Gents cinema-icoon Studio Skoop is op zoek naar nieuwe uitbater

“Of ik effectief ga eindigen met die vijftigste verjaardag? Zo zal het er wellicht op uitdraaien.” Hij had het vijf jaar geleden in De Standaard eigenlijk al voorspeld, maar gisteren stond het op diezelfde pagina’s plots zwart op wit: de Gentse Studio Skoop, opgericht in 1970 en al bijna een halve eeuw een instituut voor cinefielen, wordt te koop aangeboden door eigenaar en uitbater Walter Vander Cruysse. “Het is m’n leven geweest, maar nu is het tijd voor mijn familie. Ik kijk er naar uit om zelf ook eens op het gemak naar een film te komen kijken”, klinkt het.

Meer dan ‘tijd voor een nieuwe wind’ is het volgens Vander Cruysse niet. De oude heeft nochtans lang gewaaid: Vander Cruysse nam in 1983 al Studio Skoop over van oprichter Ben ter Elst, na financiële perikelen. Ondanks de sputterende motor van de arthousecinema in Vlaanderen – de concurrentie met multiplexbioscopen zoals Kinepolis en streamingplatformen als Netflix zorgde de laatste jaren weleens voor een doodverklaring – blijft de cinema aan het Sint-Annaplein een stabiel project, zegt Vander Cruysse. In 2015 investeerde hij nog 100.000 euro in een opknapbeurt. “Met 85.000 jaarlijkse bezoekers blijft de cinema absoluut rendabel.”

Totaalplaatje

“Als de kogel door de Sint-Annakerk is, zullen de mensen het wel horen”, meer wil Vander Cruysse voorlopig niet kwijt over de “lopende gesprekken”. In de verkoop zit het hele gebouw – inclusief vijf zalen met 421 zitjes en bijbehorend café – inbegrepen. De hoop is uiteraard dat de cinema blijft, al lijkt dat niet evident: in een Gentse immobiliënmarkt waar de prijzen de pan uit swingen, bestaat de vrees dat enkel een projectontwikkelaar over de brug komt met de nodige centen.

Toch wordt er in De Standaard nadrukkelijk gewezen naar Film Fest Gent, dat al langer uitkijkt naar een vaste stek voor zijn jaarwerking. “Het zou een ideale situatie zijn om vanuit een eigen huis het hele jaar door te kunnen werken rond educatie en innovatie, en dan nog op de plek waar het allemaal begon”, zegt algemeen directeur Marijke Vandebuerie. In 1974 ontstond de voorloper van het Gentse filmfestival, Internationaal Filmgebeuren, in de schoot van de Studio Skoop.

“Maar het is eerder een droom dan een plan. Gezien de locatie moeten we eerst onderzoeken of het realistisch is”, is Vandebuerie duidelijk. Belangrijk in die optiek is dat ook de stad een eigen huis voor het filmfestival wel ziet zitten. In mei nog vroeg het Gentse college in een memorandum aan de toekomstige Vlaamse regering om mee te investeren ‘in een Filmhuis, een fysieke plek voor Film Fest Gent’.

Cinefiel Patrick Duynslaegher (ex-Film Fest Gent en Knack Focus) ziet alleszins levensvatbaarheid voor zo’n project. “In steden als Toronto en Londen zie je dat een festival deel kan uitmaken van een totaalplaatje, met een bioscoop en zelfs een restaurant of filmboekenwinkel. Dat zijn allerlei manieren om de liefde voor film in leven te houden, met gewoon films vertonen kom je er niet meer in het huidige overaanbod.”

Sphinx

Voor Sphinx Cinema – die andere grote arthousecinema in Gent – zijn het alvast spannende tijden. Met twee dicht op elkaar in de binnenstad, het is vrij uniek voor Vlaanderen, maar evengoed een klassieke concurrentiestrijd: die voor de cinefiele ziel. Zonder Studio Skoop in Gent zou die recht in de armen van Sphinx Cinema lopen. 

“Al is de bioscoopbezoeker natuurlijk gebaat bij die concurrentie”, zegt Duynslaegher, die de intrede van Film Fest Gent net als een gouden opportuniteit bestempelt voor beide cinema’s om “een eigen, sterker profiel te ontwikkelen.” De subsidies van Film Fest Gent kunnen ruimte geven voor meer artistieke (en minder rendabele) keuzes, wat op haar beurt ademruimte zou geven aan Sphinx Cinema. “Het zou een ecosysteem zijn dat cinema ademt”, droomt Vandebuerie luidop.