Direct naar artikelinhoud
In haar enthousiasme om het glazen plafond te doorbreken, goot ze een betonnen grondplaat
Column

In haar enthousiasme om het glazen plafond te doorbreken, goot ze een betonnen grondplaat

Hans Vandeweghe is sportjournalist.

‘Als ge nog eens een fluit in uwe mond wil steken, hé meiske, neem dan die van mij.’

Dat zou ooit op een voetbalveld geroepen zijn naar een vrouwelijke scheidsrechter die twee jeugdploegen floot. Zelf heb ik ooit gehoord hoe een vrouwelijke lijnrechter de dwingende raad kreeg in plaats van met haar vlag te zwaaien, op haar vlag (stokje allicht) te gaan zitten. “Dan zal je wat contenter zijn.”

Het is seksistisch, onbehoorlijk en beledigend taalgebruik, ik weet het, maar in elke schrijfcursus staat dat je de lezer van de 21ste eeuw met zijn steeds korter wordende aandachtsboog van bij het begin moet pakken. Bij deze heb ik hopelijk uw aandacht want het gaat over, jawel, vrouwen. Meer in het bijzonder één vrouw, de vermetele, genaamd Stéphanie Frappart die het heeft aangedurfd een mannenwedstrijd van voetballers te scheidsrechteren.

Op het hoogste niveau nog wel. Dat is ongewoon, maar wel geen primeur. De Zwitserse Nicole Petignat floot tussen 2004 en 2009 drie kwalificatiewedstrijden in de UEFA Cup. Op de keper beschouwd zit Petignat nog een statietje hoger, want in haar wedstrijden tussen minder goeie voetballers en dus meer rare fases, ging het ten minste nog ergens om. In die van Frappart niet. Een Europese Supercup, weze het tussen grootheden als Chelsea en Liverpool, is een lucratief tussendoortje gespeeld aan driekwart van de snelheid en intensiteit.

Frappart kreeg applaus van beide supporterskernen. Zo stond het in L’Equipe die donderdag een verslag had van haar optreden. Dat applaus wil ik best geloven, maar hoewel ik er niet bij was, durf ik mijn hand in het vuur te steken dat het geen vijf minuten zal hebben geduurd voor ‘You cunt!!!’ zal zijn geroepen.

Op de doellijn

De beslissingen van Frappart waren af en toe gecontesteerd, de ene keer al zwaarder dan de andere. Dat schreef L’Equipe, maar die voegde daar aan toe dat ze nooit de pedalen kwijt was en dat het spel onder haar watch op en neer vloeide. In de laatste paragraaf schreef A. Cl. nog dat ze zich netjes van haar taak had gekweten om de doelmannen te verplichten op hun lijn te blijven tijdens de strafschoppenreeks.

Ai, had niet moeten gebeuren. Een dag later bleek uit beelden dat de laatste redding er een was waarbij de doelman juist niet op de lijn stond met één voet (wat de nieuwe regel is) maar helemaal los van de lijn een jump start had genomen. Dat had ze kunnen zien, maar de VAR ook en die greep niet in.

Er is geen enkele objectieve reden waarom vrouwelijke scheidsrechters niet zouden worden ingezet bij mannenwedstrijden – zo moeilijk is dat scheidsrechteren nu ook weer niet (grapje) – op voorwaarde dat ze aan alle criteria voldoen. Die zijn in volgorde van belang: de regels kennen, genoeg wedstrijdervaring opdoen en – superbelangrijk – de fysieke proeven doorstaan. Daar zou het schoentje weleens kunnen wringen. Die proeven zijn niet mis en zoals bekend lopen vrouwen vandaag, en ook nog de komende millennia, op fysiek vlak achter op de mannen. Die achtereenvolgende sprints, dat lukt nog wel, maar aansluitend die snelle intervalloop na amper tien minuten rust, dat is al andere koek.

Nina Derwael

In België zouden ze worden geconfronteerd met een bijkomend probleem: de scheidsrechters moeten hier hun vetpercentage onder de 12 procent krijgen. Het nut daarvan wordt betwijfeld, maar scheidsrechters selecteren is niet zoiets als de kieslijsten samenstellen – vrouwtje-mannetje-vrouwtje-mannetje. We kunnen en mogen de vrouwen niet positief discrimineren. Het wordt onder de 12 procent (ook voor vrouwen) of niet fluiten, of een klacht bij UNIA. Frappart liep/sprintte 120 minuten lang en zat zo op het eerste gezicht in de buurt van die 12 procent, maar eronder wordt lastig voor elke vrouw tenzij ze Nina Derwael heet.

Zoals er geen enkele objectieve reden is waarom vrouwen geen topscheidsrechter zouden kunnen worden is er net zo goed geen reden waarom vrouwen het beter zouden doen dan mannen. Nochtans zijn er die dat wel geloven. Neem nu Stéphanie Forde, operationeel directeur van de Belgische scheidsrechters, wat dat ook moge betekenen. Ik vermoed dat ze de aanstellingen in de gaten houdt en uitstuurt en zorgt dat er overal arbiters zijn en dat hun verslagen binnenkomen, iets anders kan ik mij niet inbeelden. Vroeger heette dat eerstaanwezende secretaresse.

Haar werd gevraagd of vrouwelijke scheidsrechters iets extra op het veld brengen in vergelijking met hun mannelijke collega’s. Ze had kunnen zwijgen. Dat deed ze niet. Ze sprak in clichés: “Ik denk dat vrouwen de emoties op het veld beter aanvoelen. Ze kunnen de frustraties van de spelers op een andere manier kalmeren. Er is meer begrip.” In haar enthousiasme om het glazen plafond te doorbreken, goot ze een betonnen grondplaat.