Direct naar artikelinhoud
Startnota

‘Vlaamse canon’: wat is dat? En is het nodig?

Wielerfans tijdens de Ronde van Vlaanderen van 2016.Beeld BELGA

In navolging van Nederland moet Vlaanderen een ‘Vlaamse canon’ krijgen vindt N-VA. Een kwestie van ‘identiteitsbesef’. Maar terwijl N-VA Vlaanderens glorie er wil inpeperen bij de jeugd, schieten academici het idee af. ‘Mijn broer zou als historicus beter moeten weten.’ 

Het is het nationbuilding-instrument bij uitstek. Om Vlaamse jongeren weer diets te maken wat de hoogtepunten waren uit de Vlaamse geschiedenis, leggen de onderhandelaars een canon op tafel. Een lijst van ankerpunten uit de Vlaamse cultuur en geschiedenis, die leerlingen op school en nieuwkomers in de inburgeringscursus moeten blokken. Data, figuren en plaatsen uit het verleden dienen vooral gekend om bij de jeugd ‘het identiteitsbesef’ te bevorderen, zo staat in de startnota. 

“Vlamingen mogen best wat fier zijn op Vlaanderen”, zegt Koen Daniëls, onderwijsspecialist bij N-VA. “We hebben de canon naar voor geschoven zodat leerlingen weten wat de Vlaamse roots zijn qua geschiedenis en cultuur, maar ook wetenschap.” Eerder haalde N-VA-kopman Theo Francken in een tekst op doorbraak.be al kunstenaars aan als Van Eyck, of Michaël Borremans, als illustraties voor wat er in een Vlaamse canon kan komen. 

Nederland 

De mosterd voor het concept hebben de Vlaams-nationalisten in Nederland gehaald, waar een dergelijke canon in 2006 is opgesteld. De Nederlandse geschiedenis wordt daar opgedeeld in 50 onderwerpen – van 3000 voor Christus tot nu – die ze ook ‘vensters’ noemen. “Maar in Nederland is er ook veel discussie over”, zegt Karel Van Nieuwenhuyse, geschiedenisprofessor aan de KU Leuven. “De canon is daar ook vooral gericht op nationale trots en staat niet kritisch ten opzichte van het eigen verleden. Er wordt ook veel langer stilgestaan bij de Gouden Eeuw dan bij andere periodes.” 

Van de 50 onderwerpen over het nationale verleden die de Nederlandse canon aansnijdt, gaat slechts een ervan over de slavernij. In een ‘venster’ wordt zo een kwestie afgehaspeld die meer dan 200 jaar heeft geduurd (1637-1863), en waar de Nederlanders erg veel geld aan verdiend hebben. “De schuld van de slavernij wordt ook vooral bij de Portugezen gelegd", zegt Van Nieuwenhuyse. “Terwijl men nauwelijks ingaat op de economische logica, die achter de slavernij zat.” 

Nog los van hoe de Nederlanders hun canon hebben opgesteld, hebben academici veel kritiek op het concept van een canon tout court. Ook Bruno De Wever (UGent), die het Vlaams-nationalisme als expertisegebied heeft, kan een canon niet smaken. “Ik vind het een barslecht idee”, zegt De Wever. “Mijn broer zou als historicus eigenlijk beter moeten weten. Er is in Vlaanderen niemand bij de professionele historici voorstander van een canon, omdat het ook haaks staat op wat geschiedenisonderwijs moet zijn.” 

Komt schilder Jan van Eyck in de Vlaamse canon?Beeld Belga

Het grote obstakel voor een canon is dat die op voorhand vastlegt met welk perspectief leerlingen het verleden bestuderen. Een Vlaamse canon wordt nu vanuit het idee van een Vlaamse natie geopperd. Waardoor de bril waarmee je naar de geschiedenis kijkt op voorhand haast vaststaat. “Neem nu de Bourgondische staatsvorming zoals dat ook beschreven wordt in het boek van Bart Van Loo”, zegt De Wever. “Die staatsvorming heeft zich nooit doorgezet, dat was een dead end. Maar in een Vlaamse canon zou dat voorgesteld worden als een soort noodzakelijke voorgeschiedenis van het hedendaagse Vlaanderen.” 

Natuurlijk is feitenkennis belangrijk, maar in het geschiedenisonderwijs is er nu ook al geen ontkomen aan een aantal namen en data. De Val van het West-Romeinse Rijk wordt gesitueerd in 476 na Christus. En D-Day: 6 juni 1944. Al die feiten komen volgens De Wever nu aan bod in de ‘referentiekaders’ die leerlingen meekrijgen. Waar hij dan ook het meeste moeite mee heeft, is dat de politiek met een canon aan het onderwijs oplegt wat leerlingen moeten kennen. “Dat is echt not done”, zegt De Wever. “Als er dan een nieuwe coalitie zou komen, krijgen we dan ook weer een nieuwe canon? Kom zeg.” 

Toch bestaat er de laatste jaren in verschillende landen de nood om lijstjes te maken over het eigen verleden, of in het geval van Frankrijk over de eigen normen en waarden. Onder president Sarkozy werd een bevraging georganiseerd in 2009, zodat Fransen konden aangeven wat het betekende om Frans te zijn. Maar uiteindelijk kwamen ze er niet uit. De bal werd dan maar teruggekaatst naar de regering die er in een werkberaad verder over moest nadenken. 

De krant NRC noemde de identiteitsenquête daarom ‘een van de meest mislukte projecten van president Sarkozy’.

Museum van Vlaamse Geschiedenis

Nog in de startnota duidt N-VA aan dat het een nieuw museum wil voor Vlaamse Geschiedenis. Wat er exact in moet komen, preciseert de tekst niet. Maar het doet alleszins denken aan het Huis van de Europese Geschiedenis. Een miljoenenproject dat de EU twee jaar geleden bij de Europese instellingen in Brussel heeft neergepoot. 

“Veel hangt natuurlijk af van hoe je zo’n museum vormgeeft”, zegt Van Nieuwenhuyse. “In het Huis van de Europese Geschiedenis probeert men om wat kritisch te zijn, maar ook dat museum gaat de hete hangijzers uit de weg. Er staat bijvoorbeeld nauwelijks iets in over de verschillende religies in Europa. Eigenlijk moeten zulke musea het net aandurven om een kritische blik te werpen op het eigen verleden. Er centen in steken heeft anders weinig zin.”