Direct naar artikelinhoud
MH17

5 jaar na MH17: deze zussen vinden het tijd voor een positief verhaal

Sandra (l) en Mirjam Ploeg verloren hun ouders, broer en pleegbroer tijdens de ramp met de MH17.Beeld Linelle Deunk

Verdrietige verhalen genoeg over ‘de nabestaanden’ van MH17. Maar dé nabestaande bestaat niet, zeggen Mirjam en Sandra Ploeg. Ze verloren hun ouders, broer en pleegbroer en vinden het tijd voor een positief verhaal.

“Jullie zijn koelbloedig”, “jullie moeten naar een psycholoog”, “jullie kunnen je verdriet niet uiten”. Het waren zomaar wat reacties die Mirjam en Sandra Ploeg kregen naar aanleiding van de documentaire MH17: Het verdriet van Nederland. De reden: ze waren er lachend in te zien. Terwijl ze een jaar daarvoor hun beide ouders, broer en pleegbroer waren verloren tijdens de ramp. Natuurlijk was die periode verdrietig, zeggen de zussen nu, maar het was niet alleen maar verdrietig. Voor die nuance is te weinig oog, vinden ze.

Op de tafel in het ouderlijk huis in Maarssen staan twee puntjes rijstevlaai, Sandra is jarig. Ze is 23 geworden. “Het komt nu zeker allemaal terug hè?” vragen mensen vaak tijdens dit soort mijlpalen. Zo’n cliché, lacht Sandra. “Het is niet alsof ik een jaar lang niet aan mijn moeder heb gedacht en nu ineens denk; oh ja kut, mijn moeder.” Nog zo’n clichévraag, voegt Mirjam toe: “Hoe gááát het nou met jullie?” Met zo’n intonatie van: het zal wel niet goed gaan. En als je dan wél positief reageert, zeggen ze alsnog: als je maar weet dat ik er voor je ben. Alsof ze gewoon niet geloven dat het goed met je kan gaan.”

De afgelopen jaren stonden de media bol van verhalen over ‘de nabestaanden’ van MH17. Ze werden over één kam geschoren, zeggen de zussen. De nabestaanden zijn verdrietig, de nabestaanden zijn boos, de nabestaanden geloven niet in een eerlijke rechtsgang. “Maar je hoort nooit; de nabestaanden zijn dankbaar dat er zoveel moeite is gedaan voor de opsporing”, zegt Sandra. “Het zijn altijd dezelfde mensen en dezelfde verhalen.” Dat moet diverser, vinden ze. Want dé nabestaande bestaat niet.

‘Meisjes van MH17’

Oom Piet belde, die zeventiende juli 2014. Dat deed hij anders nooit. Mirjam en Sandra zaten in de auto om een Marktplaats-kastje op te halen in Zutphen. Mirjam zou de volgende dag naar Rhenen verhuizen. Vader Alex, moeder Edith, broer Robert en pleegbroer Robin waren die middag aan boord gestapt van vlucht MH17 van Amsterdam naar Kuala Lumpur. De zussen waren een uur onderweg toen de moeder van Robin een smsje stuurde: er was een vliegtuig neergestort. Gewoon een bezorgde moeder, dachten ze nog. Pas toen oom Piet belde, drong het door: dit is serieus. We hebben geen ouders meer. Het kastje hebben ze nog wel even opgehaald. Ze waren al zo dichtbij.

Het meubel heeft het nieuwe huis van Mirjam nooit gehaald. Ze trok nog diezelfde dag in bij Sandra in het ouderlijk huis. Hun matrasjes legden ze in de huiskamer, omdat ze niet apart noch in hun ouders bed wilden slapen. De eettafel werd hun ‘kantoortje’, waar ze de verzekeringen, rekeningen en abonnementen opzegden. Van twee jonge meiden, net 18 en 23, werden ze huiseigenaren, en zelfs nog even directeurs van de twee bedrijven van hun ouders – om ze te kunnen liquideren. In Maarssen stonden ze ineens bekend als ‘die meisjes van de MH17'.

Afhaalmaaltijden

Sandra herinnert zich nog hoe ze na de ramp voor het eerst boodschappen gingen doen. “Voor mijn gevoel stond iedereen stil toen we met zonnebrillen op de supermarkt binnenkwamen. Ik voelde me zo bekeken. We wilden ook geen ongezonde afhaalmaaltijden halen omdat ze dan zouden denken dat we verslonsden.”

Al die belangstelling was soms wel vervelend. Volslagen vreemden wisten hoe ze hun familie waren verloren en eigenden zich soms het verdriet toe. Sandra: “Een godsdienstdocent vroeg me hoe het ging. Ik zei ‘goed’, toen zei hij: wacht maar, je gaat die verwerking nog wel krijgen.” Mirjam knikt: “Ze zeiden steeds: die klap komt nog wel. Pas na anderhalf jaar dacht ik: ik denk niet meer dat die gaat komen.”

Voor de zussen is het verdriet nooit gepaard gegaan met dramatische huilbuien of schreeuwpartijen. Het was er ineens en het is deel van hen geworden. Op sommige momenten steekt het onverwacht scherp de kop op. Op Moeder- of Vaderdag bijvoorbeeld. Mirjam: “Dan hoor je al weken voor Moederdag de reclames op tv: koop nu iets voor je moeder, ga iets leuks doen met je moeder, trakteer je moeder.” Sandra: “Een halfjaar geleden ging mijn relatie uit, toen dacht ik: nu zal ik nooit meer een vriend hebben die mijn ouders heeft ontmoet.”

Zonder vangnet

Een jaar na het ongeluk stapte Sandra binnen bij een makelaar. Ze wilde weg uit het huis van haar ouders. Een ‘normaal’ studentenleven leiden in Utrecht. “Ik zei: ik zal maar eerlijk zijn, ik ben 18 en ik heb geen idee wat ik doe.” Een jaar daarvoor was ze nog heel trots dat ze zelfstandig een reis naar Albufeira had geboekt, nu kocht ze helemaal alleen een huis. Mirjam bleef in Maarssen wonen, maar verving wel het hele interieur. De ‘groeistreepjesmuur’ naast de kast liet ze intact, in potlood is nog te zien hoe broer Robert op zijn 21ste verjaardag het record van 1 meter 96 brak.

We zijn volwassen geworden zonder vangnet, zegt Sandra. En dat is soms echt wel lastig. Zo krijgt ze nog weleens opmerkingen over haar oven die op een hoogst onhandige plek in het aanrecht zit. “Dan zeg ik: heb jij weleens een keuken gekocht toen je achttien was?” Mirjam: “Ik had rioleringsproblemen, normaal ga je dan naar je ouders voor advies. Ik ga naar Google.”

Maar er waren de afgelopen vijf jaar ook hele mooie momenten. De postbode die vijf minuten lang bezig was om alle kaarten in hun brievenbus te proppen. Een buurvrouw die aanbelde met een schaal lasagne. De ooms en tantes die zich over hen ontfermden. De opa die tijdens MH17 op sterven lag, maar gek genoeg nog steeds leeft. De zussen zouden dat soort verhalen van nabestaanden graag bundelen in een boek of documentaire. Om een positieve draai te geven aan iets dat zo verdrietig was, en soms nog steeds is.