekeerd naar de gevangenis van Oudenaarde. Hij kwam voor het proces al nauwelijks zijn cel uit, en nadien nog minder. Hij keek alleen tv en speelde spelletjes. Hij lachte tegen zijn boterhammen en praatte met zijn stoelgang, net zoals voordien. Men moest hem naar de douche duwen. Niemand kreeg contact met hem.

“Omdat ze in Oudenaarde geen blijf met hem wisten, stuurden ze hem naar de ziekenboeg in Brugge. Na zes, zeven maanden keerde hij terug naar Oudenaarde. Die eerste nacht heeft hij tot ’s morgens liggen huilen als een wolf. Hij kreeg een tuchtsanctie en vloog de isoleercel in. Ik kan u zeggen: er is geen hond in Vlaanderen die een slechter hok heeft. Het is een betonnen ruimte met vier blinde muren, een stenen koker eigenlijk. In één hoek ligt een matras uit mousse met een paardendeken, in de andere hoek staat een toilet. Om het toilet door te spoelen, moet je een cipier bellen. Boven in de muur is één klein raam waar wat licht binnenvalt, maar je zit een hele dag in het halfduister. Er is geen klok, geen afleiding, niets.”

Ringoet: “Het deed me denken aan de kelder van de graaf van Monte-Cristo. De gevangenisdirecteur zei me dat de meest weerbarstige gedetineerde er kraakte. ‘Steek hem er drie dagen in en hij kruipt op zijn knieën rond en smeekt om er uit te mogen.’ Kim De Gelder niet. Die vroeg me of hij daar niet kon blijven. ‘Ik voel mij hier rustig,’ zei hij.”

Haentjens: “Hij heeft er twee keer gezeten. Eén keer voor het proces, en één keer erna, toen hij de gevangenis had wakker gehouden met zijn gehuil. Ik ben toen gaan pleiten bij de directie om hem daar uit te halen. Een tuchtsanctie heeft op hem geen enkel effect. Nog dezelfde dag hebben ze hem teruggestuurd naar zijn gewone cel. Dat was een jaar na zijn proces. Toen al begon men in Oudenaarde in te zien dat ze niets met die jongen konden aanvangen.”

Ringoet: “Het probleem was dat hij zijn medicijnen niet wilde nemen. Als hij een tijdje zijn medicijnen niet nam, werd hij agressief. Hij heeft ooit een stuk uit de arm van een cipier gebeten. Hij zei dat het hem smaakte.”

Haentjens: “Ze hebben hem de medicatie ook gedwongen toegediend, met inspuitingen. Dan verbeterde de toestand een beetje, maar nog werd hij psychotisch. Vanaf half 2016 is het echt bergaf gegaan, toen hij al een tijd halsstarrig weigerde om zijn medicatie te nemen. Er zijn toen enkele agressie-incidenten geweest.”

Blijkbaar vroeg hij de gevangenisaalmoezenier wat die zou doen als hij met een mes voor hem stond.

Haentjens: “(zucht) Dat was na de mis. Hij zit in het strengst beveiligde gevangenisregime, maar ik drong in de raadkamer altijd aan op activiteiten voor hem. Op een bepaald moment beslist men dat hij naar de eucharistieviering mag gaan. Een paar weken gaat dat goed, hij geraakt zelfs zo ver dat hij nadien mag helpen opruimen. En dan gaat hij naar de aalmoezenier en vraagt: ‘Hoe zou u reageren als ik met een groot mes voor u stond?’ Die aalmoezenier maakt daar natuurlijk een rapport van op en het is direct gedaan met de mis. (windt zich op) Hij snapt dus niet dat dat geen passende vraag is. Achteraf zei hij dat hij alleen maar wilde weten hoe de slachtoffers zich hadden gevoeld. Dat zijn allemaal kronkels waar niemand aan uit kan. En zo wordt hij alsmaar geïsoleerder.

“Eind 2016 sprak de gevangenisdirecteur van Oudenaarde me er de eerste keer over aan: ‘Het kan zo niet verder, de toestand is onhoudbaar, ik ga de internering vragen bij de KBM.’ Sinds 2016 is dat mogelijk door de nieuwe interneringswet.”

In januari 2017 moest een hoorzitting onderbroken worden omdat het niet mogelijk was met hem te spreken, zegt de KBM in haar vonnis.

Haentjens: “Ik ging altijd naar die hoorzittingen met een gevoel van machteloosheid. Ik probeerde altijd activiteiten voor te stellen om hem uit zijn isolement te halen, maar hij wilde dat zelf niet. Op die ene zitting is hij heel boos geworden. Dan begint hij altijd familiair te doen: ‘Jaak, ik ben hier weg. Gaat gij mee of blijft ge hier zitten?’ Hij is uiteindelijk wel blijven zitten, maar het voorval was tekenend.”

In oktober 2018 raakte hij weer in een (pre)psychose, en sprak hij met zijn ouders over moorden.

Haentjens: “In de gevangenis vreesde men niet alleen voor zijn eigen veiligheid, maar ook voor die van de andere gedetineerden en het personeel. Hij was ook angstig en had last van slapeloosheid. De experts schrijven in hun verslag dat hij stemmen hoort, en gefluister dat hem bang maakt. Hij verstopt zich dan onder zijn dekens of begint te bidden. Maar als zo’n stem hem opnieuw beveelt om te doden, bestaat het gevaar dat hij nieuwe misdrijven pleegt.”

Op het assisenproces twijfelde men eraan of hij die stemmen wel echt hoorde. Soms zei hij zélf dat hij de psychiaters maar wat wijsmaakte.

Haentjens: “Dat spelletje heeft hij ook met de nieuwe deskundigen gespeeld. Tijdens het eerste gesprek zei hij dat hij stemmen hoorde, in het tweede gesprek ontkende hij dat en zei dat hij daarover gelogen had, en de derde keer erkende hij dat het toch waar was. Hij zei dat hij dat deed omdat hij niet geïnterneerd wil worden. In de gevangenis hoorde hij dat de gedetineerden de geïnterneerden beschouwen als gekken, en daar wilde hij zich niet mee vereenzelvigen. Hij was ook bang dat ze hem levenslang gaan ‘platspuiten’. Daarom zei hij ook op het proces dat hij niet ziek was en werkte hij me zo hard tegen. Hij heeft geen ziekte-inzicht, en ziet dus ook het nut van een behandeling niet in.”

Het assisenproces had dikwijls iets weg van een oorlog tussen psychiaters.

Haentjens: “De psychiatrie heeft er een onverkwikkelijke rol gespeeld. Het is geen exacte wetenschap, dat is het drama. Er waren de vijf psychiaters van het college-Deberdt, aangesteld door het parket, die zeiden dat hij toerekeningsvatbaar was. Aan de andere kant – de onze – stonden twee psychiaters, twee psychologen én de gevangenispsychiater die zeiden dat De Gelder zwaar geestesziek was en niet toerekeningsvatbaar. Vijf tegen vijf.

“Die moeilijke discussie, waar psychiaters en psychologen al niet uitraakten, moest worden beoordeeld door twaalf mensen voor wie de enige vereiste is dat ze kunnen lezen en schrijven. De jury was samengesteld uit één ambtenaar, vier bedienden, vijf arbeiders… Niets tegen die mensen, maar ik ben er zeker van dat ze niet alles begrepen hebben. Ik moet toegeven dat de psychiaters van het college-Deberdt hun rapport beter hebben gepresenteerd, met een heldere uitleg en een powerpointpresentatie. Onze deskundigen hebben het soms te ingewikkeld gemaakt. En de jury heeft gekozen voor de vijf andere, na vier uur beraadslaging. Dat wil toch zeggen dat er ook daar mensen waren die twijfelden.”

Dat is het principe van assisen. Dat maakt het nog geen oneerlijk proces.

Haentjens: “Het proces an sich is wel eerlijk verlopen in die zin dat we ons hebben kunnen verdedigen. We hebben ook tegenexperts kunnen oproepen. Maar het rapport-Deberdt, dat aan de basis lag van zijn veroordeling, is niet op een eerlijke manier tot stand gekomen. Dat is mijn punt.

“Deberdt was er meteen van overtuigd dat hij met een simulant te maken had. Een sarcastische, meedogenloze moordenaar. Er zit een brief van hem in het dossier, die dateert van drie weken nadat hij is aangesteld als gerechtspsychiater, samen met twee collega’s. Buiten hun medeweten schrijft Deberdt aan de onderzoeksrechter dat De Gelder een manipulator en een leugenaar is. Drie weken na zijn aanstelling! Als je met zo’n instelling je onderzoek start, kun je onmogelijk objectief oordelen. Dan moet je je terugtrekken.”

Ringoet: “Ik ken Deberdt goed, hij was er echt van overtuigd dat De Gelder toerekeningsvatbaar was. De man kent zijn vak, maar hij is ook onwrikbaar. Eenmaal hij zich een beeld heeft gevormd, wijkt hij daar niet meer van af. Hij was aanwezig bij het eerste verhoor, waar De Gelder urenlang onbeweeglijk voor de ondervragers zat. Toen die de kamer even verlieten en hij dacht dat niemand keek, heeft hij zich uitgerekt om zijn gewrichten los te maken. Het is op basis daarvan dat Deberdt alles later in een gekleurd licht zag. De Gelder heeft natuurlijk heel veel spelletjes gespeeld en gemanipuleerd. Als een ongeleid projectiel heeft hij verklaringen in alle richtingen afgelegd, tot in het absurde. Het feit dát hij veinsde, en dat ook toegaf, maakt deel uit van zijn ziekte.”

Haentjens: “De andere psychiaters van het college hebben zich bij de mening van Deberdt aangesloten. Ze hebben een verslag vol bochtenwerk afgeleverd, gestuurd door vooringenomenheid en maatschappelijke druk. Ze omschreven De Gelder als een ‘schizotypische persoonlijkheid’. Nét niet schizofreen, nét niet psychotisch.”

Psychiater Karel Ringoet: ‘De Gelder vermoordde Elza van ­Raemdonck in haar woning. Het was zijn bedoeling om de hele straat uit te moorden, omdat de duivel er volgens hem huisde.’

Eén van hen, professor Cosyns, twijfelde.

Haentjens: “Maar op het proces heeft hij zich toch bij zijn collega’s aangesloten.”

Zegt u nu dat die psychiaters de waarheid bewust verdraaid hebben?

Haentjens: “Dat is te sterk uitgedrukt. Ze hebben de waarheid niet onder ogen wíllen zien. Achteraf heb ik begrepen waarom Deberdt zo aan die toerekeningsvatbaarheid vasthield. In een interview vertelde hij dat serie- en massamoordenaars nooit ontoerekeningsvatbaar mogen worden verklaard. Dat is als vloeken in de kerk, vond hij, omdat veelvuldig moorden een zekere planning vereist. Maar dat is juist de crux: je hoeft niet geestelijk gezond te zijn om coherent te kunnen handelen.

“Een paar keer heb ik gedacht dat het proces nog kon kantelen, onder meer toen de hersenscans van De Gelder werden getoond. Daarop is duidelijk te zien dat een deel van de hersenen afgestorven is, omdat er geen doorbloeding is. Je kon op basis van die hersenscan geen precieze diagnose stellen, maar je kon ze wel vergelijken met andere hersenscans: die van De Gelder vertoonde het meest gelijkenissen met die van een zeventigjarige dementerende vrouw, en een twintigjarige jongeman die na een zwaar verkeersongeval een hersentrauma had opgelopen. Die hersenscans hebben op veel mensen indruk gemaakt. Als ik het proces kon overdoen, zou ik daar meer de nadruk op leggen.

“Na het proces heb ik ontelbare reacties gehad uit de academische wereld en van psychiaters die zich distantieerden van wat Deberdt en zijn kornuiten daar vertelden. Op een congres ontmoette ik Dirk De Wachter. Die zei me dat hij een beetje beschaamd was dat hij psychiater was.”

Je kunt je afvragen wat zo’n psychiatrische expertise eigenlijk waard is. Heeft justitie iets geleerd uit de zaak-De Gelder?

Haentjens: “Nee. De expertises gebeuren nog altijd op dezelfde manier, door onderbetaalde gerechtspsychiaters, die te weinig tijd hebben en bijna carte blanche krijgen qua onderzoeksmethodiek.

“Hoe lang praat men al over een observatiecentrum waar je moeilijke gevallen als De Gelder de klok rond kunt observeren? Het wordt al jaren aangekondigd, maar het is er nog altijd niet. In Nederland bestaat zo’n centrum al lang, en hun expertises maken veel minder controverse los. Je kunt een persoon er weken of maanden intensief observeren, wat toelaat een analyse te maken die veel meer aansluit bij de waarheid. Het spreekt voor zich dat dat beter is dan enkele gesprekken met een psychiater.

“Zo’n observatiecentrum zou ook nuttig zijn om het risico op recidive in te schatten bij veroordeelden. Neem nu die moordenaar van Julie Van Espen. Die man is in 2004 veroordeeld voor een gewelddadige verkrachting, zit zijn volledige straf uit, en doet het daarna opnieuw, in 2014. Hij was vrij in afwachting van zijn beroep, maar als men die man tijdens zijn detentie langduriger had geobserveerd, dan zou men het recidivegevaar beter hebben kunnen voorspellen.”

Wat vindt Kim De Gelder er eigenlijk zelf van dat hij nu geïnterneerd wordt?

Haentjens: “Hij was niet blij of boos. In feite kwam er geen reactie. Die had ik ook niet echt verwacht. Niemand weet precies wat zich in het hoofd van die man afspeelt.”

© Humo