Direct naar artikelinhoud
InterviewHuis van Hiele

Kevin Janssens: ‘Er wordt iets van mij gemaakt, omdat ik altijd weigerde met de boekskes te praten’

Kevin Janssens: ‘In het echte leven heb je angsten, twijfels, onzekerheid. Maar als ik aan het spelen ben, valt alles weg. Heel maf. Dat valt niet uit te leggen.’Beeld Wouter Van Vooren

Het moet vermoeiend zijn om in de­ ­schoenen van Kevin Janssens (39) te staan. Zelfs als hij zich moet vetmesten voor zijn nieuwe film De ­Patrick, wil hij dat ­perfect doen. Het ­verhaal van ‘een johnny uit Stabroek’ die het, ondanks alle vooroordelen, tot ­internationaal erkend acteur schopte.

en

Dat hij niet veel te vertellen heeft. Met die onheilspellende boodschap komt Kevin Janssens op een zonnige avond bij ons aan tafel zitten in de zonovergoten tuin van restaurant Willem Hiele. Vijf uur later, na een gesprek over Tom Cruise en over rouw en over vriendschap en over Hollywood en de perfecte bearnaisesaus, stellen we samen vast dat dat best meevalt.

Nochtans houdt Kevin Janssens echt niet van interviews. “Ik ben gewoon van nature geen rustige, diplomatische prater”, liet hij ooit optekenen in De Morgen.

BIO • geboren in Antwer­pen op 21 augustus 1979, opgegroeid in Stabroek • studeerde aan Stu­dio Herman Teirlinck • groeide uit tot een van de bekendste Vlaamse acteurs dank­zij films en series als Windkracht 10 en Vermist • in 2013-’17 bij vaste kern Toneel­huis • had in 2015 hoofdrol in D’Ardennen • viert volgende week zijn 40ste verjaardag met première van De Patrick, waarin hij de hoofdrol speelt 

Maar voor De Patrick wil de Kevin wel eens moeite doen. De debuutfilm van Tim Mielants, die binnenkort in de bioscoop verschijnt, ligt hem bijzonder nauw aan het hart, zegt hij.

Janssens speelt het zwijgzame hoofdpersonage, een papperige dertiger die op de nudistencamping van zijn ouders werkt. Wanneer zijn vader plots sterft, gaat Patrick obsessief op zoek naar een verloren hamer.

De Patrick is een existentiële, gelaagde, atypische tragikomedie – en dus het soort film dat wel wat promo van zijn bekende hoofdacteur kan gebruiken. “Ik hoop echt dat mensen zullen gaan kijken en er voor zichzelf iets uithalen. Maar ik vind het op zich niet leuk om iets te moeten verkopen, of om mezelf aan te prijzen. Er zijn andere mensen die veel meer interessante dingen te vertellen hebben dan ik.”

Dat belooft.

(lacht) “Ik vind het gewoon heel moeilijk om over mijzelf te praten. Dan krijg je quotes voorgeschoteld van iets dat je tien jaar geleden hebt gezegd, of uitspraken worden uit hun context gehaald. Maar als je niet bereidwillig meewerkt, dan ben je arrogant. Ik zit me achteraf vaak op te jagen als mijn woorden niet goed zijn weergegeven. Ik maak me veel te druk om dat soort dingen.”

Hier bij Willem Hiele zul je tenminste lekker gegeten hebben, ook al vind je het gesprek vreselijk.

(lacht) “Da’s waar. Ik eet heel graag.”

Nog meer dan onze andere zomergasten is Kevin Janssens zichtbaar verrukt door de culinaire hoogstandjes van Willem Hiele. ‘Niet normaal lekker’, ‘amai’, ‘zo gezellig hier’, ‘kan ik hier morgen ook komen lunchen?’ Kevin Janssens weet lekker eten duidelijk naar waarde te schatten. Wellicht omdat hij als fervente hobbykok zelf heel goed weet hoeveel moeite erin kruipt. “Ik hou van koken. Ik vind het heerlijk om een groep mensen uit te nodigen rond een grote tafel. Ik maak simpele dingen. Pasta vongole. Een goeie zesrib met een perfecte bearnaisesaus.”

Het geeft hem rust, zegt hij. “Enfin, rust... Ik stress wel keihard wanneer ik voor mensen kook. Want als ik iets doe, dan moet alles tiptop in orde zijn.” Het zal nog vaker terugkomen in het gesprek. Dat hij op alle vlakken veeleisend en kritisch is. Voor anderen en vooral voor zichzelf. “Dat is soms vermoeiend, ja.”

Voor zijn hoofdrol in De Patrick moest Janssens een indrukwekkende pens en enkele dubbele kinnen kweken. Een droom, voor iemand die zo graag eet als hij? “Helemaal niet! Ik heb mezelf echt moeten volproppen. De eerste dag denk je: hoera, ik kan eten wat ik wil. De tweede dag: shit, moet dit echt opnieuw? Het was heel intens. Ik had ook maar zeven weken de tijd. Een diëtist had een verantwoord, redelijk gezond schema opgesteld om bij te komen, met zes maaltijden per dag en supplementen. Maar ik wilde er echt vét uitzien, ook in mijn gezicht, en ik voelde dat ik er op deze manier niet zou geraken. Ik ben heel intuïtief en ik ken mijn eigen lichaam, dus ik heb gewoon mijn plan getrokken. Ik heb opgezocht hoe bekende acteurs het deden: Colin Farrell, die twintig kilo verdikte voor The Lobster, Christian Bale voor Vice, Matthew McConaughey voor Gold...”

En toen stond je daar: potten roomijs smeltend in de microgolf, om vervolgens alle 1.400 calorieën in een paar slokken naar binnen te gieten...

“Vreselijk, ja. ’s Ochtends vier boules de Berlin als ontbijt, daarna naar de Burger King, en drie, vier keer per dag pasta. Maar ik wil daar niet mee uitpakken, dat is niet iets om trots op te zijn. Zo’n dieet is een aanslag op je lichaam en geest, dat kan ik niet genoeg benadrukken. Maar het was noodzakelijk voor de rol. Patrick kon geen sixpack hebben, daar waren Tim en ik het snel over eens.”

Wat doet zo’n ongezond dieet met je hoofd?

“Het was mentaal heel zwaar. Door de suikerrush had ik enorme mood swings. Ik werd ’s ochtends moe wakker, ik heb me nog nooit zo neerslachtig gevoeld. Mijn energiepeil en humeur waren helemaal verkloot.

“Toen ik aan mijn dieet begon, heb ik mijn eigen lijf even toegesproken. ‘Kijk, ik ga nu iets doen waarvan ik weet dat het niet gezond is. Sorry, het gaat even pijn doen, maar het is tijdelijk en we gaan het daarna weer goedmaken.’ (lacht) Als iemand mij zo bezig had gezien, hadden ze zeker gedacht dat ik een paar vijzen kwijt was.”

Dat je als ‘de Patrick’ de hele film lang naakt te zien bent, heb je daar lang bij stilgestaan?

“Nee. Die nudistencamping was gewoon de setting, dat is voor mij hetzelfde als een kostuumfilm. Alleen zouden we er dan nu niet over bezig zijn. (lacht) In het begin sta je op de set met een handdoek, en na vijf minuten denk je: whatever. We hebben allemaal een piemel, of borsten. Dat ben ik niet die daar staat, dat is Patrick.

Kevin Janssens: ‘Toen ik voor ‘De Patrick’ aan mijn dieet begon, zei ik tegen mijn lijf: ik ga iets doen wat niet gezond is, maar ik maak het daarna weer goed.’Beeld Wouter Van Vooren

“Het is ook echt mooi gedaan. Naakt wordt nog altijd direct gelinkt aan seks. En De Patrick is zonder twijfel de meest seksloze film ooit.”

Waarom moest Patrick eigenlijk per se vadsig zijn?

“Omdat hij helemaal content is met wie hij is, en geen ambitie heeft om te veranderen. Hij woont op een nudistencamping met zijn ouders, en hij is volledig tevreden met het leven dat hij leidt.”

Hoeveel Patrick schuilt er in jou?

“Patrick heeft een naïviteit, een onbevangenheid die ik heel mooi vind. Ik ben zelf ook iemand die zich kwetsbaar durft op te stellen. Maar ik ben wel heel ambitieus. Ik zou het leven heel moeilijk vinden zonder grote passie. Voor mij is dat acteren, films maken, dus daar wil ik altijd beter in worden en zo ver mogelijk in groeien. Dat is ambitie, ja.”

Dat perfectionisme lijkt een constante bij jou. Als je kookt, moet het tiptop zijn. Als je danst, zoals in de VTM-programma’s Sterren op de Dansvloer en Dansdate, wil je de beste zijn.

“Als ik mij in iets smijt, dan wil ik dat honderd procent doen. Ik ben zwart-wit, de grijze zone vind ik niet interessant.”

Als je zo veeleisend bent, loop je dan niet het risico om permanent ontevreden te zijn? Omdat het nooit perfect genoeg zal zijn?

“Ik heb ondertussen geleerd om tevreden te zijn met wat er is. Als je jong bent, wil je dat de wereld aan je voeten ligt, zo is dat nu eenmaal. Als beginnende voetballer droom je ervan om in de Champions League te spelen. Ik heb vrede leren nemen met wat ik heb: ik speel in eerste klasse, ik haal de play-offs, en af en toe mag ik eens Europees spelen. Dat is prima.”

Met ‘Europees spelen’ verwijst Janssens naar zijn internationale carrière, die recent een bescheiden vlucht heeft genomen. Janssens werd in eigen land niet altijd naar waarde geschat: rollen in commerciële films en series als Vermist, Windkracht 10 en Zot van A bleven lang aan hem kleven. Zijn danspasjes op tv ook.

Maar de afgelopen jaren kwam daar plots verandering in. Janssens is steeds vaker te zien, en in steeds gevarieerdere producties. De voorbije twee jaar stond hij vier keer in het buitenland op de set. In Marokko bijvoorbeeld, voor de opnames van de Engelstalige verkrachtingsthriller Revenge, die voor een aardige buzz zorgde. Of aan de zijde van voormalig Bond-girl Olga Kurylenko, in het mysterieuze drama The Room. En ook in Vlaanderen doet Janssens nu alleen nog waar hij écht zin in heeft – getuige zijn eigenzinnige vertolking in De Patrick.

Die nieuwe vrijheid heeft hij te danken aan D’Ardennen, het sterke debuut van Robin Pront, over twee broers die heel hard – maar vergeefs – proberen om zichzelf niet in de nesten te werken. De film ging in wereldpremière op het belangrijke filmfestival van Toronto, en Janssens’ vertolking als tragische johnny (enfin, Kenny) werd wereldwijd opgemerkt. Sindsdien krijgt hij geregeld aanvragen uit het buitenland, vooral uit Frankrijk. En ja, hij heeft ook een agent in Hollywood.

“De teneur in de media is nu: ‘eindelijk beleeft Kevin Janssens zijn internationale doorbraak’. Maar de pers is daar meer mee bezig dan ik. Dat is geen valse bescheidenheid. Als ik kijk naar wat ik de voorbije jaren heb mogen doen, en welke respons er is gekomen op de projecten die ik deed, dan kan ik heel content zijn.

“Ik wilde mijn hele leven al in films spelen, en kijk, dat heb ik gehaald. En natuurlijk wil ik mezelf blijven pushen en uitdagen. Maar dat is niet noodzakelijk in het buitenland, het gras is daar niet altijd groener. Hier kan ik met mensen werken met wie ik echt een band kan opbouwen. De kans dat ik in een project kan stappen waar ik echt mijn stempel op kan drukken, is hier veel groter. In het buitenland weet je nooit op voorhand in wat voor ploeg je terechtkomt.”

Perfectionistisch als hij is, vreest Janssens dat hij in Amerika niet optimaal zou presteren. Zoals die ene keer, toen hij zich onsterfelijk belachelijk maakte op een belangrijke auditie in L.A., bij een van de machtigste casting directors van Hollywood. “De film speelde zich af in de ruimte, de aarde was ontploft of zo. Mijn personage was een natuurkundige die was kunnen ontkomen, en erin geslaagd was om in de ruimte groenten te kweken. Ik dacht dus: ik neem een tomaat mee naar die casting. (lacht) Ik wilde dat echt goed doen.”

Kevin Janssens: ‘Ik heb vrede leren nemen met wat ik heb: ik speel in eerste klasse, ik haal de play-offs, en af en toe mag ik eens Europees spelen. Prima.’Beeld Wouter Van Vooren

Hij speelt het in geuren en kleuren voor ons na: hoe hij wanhopig de stad doorkruiste, op zoek naar één tomaat. Hoe er nergens in L.A. een groentewinkel te vinden was, en hij uiteindelijk last minute een juice bar tegenkwam. “Ik verzin dit niet. Ik vroeg of ik één tomaat kon kopen, en dat meisje komt af met een exemplaar zo groot als een pompoen. Ik zag mezelf daar staan op die casting, als Hamlet met een schedel in de hand, maar dan met een belachelijk grote tomaat. Ik dacht: ‘Kevin, what the fuck sta jij hier te doen?’ Toen ik daar buitenkwam, wist ik: dit doe ik nooit meer.”

Het had ook helemaal anders kunnen lopen voor Kevin Janssens. Wat als hij die cruciale rol in D’Ardennen nooit had gekregen? Die was namelijk bedoeld voor Matthias Schoenaerts. Maar toen die op het laatste moment afhaakte, kwam Robin Pront bij Janssens polsen of hij casting wilde doen.

“Daar had ik geen zin in, maar toen hij me het scenario liet lezen, wist ik meteen: ik heb die rol. Dat klinkt nu heel arrogant, maar zo is het gewoon. Ik ken dat sociaal milieu, ik ken dat soort gasten. De jaren 90, die kleren, die kapsels: dat was mijn jeugd. Tegelijkertijd stond het personage heel ver van mij af. Ik was zelf geen Kenny, maar ik zat wel met de Kenny’s op de bus. Ik was een meeloper. Maar ik had ook die andere weg kunnen kiezen, voor een leven vol drugs en misdaad.”

Wat maakt dat jij niet de weg bent opgegaan van de criminele Kenny’s?

“Opvoeding, denk ik. Ik wist al heel vroeg dat ik acteur zou worden, en mijn ouders hebben mij dat nooit uit mijn hoofd proberen te praten. ‘Als jij acteur wil worden, dan moet je er volledig voor gaan’, zeiden ze. Ik kwam toch alleen maar met slechte rapporten thuis. Ik was een ramp op school, omdat het me niet interesseerde. Ik heb bijna elk jaar van de kunsthumaniora twee keer gedaan, en toen ik het vijfde ook nog eens moest dubbelen, zei ik: ik kap ermee, ik ga een jaar werken en geld sparen, en ik trek naar Amerika.

“Zover is het niet gekomen, maar daardoor ben ik uiteindelijk wel op Studio Herman Teirlinck terechtgekomen. Ik mocht er als vrije student beginnen. Ik ben mijn mama en stiefvader enorm dankbaar dat ze me gewoon hebben laten doen.”

Waar komt je passie voor acteren eigenlijk vandaan?

“Mijn mama en stiefvader speelden amateurtoneel, dus die liefde voor theater heb ik wel van thuis meegekregen. Maar ik kom niet uit een intellectueel nest. Zij werkten in een ziekenhuis, mijn mama als secretaresse, mijn stiefpapa als loodgieter. Elk jaar was er een soort jubilee, en dan speelden ze in een zelfgeschreven stuk, samen met de collega’s. Ik heb wel ooit een keertje meegespeeld, toen ik tien of elf jaar was. Vreselijk, daar bestaan nog VHS-tapes van. Maar toen was het al duidelijk voor mij dat ik dat wilde doen.”

Gek dat je op die leeftijd al zo overtuigd was van je toekomstplan.

“Is dat raar? Misschien, ja. Maar ik vond het juist raar als mensen dat níét hadden. Ik had klasgenoten die geen enkel idee hadden van wat ze wilden in het leven, dat kon ik mij echt niet voorstellen. Hoe kan je nu leven zonder grote passie?

“Ik ben opgegroeid met de blockbusters van de jaren 80 – vooral Top Gun maakte een enorme indruk op mij. Toen ik die film zag, wist ik direct: dit wil ik doen, ik wil Tom Cruise worden. De mystiek van films, ik wilde daarbij horen. Het was ook een vorm van escapisme: weg uit de realiteit, was het doel.”

Waarom? Was de realiteit dan zo vreselijk?

“In het echte leven heb je angsten, twijfels, onzekerheden. Maar als ik aan het spelen ben, valt alles weg. Als je mij nu vraagt om in die toren daar omhoog te klimmen, dan schijt ik in mijn broek van de schrik. Maar als mijn personage in een hoge toren moet klimmen, dan doe ik dat direct. Dat is heel maf. Alsof iemand een knop omdraait. Dat valt niet uit te leggen.”

Ondanks zijn aversie voor interviews zit Kevin Janssens zichtbaar ontspannen aan tafel. Voor het eerst in jaren heeft hij even geen project in zijn agenda staan, na anderhalf decennium bijna ononderbroken spelen in film, tv-reeksen en theater. “Ik weet nog niet of ik mij zorgen moet beginnen te maken. Als ze mij op een dag beu zijn, dan is het ook zo.”

Of hij in al die jaren hard werken ooit steken heeft laten vallen? “O ja. Zeker in mijn beginjaren heb ik weleens artistieke keuzes gemaakt die niet zo verstandig waren. (lacht) En nee, ik ga geen titels noemen. Maar als beginnende acteur moet je af en toe dingen doen om in de kijker te lopen, en je moet ook gewoon je boterham verdienen.”

Kevin Janssens: ‘Toen ik ‘Top Gun’ zag, wist ik direct: dit wil ik doen. Ik wil Tom Cruise worden. De mystiek van films, daar wilde ik bij horen.’Beeld Wouter Van Vooren

Heb je spijt van die keuzes?

“Ik vind het alleen spijtig dat ik door de pers tot iets gebombardeerd werd waarin ik mezelf niet herken. Ik ben een acteur, maar als je iets doet in een bepaald genre, dan zit je al snel in een bepaald hokje vast. Ook al speelde ik tegelijkertijd bij Toneelhuis. Ik heb daar heel hard tegen gerevolteerd, ik vond dat onrechtvaardig. Maar nu heb ik dat losgelaten. Iedereen mag me beoordelen op mijn acteerprestaties. Maar mijn privéleven staat daar los van.”

Als je geen BV wil zijn, was het dan wel een slim idee om, bijvoorbeeld, samen met je toenmalige lief deel te nemen aan een BV-programma als Dansdate?

“Ik heb daar vreselijk veel kritiek op gekregen, plots was ik niet ‘credibel’. Verander ik daardoor als acteur? Nee toch. Ik heb dat met veel plezier gedaan. Er zijn zoveel programma’s waar bekende koppen in worden opgevoerd, in spelprogramma’s allerhande. En zij worden daar niet zo hard op beoordeeld. Het is gewoon heel hypocriet. (geërgerd) Sommige media... Ik wik mijn woorden. Er wordt iets van mij gemaakt, omdat ik altijd heb geweigerd om met de boekskes te praten.”

Het is wat telkens terugkomt als ingewijden over Kevin Janssens spreken: ‘mensen hebben een verkeerd beeld van Kevin’. Het zou ook een deugd kunnen zijn voor een acteur, je moeilijk op één rol laten vastpinnen. Shakespeare vertolken in Toneelhuis en staan fuiven met de jetset in The Villa. Bekroond worden als Shooting Star op de Berlinale, en meedoen aan een danswedstrijd op televisie.

Vechten tegen de perceptie is een rode draad in zijn parcours. Vanaf het prille begin. “Frank Vercruyssen, nu een goede collega van mij, was een van de docenten aan de Studio. Het allereerste dat hij tegen mij zei in het eerste jaar was: ‘Gij met uw kopke, ge moet niet denken dat ge hier op Broadway zit’.”

Wat was er dan mis met jouw ‘kopke’?

“Geen idee. Dat ik er een beetje goed uitzag, misschien? Ik viel uit de toon. Ik was een johnny uit Stabroek. Ik heb altijd hard moeten werken om mij te bewijzen. Maar dat is oké, want aan de Studio moet iedereen knokken. Je wordt heel erg geconfronteerd met wie je bent en waar je vandaan komt.

“Die vier jaar in de Studio waren keihard, maar wel de mooiste jaren uit mijn leven. Mijn docenten waren de absolute top: Jan Decleir, Els Dottermans, Katelijne Damen, Reinhilde Decleir, Damiaan De Schrijver... Die school en die mensen hebben mij gevormd tot wie ik ben.”

Voelde je je niet heel klein in die intellectuele omgeving?

“Dat motiveerde mij alleen maar. Ik ben altijd een autodidact geweest. Ik heb mezelf alles aangeleerd. In het middelbaar vertikte ik het om een boek te lezen. Als iemand mij verplicht om iets te doen, dan doe ik het zeker niet. Maar toen ik startte op de Studio, ben ik direct begonnen in De gebroeders Karamazov van Dostojevski. (lacht) Als ik iets doe, dan zet ik ineens hoog in. Het is alles of niks.

“Ik ben een laatbloeier, op vele vlakken. Je moet de kans krijgen om je eigen ritme en je intuïtie te volgen. Als een kind op school niet goed mee is met bepaalde vakken, dan zegt dat niets over intelligentie. Toen ik jong was wilde ik gewoon buiten spelen, niet op een stoel zitten in de klas. Maar later ben ik mezelf beginnen te voeden. Nu lees ik continu, omdat ik daar rijp voor ben, en omdat ik gaandeweg zelf heb kunnen ontdekken wat mij boeit.”

Zijn tijd aan Studio Herman Teirlinck heeft hem maturiteit gegeven, maar ook echte vriendschappen. Daarvoor was hij een eenzaat, zegt Janssens. Overal de vreemde eend in de bijt. “Echte vrienden had ik niet. Naar de cinema ging ik alleen. Soms twee keer per dag.” Dat is vandaag anders: “Ik laat nog steeds heel weinig mensen toe, maar ik heb wel geleerd om me wat meer open te stellen. Dankzij de Studio.”

Een van zijn beste vrienden leerde hij later kennen: Marc Van Eeghem, met wie hij jaren speelde bij Toneelhuis. Anderhalf jaar is het inmiddels geleden dat de Brugse acteur overleed aan prostaatkanker, en Janssens schiet vol als hij aan hem terugdenkt. “Marc was een warme, lieve, geestige mens. Hij kon met één zin, één woord soms, tot mij doordringen. Me wakker schudden of op mijn plaats zetten. Ik kon met alles bij hem terecht, hij was als een vader voor mij. Het was verschrikkelijk om hem te verliezen. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik aan hem denk.”

Kevin Janssens: ‘Sommige media... Ik wik mijn woorden. Er wordt iets van mij gemaakt, omdat ik altijd heb geweigerd om met de boekskes te praten.’Beeld Wouter Van Vooren

Het moment waarop hij besefte dat hij zijn vriend zou moeten afgeven, herinnert hij zich nog als gisteren. “We zouden met Toneelhuis Desperado hernemen, een stuk waarin we samen speelden. Het ging toen echt niet goed met Marc, dus we gingen hem toen met Tom (Dewispelaere, red.) en Johan (Van Assche, red.) bezoeken in het ziekenhuis, om te bespreken wat we met die productie gingen doen. Marc was altijd keipositief: ‘We gaan dat doen, dat gaat lukken.’ Maar wij zagen iets anders: hij zat onder de morfine, hij was heel zwak. We kwamen buiten, keken naar elkaar... Dat was een van de meest intense momenten uit mijn leven. We stapten in de auto en begonnen alle drie keihard te huilen. Het besef dat we hem zouden moeten afgeven, kwam keihard aan.

“Uiteindelijk hebben we Marc gevraagd of hij het oké vond dat Peter Van den Begin hem zou vervangen, en enkele weken later was hij er niet meer. Onbewust waren we al een hele tijd aan het rouwen. We hebben nog fantastische momenten beleefd. Marc was zo graag gezien. We hadden een WhatsApp-groep met meer dan twintig man, die afwisselend voor hem zorgden en kookten. Dan hingen we vaak met vier, vijf man rond zijn bed, samen Netflix te kijken.”

Even ademen. Janssens veegt zijn tranen weg, en met een perfect gevoel voor timing zet Willem Hiele een schitterende creatie voor onze neus: een bereiding van tomaten in alle kleuren van de regenboog, en een minipizza met courgette en merguez. Zowat alles – tot en met de lammeren die gebruikt zijn voor de merguez – is door de chef en zijn team zelf gekweekt. Kevin Janssens is niet de enige perfectionist in deze ruimte.

Nu het verdriet weer even is doorgeslikt, praten we verder over vriendschap. Vandaag heeft Janssens vooral veel aan zijn maten Mathieu Terryn (25) en Simon Nuytten (26) van Bazart. Een bromance die ontstond uit wederzijdse bewondering: Janssens werd op Pukkelpop met verstomming geslagen door een optreden van Bazart, en draaide een week later het raampje van zijn auto naar beneden toen hij Mathieu en Simon over straat zag lopen. Dat hij hun concert zo straf vond, riep hij hen toe. “Zoiets doe ik normaal nooit! Ik ben niet zo sociaal.”

Een uitnodiging voor een huisfeestje volgde, en de jongens begonnen elkaar vaker te zien. Maandelijks, wekelijks, en dan dagelijks. “We zijn beste vrienden nu, het klikt enorm. Ik zou die gasten echt niet meer kunnen missen. We zijn ook samen op reis geweest met die hele bende.”

Zij zeggen over jou dat jij zowat de papa van de groep bent. Als iemand een slechte dag heeft, nodig jij de hele bende uit. Terwijl de jongens op de PlayStation spelen, maak jij macaroni klaar.

“Dat is zo. (lacht) Als ik andere mensen gelukkig kan maken, ben ik blij.”

En wie maakt er macaroni voor jou als jij het nodig hebt?

“Mijn vrienden en vriendinnen zorgen ook goed voor mij. En ik vind het wel fijn als mensen voor mij koken, maar ik vind het leuker om zelf voor anderen te zorgen. Als mensen dingen voor mij beginnen te doen, voel ik me al snel ambetant. Het is soms moeilijk om dingen te krijgen.”

Janssens mag dan als een zorgende vader voor zijn vrienden zijn, dat goede voorbeeld kreeg hij althans niet van zijn eigen biologische papa mee. Die was agressief, en toen Kevins moeder hem na ‘de klap te veel’ verliet, verdween hij helemaal uit beeld. Zonder omkijken, ook niet naar zijn zoon. Toen Janssens later naar zijn vader op zoek ging, bleek het te laat. Pa was dood.

De Patrick gaat over een man die zijn vader verliest. Borrelde het oude verdriet over je eigen vader weer op terwijl je deze rol voorbereidde?

“Nee, daar heb ik geen moment aan gedacht. Mijn situatie is helemaal anders. In tegenstelling tot Patrick heb ik mijn vader weinig of niet gezien in mijn leven, bijna niet eigenlijk. Maar ik draag dat verdriet wel mee, natuurlijk. Waar ik het meeste spijt van heb, is dat ik mijn echte vader nooit heb kunnen vragen waarom hij mij liet vallen. Ik ken alleen de kant van mijn moeder, niet de zijne. Dat niet-weten heeft me lang gefrustreerd.”

In welke mate heeft dat gemis je karakter getekend, denk je?

“Je ervaart dat als een afwijzing natuurlijk. In mijn twintiger jaren heb ik daar heel hard mee geworsteld. Ik kreeg veel liefde van mijn stiefvader, maar toch: het is een bloedband. Dat kan je niet loskoppelen. Daardoor heb ik ook altijd bindingsangst gehad in mijn relaties. Angst om verlaten te worden. Maar ik troost me met de gedachte dat mijn vader het gewoon niet in zich had. En op latere leeftijd durfde hij volgens mij de stap niet meer te zetten.”

Kevin Janssens: ‘Je kunt jezelf veranderen, daar geloof ik echt in. Je moet er alleen sterk genoeg voor zijn. Daarom analyseer ik mezelf voortdurend.’Beeld Wouter Van Vooren

Ligt in die afwijzing misschien ook de verklaring voor je werkdrive en je perfectionisme? Altijd je best doen om toch maar graag gezien te worden?

“Ik heb mezelf altijd ingeprent dat ik het in het leven beter wou doen dan mijn echte vader. Op alle vlakken. Natuurlijk struikel je soms over je mindere kantjes. En dan begin je te denken: zou dat van hem komen? Maar je hebt het allemaal zelf in de hand, hoe je leven in elkaar zit.”

De mens maakt zichzelf?

“Ja. Je moet je verantwoordelijkheid niet afschuiven op iets anders. Mijn vader was alcoholist, maar ik heb geen verslavingen en ik ben niet agressief. Ook al was ik daar vroeger bang voor, want de helft van mijn genen komt toch van hem. Maar je kunt jezelf veranderen, daar geloof ik echt in. Je moet er alleen sterk genoeg voor zijn. Daarom analyseer ik mezelf voortdurend. Je moet kunnen toegeven dat je punten hebt waaraan je heel hard moet werken.”

Wat zijn jouw werkpunten?

“Allerlei dingen. Vroeger kon ik heel koppig zijn. Of enorm veel aandacht vragen. Dat heb ik nu nog altijd wel. (lacht) Als ik in gezelschap ben en iemand anders krijgt veel aandacht, dan heb ik de neiging om alles naar me toe te trekken. Dan wil ik mopjes vertellen of ga ik druk doen. Maar tegenwoordig zeggen mijn vrienden gewoon: ‘Allez Kevin, heb je weer aandacht nodig?’ (lacht) Dat vind ik leuk, als ze mij met humor op mijn plaats kunnen zetten.”

Volgende week wordt hij veertig. De première van De Patrick wordt tevens zijn verjaardagsfeestje – The Villa is gewaarschuwd. “Veer-tig”, hij kauwt even op het woord alsof het tussen zijn tanden is blijven zitten. “Ik vind het gewoon een bizar getal. Toen mijn stiefvader veertig werd, gaf ik hem een sleutelhanger waarop stond: ‘Life begins at 40’, terwijl ik eigenlijk dacht: ‘amai, oude mens’. (lacht) En nu word ik het zelf, terwijl ik me nog ergens in de twintig voel.”

Maar veertig worden doet minder pijn dan dertig worden, vindt hij. “Misschien omdat ik nu beter in mijn vel zit. Ik ben rustiger geworden, en ook gewoon heel tevreden met hoe mijn werk de afgelopen jaren is geëvolueerd.” Toch blijft hij – uiteraard – streng voor zichzelf. “Ik zal nooit naast mijn schoenen lopen en denken: nu heb ik het gemaakt. Je moet je werk serieus nemen, maar je ego veel minder. Het kan voor mij altijd beter, ik blijf streven naar perfectie – terwijl die niet bestaat. Maar die zoektocht houdt me scherp.”

De Patrick van Tim Mielants, met Kevin Janssens, Hannah Hoekstra, Bouli Lanners, Jemaine Clement en Paul Bokma, speelt vanaf 28/8 in de bioscoop.