Saskia De Coster: ‘#MeToo in het academische milieu is nog altijd onderbelicht’

Jan Lippens
Jan Lippens Freelancejournalist

Saskia De Coster (43) schreef voor Knack een verhaal over grensoverschrijdend gedrag in de academische wereld. Haar verhaal is duidelijk gebaseerd op concrete gebeurtenissen in de academische wereld. De vorm die ze daarvoor kiest, roept een aantal vragen op.

U noemt het een gefictionaliseerd verhaal. Is het ook autobiografisch?

Saskia De Coster: Ja. Ik heb ook uit mijn eigen leven en ervaring geput.

U bent jaren geleden dus zelf het slachtoffer van aanranding en geweld geweest. Waarom komt u vandaag met dat verhaal over u en een aantal lotgenotes?

De Coster: De #MeToo-beweging doet wereldwijd vrouwen nadenken over wat in hun eigen geschiedenis is gebeurd en waar je eenzaam mee bent achtergebleven. #MeToo heeft voor herkenning gezorgd. Dat heeft ook bij mij en een aantal lotgenotes meegespeeld. Daar wilde ik over schrijven. Waarom vandaag? We staan voor de start van een nieuw academiejaar, een goed moment om het academische milieu nog eens te confronteren met een cultuur die nog te veel aanvaard wordt. Dat onder woorden brengen helpt mij en de anderen met wie ik ervaringen heb gedeeld. Ik mik dus zowel op verandering als op collectieve loutering.

Een goed moment om het academische milieu nog eens te confronteren met een cultuur die nog te veel aanvaard wordt.

Wat denkt u van criticasters van #MeToo die vinden dat het weinig zin heeft om decennia oude verhalen op te rakelen?

De Coster: Ik begrijp best dat omgangsvormen tussen mannen en vrouwen bij vorige generaties soms anders waren. Het gaat niet over een compliment over een decolleté of een hand die per ongeluk een schouder aanraakt. Nee, het gaat over grenzen die van alle tijden zijn en die je nooit overschrijdt, van welke generatie je ook bent. Mijn verhaal gaat over die grenzen. Ik heb het uitdrukkelijk ook over de agressor die perfect weet dat hij schuld draagt, maar daar een nieuwe laag agressie bovenop legt door met gerechtszaken te dreigen. Ook die dingen gebeuren en zijn nog te weinig bekend.

#MeToo in het academische milieu is nog altijd onderbelicht. Dat #MeToo eerst in de sport of de filmwereld opdook, is niet verwonderlijk: men gaat daar per definitie fysiek met elkaar om. In het academische milieu draait het zogenaamd rond het cerebrale en het intellect. Terwijl sommige professoren zich blijkbaar wel omringen met intelligente, jonge vrouwen van wie ze tegelijk andere benefits verwachten. In de literatuur heeft dat soms zelfs een romantisch aura gekregen: de professor met de mooie, gewillige studente. Anderzijds zijn er professoren die zeggen dat ze nooit een vrouw zouden aanwerven, of die nooit alleen met een studente in een ruimte durven te zijn. Dat is ook interessant, dat ze bang zijn om beticht te worden. Deze mannen zijn niet bang om onterecht beticht te worden van diefstal, terwijl die kans statistisch groter is. Vrouwen durven mannen nu net niet te betichten omdat ze bang zijn voor repercussies. De kans dat je ten onrechte beticht wordt van grensoverschrijdend gedrag is vele malen kleiner dan ten onrechte van diefstal beticht worden.

Hoe hebben de feiten uw leven beïnvloed?

De Coster: Aanvankelijk denk je: waar heb ik zelf aanleiding toe gegeven? Je legt de schuld bij jezelf. Je denkt zelfs: het zal wel bij mijn rol al studente horen, zeker? Als naïviteit een vorm van schuld is, dan ben ik schuldig. Voor een jonge vrouw die denkt iets in haar mars te hebben, is zo’n ervaring ultiem vernederend en schaamtevol. Zeker als je weet dat sommige heren er ook nog makkelijk mee wegkomen. Ik heb me zelfs een tijd afgewend van het academische milieu uit afkeer van die zwijgcultuur. Dat is enigszins overdreven, maar het is wel zo.

Vrouwen durven mannen nu net niet te betichten omdat ze bang zijn voor repercussies.

Zal het verhaal door de fictievorm niet nog meer vragen oproepen, en misschien als ongeloofwaardig worden afgedaan omdat u man en paard niet noemt?

De Coster: De geloofwaardigheid zit niet in smeuïge details maar in de herkenning door andere vrouwen. Door de fictievorm kon ik me als schrijver proberen in te leven in die mannen. Hoe verantwoordt een dader zijn grensoverschrijdend gedrag voor zichzelf? Ik heb ook van andere vrouwen gehoord dat daders doorgaans vergoelijken wat ze hebben gedaan.

U bent in dezen slachtoffer, en toch schrijft u het anoniem op omdat u repercussies vreest. Is dat niet merkwaardig? Niet u maar de dader zou toch repercussies moeten vrezen?

De Coster: Als ik iemand met naam en toenaam zou beschuldigen, en ik word vervolgd voor laster en eerroof, moet ik bewijzen wat er precies is gebeurd. Hoe kan ik dat? Ik was alleen, er waren geen getuigen, ik heb geen foto’s of ander materieel bewijs. Ik ben niet de enige vrouw die daarmee klem zit om een dader te vervolgen. En ja, die juridische machteloosheid wringt.

Is de zaak voor u persoonlijk hiermee afgesloten?

De Coster: Ik heb het gevoel dat door mijn verhaal in bepaalde mate recht geschiedt. Ik hoop vooral dat universiteiten aangespoord worden om beleid en strikte regels vast te leggen om dat soort praktijken tegen te gaan die in bepaalde academische kringen gedoogd worden.

Saskia De Coster

– 1976: geboren in Leuven

– 1994-1998: studeert Germaanse talen

– 1998-1999: master literatuurwetenschap

– 2002: debuteert met novelle Vrije val

– Werken: o.a. Jeuk (2004), Wij en ik (2014), Wat alleen wij horen (2015), Nachtouders (2019)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content