Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

Guillaume Van der Stighelen en dochter Joline: ‘Sinds Matti’s ongeluk is mijn gevoel van onoverwinnelijkheid verdwenen’

Guillaume Van der Stighelen en dochter Joline: ‘Sinds Matti’s ongeluk is mijn gevoel van onoverwinnelijkheid verdwenen’
Beeld Bob Van Mol

De oudste is 64, was vroeger reclamemaker, en is vandaag columnist, schrijver en programmamaker. De jongste is 33, baatte vijf jaar lang haar eigen taartenzaak uit en studeert nu project- en event­management. Guillaume Van der Stighelen en Joline, vader en dochter.

JOLINE

“De eerste jaren was mijn vader vooral afwezig, en dat verweet ik hem wel eens. Zo gaat de anekdote dat hij me aanmaande wat liever voor hem te zijn, waarop ik zei: ‘Ik was vorige week al lief, maar toen was jij er niet.’ (lacht) Mijn moeder was als huisvrouw sowieso meer aanwezig; van haar kreeg ik als puber ook meer gedaan. Papa was strenger, met hem viel niet te onderhandelen over mijn avondklok. Maar eigenlijk was ik al bij al heel braaf; zwaar uitgaan was sowieso niet echt mijn ding.

“Na de middelbare school was ik wat verloren. Ik was 18, wist ik veel wat ik met mijn leven wilde doen. Ik heb verschillende studies aangevat zonder ze af te maken. Tot mijn vader me vroeg mijn motivatie om verder te studeren eens op papier te zetten. Toen besefte ik dat ik helemaal níét gemotiveerd was. Dan ben ik maar een weeshuis in Ghana gaan bouwen. (lacht) Daarna belandde ik in de horeca. In 2010 heb ik Lojola geopend; een taartenhuis in hartje Antwerpen, hoewel ik nog nooit in mijn leven een taart had gebakken. In het begin twijfelde zelfs mijn papa – die me altijd bij alles ondersteund heeft – of dit wel zo’n goed idee was. Gelukkig leerde ik snel.

“Een jaar later stierf mijn jongere broer Mattias. Plots waren me maar met z’n drieën; heel vreemd was dat. Mijn ouders rouwden elk op hun eigen manier; ik schipperde tussen beiden. Ik prijs me erg gelukkig dat we tijdens die loodzware periode zo goed omringd waren. Ons huis was altijd vol, er werd enorm goed voor ons gezorgd door vrienden en familieleden.

Herdenkingsceremonie

“Ook vandaag is Matti nog erg aanwezig: er is een voetbalclub naar hem vernoemd, zijn vrienden komen geregeld bij ons over de vloer, en we organiseren jaarlijks een herdenkingsceremonie. Als nu iemand sterft, grijpt me dat altijd erg aan. Dan probeer ik er te zijn voor de betrokkenen. Dat heeft bij ons destijds ook erg geholpen.

“Vroeger vermeed ik anderen te vragen of ze broers of zussen hadden, uit angst vervolgens zelf die vraag te moeten beantwoorden. Mensen kunnen heel ongemakkelijk worden als ik hun vertel dat mijn broer overleden is. Maar bij de jongere generatie merk ik een verschil: die jonge gasten uit mijn studie zijn oprecht geïnteresseerd, met hen kan ik kan heel openlijk over Mattias praten. Misschien heeft Facebook hen toch geleerd vrijer over emoties te praten.

“Nu ben ik enig kind; dat brengt enige druk met zich mee. Daar ben ik me erg bewust van. Als mijn ouders iets overkomt, kan enkel ik voor hen zorgen. Ik zou bijvoorbeeld niet naar het buitenland kunnen verhuizen. Niet dat dat aan de orde is, maar zelfs al zou ik die behoefte voelen, zou ik niet verhuizen. Sinds het ongeluk houden we meer rekening met elkaar.

“Als mijn ouders kleinkinderen willen, kan dat enkel nog via mij. Terwijl ik helemaal niet weet of ik wel kinderen wil. Mijn huidige vriend heeft er al twee, en daar heb ik mijn handen aan vol.

“Vroeger was ik met een man getrouwd die in niets op mijn vader leek, daar was ik heel trots op. Maar dat huwelijk is helaas snel op de klippen gelopen. Maar mijn nieuwe vriend zou zo een Van der Stighelen kunnen zijn, waanzin.” (lacht)

GUILLAUME

“Ik herinner me nog hoe ik lang geleden vanuit Detroit naar huis belde, maar mijn kleine Joline weigerde aan de telefoon te komen. Zat ik daar te janken als een kind op mijn hotelkamer. (lacht) Dat ik vaak weg was voor werk was soms moeilijk, maar schuldig voelde ik me niet.

“Nooit hoefden we ons zorgen te maken over onze kinderen; daarmee hadden we het echt getroffen. Soms voelde het zelfs alsof Joline míj aan het opvoeden was. Ze heeft nogal sterke principes. Zoals over hoe je je op restaurant hoort te gedragen. Van haar heb ik geleerd dat ik eerst mijn keuze moet maken, en dan pas de de kelner erbij mag roepen. En dat ik vooral niet te veel mag staren naar knappe serveuses. (lacht)

“De grote paradox die wij door Matti’s dood ervaren hebben, is dat ontbering vreugde schept. Rouwdrama’s hebben wij niet meegemaakt; alles werd bij ons openlijk uitgesproken. In onze samenleving is veel te weinig plaats voor rouw. Je hoort jezelf te laten genezen door een therapeut om vervolgens weer zoals vroeger mee te kunnen draaien. Laat je toch door je omgeving genezen.

Sinds Matti’s ongeluk is mijn gevoel van onoverwinnelijkheid verdwenen. Ik denk nu wel twee keer na voor ik een ladder opkruip; omdat ik mijn vrouw en dochter niet nog eens door hetzelfde wil laten gaan. Ik ben minder nonchalant geworden, spring bewuster om met de banden die ik heb. Onlangs las ik in de krant over de fatale val van weer een jonge wielrenner, Bjorg Lambrecht. Dat blijft moeilijk. Meteen gaan mijn gedachten uit naar zijn familie. Je wilt niet dat anderen door die hel moeten waar jij bent doorgegaan; zelfs geen onbekenden.

Zorgzaam type

“Ik ben nooit iemand geweest die verlangt naar wat hij niet heeft. Zo heb ik, verrassend snel, de dood van mijn zoon als een voldongen feit aanvaard; een nieuw leven waarmee ik verder moest. Leren leven betekent ook leren afgeven, heb ik geleerd. Ik kan nog steeds intens graag zien, maar tegelijk weet ik dat ik vroeg of laat ook zonder mijn geliefden verder zal moeten. Want íémand blijft altijd als laatste over: ofwel zal ik achter de kist van mijn vrouw lopen, ofwel zij achter de mijne. Daar kun je je maar beter op voorbereiden.

“Ik zou het fantastisch vinden om op mijn tachtigste nog steeds jonge mensen over de vloer te krijgen die mij niet als last ervaren, maar nog graag met mij in gesprek willen gaan.

“Aangezien Joline een erg zorgzaam type is, ben ik soms wel bezorgd dat zij zich voor ons zou wegcijferen. Maar ik wil niet dat ze dingen laat, uit angst ons te kwetsen. Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat mijn kinderen op het einde van de rit tevreden kunnen terugblikken, met het gevoel hun leven zelf in de hand gehad te hebben.

Of Joline nu kinderen krijgt of niet: zolang het maar haar eigen keuze is. Ik ben er zeker van dat zij uiteindelijk wel aanvoelt wat voor haar juist is, zoals ze altijd doet. Heb ik al gezegd dat ik erg trots ben op mijn dochter?”