Direct naar artikelinhoud
InterviewOnderwijs

Topman Katholiek Onderwijs: ‘Kwaliteit? Fiks eerst dat lerarentekort’

Lieven Boeve: ‘Nee, wij willen buitengewoon onderwijs niet afschaffen, we willen het net integreren.’Beeld Eric de Mildt

Hij was het voorbije jaar vaak lijdend voorwerp van de vele discussies over de dalende onderwijskwaliteit. Laatst nog in maart, toen hij de eindtermen te ambitieus noemde. Toch deert het Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs, niet. 

Gevoel voor ironie heeft hij wel, de bekendste bewoner van de Guimardstraat. Cartoons waarin de spot wordt gedreven met enkele van zijn laatste beslissingen sieren zijn kantoor en wachtzaaltje verder op de gang. Als topman van de grootste onderwijsfamilie in Vlaanderen komt de wind dan ook vaak van voren. “Dat is nu eenmaal mijn job. Gewoon achter mijn bureau zitten en administratief werk doen zou niets voor mij zijn. Het is net mijn taak om mijn stem te verheffen als er uitdagingen aankomen, zoals nu. En ik denk dat ik dat zelfs graag doe.” (lacht)

U heeft nooit spijt? Ook niet toen u in maart zei dat de eindtermen, de lat waar een groep leerlingen over moet, te ambitieus zijn?

“Neen. Al is het onderliggende punt dat ik wilde maken wel een beetje verloren gegaan. Eindtermen mogen niet dé lat van het onderwijs worden. Vergelijk het met hoogspringen. Eindtermen zijn de minimumhoogte om op de Olympische Spelen mee te doen. Maar als je echt wil excelleren, is die minimumhoogte niet genoeg voor een medaille. Omgekeerd, als je vertrekt van één lat die te hoog ligt, dan verliezen we te veel jongeren die ze niet halen. Ik vind dat erg. Dat die discussie gevoerd is in een politieke context waarin eindtermen alles zijn, heeft de boodschap natuurlijk doen ontploffen.”

“Ik was natuurlijk niet blij met de uitkomst van Jan Van Damme (KU Leuven) zijn onderzoek, namelijk dat het katholiek onderwijs een stukje is achteruitgegaan. Maar ik was wel blij met zijn verklaring: dat komt omdat onze scholen zich te veel op de eindtermen hebben gericht. Dat bevestigt mijn punt net.”

Het gemoderniseerd secundair begint volgende week. U heeft meteen de kans om in te grijpen.

“Iedereen is druk bezig. Maar het is zeer, zeer vlug gegaan. De uitrol van het gemoderniseerd secundair onderwijs zet veel druk op onze eerste graad. We hebben zelf bewust een evaluatiemoment ingebouwd. Begin februari organiseren we een lerarentop, ‘de 1010 in 2020’.  We brengen 1.010 leraren uit de eerste graad samen om de nieuwe leerplannen grondig te evalueren. Op onze vraag voorziet de inspectie ook een ingroeiperiode van twee jaar voor onze scholen. Zo krijgen ze de kans om de mogelijkheden van de leerplannen volop te benutten.”

Stijgt de nervositeit?

“Eigenlijk wel. Dit jaar speelt de Vlaamse regeringsformatie ook een rol. Zeker toen bleek dat het lerarentekort zelfs niet vermeld stond in de startnota. Onbegrijpelijk, want het lerarentekort is de grootste bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs. Zolang er niet voldoende leerkrachten zijn, kunnen we blazen wat we willen over kwaliteit. Nu goed, ik hoor inmiddels dat het zeker op de onderhandelingstafel voor de volgende Vlaamse regering zal liggen.”

Boeve: ‘Het lerarentekort stond zelfs niet vermeld in de startnota. Onbegrijpelijk, want dat is de grootste bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs.’Beeld Eric de Mildt

Welk signaal krijgt u van scholen: vinden zij nog leerkrachten?

“Het aantal spontane sollicitaties en reacties op vacatures gaat sterk achteruit. In plaats van veertig spontane sollicitaties krijgen sommige scholen er nog maar vijf, waardoor ze nog nauwelijks kunnen kiezen. Dat is toch een stevige indicatie.”

“We merken ook dat de vacatures voor de post van directeur weinig respons krijgen. Het wordt moeilijker om mensen te vinden die de grote verantwoordelijkheid willen nemen. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat ze onvoldoende omkaderd zijn en dat de job zwaar is.”

Wat moet er gebeuren?

“We moeten ervoor zorgen dat getalenteerde en ambitieuze jongeren weten dat ze leerkracht kunnen worden. Als een jongere graag leerkracht in het basisonderwijs wil worden, maar hij kan ook naar de universiteit, dan zal zijn hele omgeving hem vertellen dat hij dát moet doen. Het zou toch jammer zijn dat die jongen niet meer voor de klas terechtkomt? Waarom voorzien we voor die jongeren geen rechtstreeks pad naar een master basisonderwijs waar zij vervolgens ook op hun niveau betaald kunnen worden?”

“Ook zijn maatregelen nodig voor de zij-instromers (mensen die pas later in de carrière leerkracht worden, PG). Wie nog geen onderwijskundig diploma heeft, moet dat en cours de route kunnen behalen én we moeten ervoor zorgen dat ze hun anciënniteit kunnen behouden.”

“Voorts moeten we de huidige leraren een optimale werkomgeving bieden door scholen een volwaardig personeelsbeleid te gunnen.”

Lieven Boeve: ‘Eindtermen mogen niet dé lat van het onderwijs worden. Als je vertrekt van één lat, dan verliezen we te veel jongeren die ze niet halen.’Beeld Eric de Mildt

In welke zin?

“Laat ons de discussie over de loopbaan van leraren opnieuw voeren. Wat houdt de taak van een leerkracht in en hoe kunnen we die ondersteunen? Hoe geven we beginnende leerkrachten, die vaak de moeilijkste opdrachten krijgen, optimale kansen? Hoe verzorgen we werk- en wendbaar werk naar het einde van de loopbaan toe? Niet evident als de tendens is dat we allemaal langer moeten werken en er tegelijk een lerarentekort bestaat.”

Naast het zoeken van extra leerkrachten is het dus van groot belang de huidige in het onderwijs te houden.

“Maar daarvoor moeten we hen wél professionaliseringskansen geven. Iedereen heeft nu de mond vol van levenslang leren. Wij moeten de opdracht van leerkrachten in het geheel bekijken en nadenken hoe we daar meer variatie in kunnen steken. We pleiten ervoor om leerkrachten, natuurlijk als zij dat zelf willen, zich te laten bijscholen zodat ze ook een ander vak kunnen geven.”

De leerkracht Nederlands moet straks de leerkracht fysica worden?

“Dat is wel extreem. (lacht) Laten we iemand die fysica heeft gestudeerd als voorbeeld nemen. Als die een aantal keuzevakken uit aardrijkskunde heeft gevolgd, zouden we kunnen voorzien dat diegene nog maar enkele vakken plus de lerarenopleiding voor dat vak moet afleggen. Zo kan die persoon ook aardrijkskunde geven. De universiteiten zijn hier nu al mee bezig.”

“Zo kunnen we meer reliëf aan de vlakke loopbaan geven. Wij kunnen dat aanmoedigen en voorzien als professionalisering. Bijvoorbeeld nadat een leraar tien jaar fysica heeft gegeven of omdat de school ziet dat er ergens een gat valt. Zij kan dan zeggen: ‘Jij hebt daar interesse voor. Als je je bijschoolt, is die taak voor jou.’ Maar daarvoor moet de school dus een personeelsbeleid kunnen voeren. Let wel, op zichzelf is deze maatregel niet zaligmakend. We gaan naar een groot en breed lerarentekort. Er zal meer nodig zijn.”

U kijkt nadrukkelijk naar de overheid om met geld over de brug te komen?

“Ook wij hebben onze rol te spelen. We moeten erover waken dat de uitrol van ons nieuw leerplan, waarin de eindtermen worden vertaald, nooit een last wordt. Flauw gaan we daar niet over doen. Zo’n nieuw leerplan zal bij de introductie altijd druk zetten op de leerkrachten. Maar een goede implementatie vermindert de planlast en creëert ruimte voor samenwerking.”

“Maar als we zien dat er de komende jaren nog eens 50.000 leerlingen bijkomen, dat onze gebouwen dringend geüpdatet moeten worden en vooral dat er een gigantisch lerarentekort zit aan te komen, dan mogen we ons toch zorgen maken. Dan hoop ik dat er in het regeerakkoord voldoende maatregelen én middelen zitten. Want koken kost geld.”

Vaak klinkt het dat het M-decreet, waardoor kinderen met een zorgnood in het gewoon onderwijs terechtkunnen, heeft gezorgd voor extra druk op leraren. In uw boek pleit u ervoor om een stap terug te zetten.

“In de startnota staat dat we het pragmatischer moeten bekijken. Nu, die beweging was er al voor de verkiezingen. Het M-decreet had een groot en mooi ideaal. Maar als daar geen plan achter zit, geen middelen en geen grondige analyse, dan is het een doodgeboren kind. Zo verdwijnt het draagvlak voor inclusie.”

Zegt u dan M-decreet op de schop moet?

“Nu heb je twee soorten onderwijs: je hebt het gewoon onderwijs en het buitengewoon onderwijs. En wat betekent inclusie dan? Iedereen in dezelfde klas. Dat je leerlingen uit het ene haalt en in het andere steekt. Dat is té zwart-wit.”

“Volgens mij gaan we best naar één onderwijscontinuüm, met daarin ook gespecialiseerd onderwijs. En dat kan trouwens in dezelfde school. We vertrekken van leerlingen die geholpen moeten worden. Voor een aantal zal dat in de gewone klas zijn met bijkomende ondersteuning, voor een aantal in gespecialiseerd onderwijs. We krijgen dan leerlingen die tijdelijk of permanent, deeltijds of voltijds in het gespecialiseerd onderwijs zitten. Maar zo dicht mogelijk bij elkaar, zodat ouders bijvoorbeeld hun kinderen op dezelfde speelplaats kunnen afzetten.”

Dus we schaffen het buitengewoon onderwijs af en …

(onderbreekt) “Neen, want dan vertrek je weer van het foute idee dat je iets moet afschaffen. Wij willen het net integreren. Ik zeg niet dat we dat nu al overal kunnen gaan doen. Maar als een school bijvoorbeeld verbouwt, kan er gekeken worden wat de mogelijkheden zijn.”

“Dat bestaat al hoor. Ik bezocht zo’n school en vroeg aan een jongen: ‘Hoe voelt het om als leerling van het buitengewoon onderwijs ook op een gewone school les te volgen?’ Hij antwoordde: ‘Mijnheer, was u niet op bezoek gekomen, had ik nooit geweten dat ik in het buitengewoon onderwijs zat. Ik dacht dat ik gewoon meer zorg nodig had.’ Nochtans, hij was een leerling in het buitengewoon onderwijs. Maar die deelde de speelplaats met een gewone school en deed er enkele grote activiteiten en lessen mee samen. Dat is toch inclusie? De ervaring hebben dat je in dezelfde school zit, maar wel de ondersteuning krijgen die je nodig hebt.”

‘Iedereen heeft nu de mond vol van levenslang leren. We pleiten ervoor om leerkrachten zich te laten bijscholen zodat ze ook een ander vak kunnen geven’, zegt Boeve.Beeld Eric de Mildt