Auto-industrie begint te sputteren: Nissan schrapt 12.000 banen

In mei maakte Nissan al bekend dat het 4.800 banen zou schrappen, nu melden Japanse media en het persbureau Reuters, steunend op verklaringen van ingewijden, dat nog eens 5.200 banen extra zullen sneuvelen. Samen dus 12.000 banen, ruim 7 procent van het personeelsbestand van de Japanse automaker. 

Een officiële reactie van Nissan kwam er nog niet, maar het nieuws wordt mogelijk op donderdag officieel bekendgemaakt, samen met de kwartaalresultaten.

Het financieel persbureau Nikkei berichtte onlangs dat de operationele winst van Nissan met 90 procent geslonken zou zijn, een bericht waarvan het bedrijf stelt dat het “in grote lijnen klopt”. Daarbovenop was er het fraudeschandaal met ex-topman Carlos Ghosn. 

Het is duidelijk dat Nissan in zwaar weer zit. Een reorganisatie moet nu soelaas bieden.

Indrukwekkend lijstje

Nissan, dat samen met Renault en Mitsubishi een alliantie vormt, is allesbehalve de enige speler die in een sukkelstraatje lijkt beland. Eind vorig jaar kondigde General Motors aan dat het 14.000 zou schrappen.

Dit jaar werd het lijstje in een verbijsterend tempo groter: Ford (12.000), Jaguar Land Rover (4.500), Daimler (10.000), Honda (3.500), Fiat (1.500) en zelfs Tesla (3.000) passeerden de revue. Er zijn ook de ‘minder specifieke’ signalen. Zo liet de CEO van Audi in februari in de Duitse zakenkrant Handelsblatt weten dat het management 10 procent slanker moet.

Vooral de Duitse autosector doet het al drie kwartalen slecht en weet zich niet te herstellen. BMW en Daimler stuurden al winstwaarschuwingen uit en gingen plotseling twijfelen over grootse uitbreidingsplannen in Hongarije. Zelfs het uitzendbureau Randstad mengde zich deze week in de discussie: de lagere vraag naar uitzendkrachten vanuit de Duitse auto-industrie begint te nijpen.

Vanwaar die plotse malaise? Een eenduidig antwoord is er niet: de auto-industrie kampt met een heel gamma aan problemen. Zo zijn er de wereldwijde handelsconflicten, vooral tussen de VS en China. Die importheffingen, op zowel voertuigen als onderdelen zoals staal en aluminium, hebben een duidelijke impact. De vrees blijft ook in Europa bestaan dat Trump alsnog importheffingen invoert. 

Chinese markt

Verder veroorzaakt de brexit onzekerheid: volgens de Britse Vereniging van Motorfabrieken en - Handel (SMMT) werd in 2018 zo’n 660 miljoen euro geïnvesteerd in de Britse auto-industrie, de helft van het jaar ervoor.

In 2018 liep de autoverkoop wereldwijd lichtjes terug, voornamelijk omdat de belangrijke Chinese markt voor het eerst in decennia serieus slabakt. 

Een trend die volgens het Duitse Center for Automotive Research (CAR) fors zal doorzetten dit jaar. Volgens zijn prognose zal de globale autoverkoop met 4 miljoen exemplaren teruglopen, waarbij de impact van de nakende brexit en de Europese importheffingen niet eens werden meegerekend.

Elektrische voertuigen

Het grootste probleem blijft natuurlijk dat er te veel productielijnen zijn voor auto’s die de wereld niet meer wil of accepteert. Europese autobouwers zullen vanaf 2021 forse boetes moeten betalen als modellen de Europese CO₂-uitstootdoelen niet halen, en de ooit zo populaire diesels zijn sowieso minder in trek.

De huidige omschakeling naar elektrische voertuigen brengt torenhoge investeringen met zich – alleen al de Volkswagen-groep raamt het kostenplaatje op 11 miljard euro tussen nu en 2023 –, die de sector bovendien minder arbeidsintensief maken. 

Elektrische wagens vergen minder onderdelen en dus minder werknemers. Het Duitse Daimler heeft het zelfs over 80 à 90 procent minder banen langs de assemblagelijnen. Wie weet dat daar in Europa zo’n 2,5 miljoen arbeiders staan, beseft meteen dat de plannen van Nissan nog maar het begin kunnen zijn.