Direct naar artikelinhoud
Brexit

Harde brexitkoers rijt in Noord-Ierland oude wonden open: naar nieuwe grens of hereniging?

Iers premier Leo Varadkar hint op een Ierse hereniging.Beeld AFP

De ramkoers tussen de Ierse en Britse regering over de toekomst van Noord-Ierland én de gedeelde grens na de brexit zetten druk op het Goede Vrijdag-vredesakkoord van 1998. Een mislukte aanslag tegen agenten in Craigavon onderlijnt het blijvende risico op geweld. Wat is de inzet?

Welke Ierse en Britse uitspraken verhogen de spanningen in Noord-Ierland?

De Ierse premier Leo Varadkar sluit niet uit dat “de hereniging van de Ierse Republiek met Noord-Ierland” een reëel debat wordt als het op 31 oktober tot een harde brexit komt, zonder akkoord. “Als de Britten Noord-Ierland uit de EU halen tégen de wensen van een Noord-Ierse meerderheid, hun Europees burgerschap ontnemen en het Goede Vrijdag-akkoord ondermijnen, dan zal deze vraag zich stellen – of we daar van houden of niet”, waarschuwde Varadkar.

Het Goede Vrijdag-akkoord is de vredesregeling die in 1998 een einde maakte aan dertig jaar sectair conflict dat 3.900 doden eiste aan beide zijden, de zogeheten Troubles. Het bepaalt, onder meer, dat er geen grenscontroles zijn tussen Noord-Ierland en de Ierse republiek.

De Britse premier Boris Johnson gooide van zijn kant olie op het vuur door zaterdag de backstop-regeling ‘ondemocratisch’ te noemen. Deze garantie dat de 500 kilometer lange grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek open blijft, moet volgens Johnson volledig geschrapt worden in het scheidingsakkoord - dat zijn voorgangster Theresa May onderhandelde met de EU voor een geordende brexit.

Zo niet, dreigde hij, volgt eind oktober een harde brexit. Zijn kabinetslid Michael Gove werd bevoegd om dat te organiseren. Checkpoints tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek zijn dan onvermijdelijk, omdat bij een harde brexit voor het VK importheffingen van de Wereldhandelsorganisatie van kracht worden. De vrees bestaat dat radicale Iers-republikeinse organisaties zich daar met geweld tegen zullen verzetten, omdat een harde grens hun herenigingsstreven dwarsboomt.

Iers premier Varadkar kreeg na zijn herenigingsuitspraak prompt steun van Sinn Féin, de katholieke partij die in beide Ierlanden actief is en ooit de politieke vleugel was van het paramilitaire Iers Republikeinse Leger (IRA). De Democratic Unionist Party (DUP), de grootste protestantse en pro-Britse partij van Noord-Ierland, reageerde daarop woedend. Hun Lagerhuislid Sammy Wilson beschuldigde de Ieren “het Goede Vrijdag-akkoord te verscheuren”.

De Ieren wijzen erop dat de optie voor een gelijktijdig herenigingsreferendum in Noord-Ierland én de Ierse Republiek net een bepaling is van het Goede Vrijdag-akkoord. Deze ‘border poll’ kan wel enkel maar georganiseerd worden als de regeringen in Dublin én Londen vinden dat er voldoende publieke steun voor is. De Britse regering vindt vooralsnog van niet. Ze verwijst naar de Northern Ireland Life and Times Survey, waaruit zou blijken dat Ierse hereniging slechts gesteund wordt door een kwart van de kiezers, al dateert deze peiling uit 2018, voor de huidige woordenoorlog over brexit.

Staat bij een harde brexit het Noord-Ierse zelfbestuur op het spel?

Ja. De Britse regering gaf al te kennen dat bij een harde brexit de kans zeer groot is dat Noord-Ierland opnieuw onder direct rule van Londen wordt geplaatst. Ook dat zou werken als rode lap op een stier. Volgens de Ieren en de Noord-Ierse republikeinen zou ook dat een schending zijn van het vredesakkoord.

In 1998 werd afgesproken dat Belfast een eigen deelstaatregering- en parlement zou krijgen. Deze instellingen zijn weliswaar geschorst sinds januari 2017, door onverzoenbare conflicten tussen de grootste partijen Sinn Féin en DUP, maar beide erkennen wel het belang van ‘Stormont’ (genoemd naar het kasteel waarin de machtsdelende regering gevestigd is). De devolutie afschaffen zou het Noord-Ierse politieke debat terug verwijzen naar de straat, met als risico dat paramilitaire organisaties in het lokale machtsvacuüm stappen.

Zijn er nog paramilitaire bewegingen actief in Noord-Ierland?

Ja. In de nacht van vrijdag op zaterdag mislukte in Craigavon, in het graafschap Armagh, nog een bomaanslag tegen agenten van de Police Service of Northern Ireland (PSNI), de Noord-Ierse politie.

Vandaag zijn vooral Iers-Republikeinse splinterbewegingen van het historische Provisional IRA (dat na 1998 ontwapende) nog actief als terreurorganisatie, zoals het New IRA (het vroegere Real IRA), het Continuity IRA en het kleine Óglaigh na hÉireann (ONH).

Het New IRA is het gevaarlijkst. Op 18 april dit jaar vermoordden ze ‘per vergissing’ lokale journaliste Lyra McKee dood tijdens rellen in Derry, toen ze tijdens zware rellen agenten beschoten. Het New IRA groeide uit het Real IRA, wiens politieke vleugel 32 County Sovereign Movement uit protest tegen het vredesakkoord gesticht werd door Bernadette Sands McKevitt – de zus van IRA-lid Bobby Sands (die in 1981 stierf in de cel na een lange hongerstaking). Het Real IRA blijft ook hoofdverdachte van de laatste grote aanslag van het conflict, op 15 augustus 1998. Toen stierven in Omagh 28 mensen bij de ontploffing van een autobom in een winkelstraat.

Sindsdien pleegde het Real/New IRA een lange reeks kleine aanslagen, waaronder een bomaanslag tegen het gerechtsgebouw van Derry in januari van dit jaar (zonder gewonden).

De historische paramilitaire organisaties ontwapenden al in de jaren na het vredesakkoord. Naast het Provisional IRA en wat kleinere Republikeinse fracties waren dat aan Brits-Unionistische zijde de Ulster Defence Assocation (UDA, dat streed als de Ulster Freedom Fighters), de Ulster Volunteer Force (UVF) en het kleinere Loyalist Volunteer Force (LVF). Een blijvend probleem is dat een deel van deze ex-paramilitairen nog steeds actief zijn in de georganiseerde wapen- en drugshandel, vooral in achterstandswijken van Belfast en Derry. Zij kunnen politiseren bij nieuwe sectaire spanningen.

Staan de huidige generatie Noord-Ierse leiders al los van de Troubles?

Nee, en dat is een deel van het probleem. Aan beide zijden gapen rauwe, open wonden. Betekenisvol is de recente begrafenis - met paramilitaire eer - van IRA-kopstuk Kevin McKenna, bijgewoond door alle Sinn Féin-kopstukken. Gewezen Sinn Féin-leider Gerry Adams zei daar, in aanwezigheid van huidig voorzitter Mary Lou McDonald, dat het IRA “gelijk had, niet in alles wat ze deden, maar wel in haar strijd tegen de vroegere gewapende agressie van het Britse bewind”.

Huidig DUP-voorzitter Arlene Foster reageerde opvallend fel op deze uitspraken, verwijzend naar haar eigen familieverleden. “Sinn Féin blijft het IRA verheerlijken. Het IRA bestond om te moorden. Was het rechtvaardig mijn vader neer te schieten, ons uit ons huis te verdrijven en een bom op mijn schoolbus te leggen? De drie Graham-broers neer te schieten? Een bom te leggen in Enniskillen? Dit toont hoe ver de weg is die Sinn Féin nog moet afleggen.”

Hoe kijken de jongeren naar de toekomst van Noord-Ierland?

Ondanks de zware schaduw van het bloedig verleden is er gegronde reden om hoopvol te zijn dat de huidige generatie jonge Noord-Ieren pragmatischer omgaat met de toekomst dan de generatie van hun ouders en grootouders.  Jonge twintigers maakten het burgerconflict niet meer bewust mee. Uit peilingen blijkt dat de aanhang van de Republikeinse en Unionistische politieke ‘stammen’ slinkt, door de veranderende demografie en hun recente onvermogen met elkaar te regeren. De aanhang van gematigde, niet-sectaire, partijen zoals Alliance en de Groenen daarentegen groeit. Zoals The Irish Times schreef: “Dit betekent dat de uitkomst van een toekomstig referendum (over hereniging) in de handen zou liggen van zij die zich niet met deze of gene (sectaire) fractie identificeren.”