Direct naar artikelinhoud
Interview

Brad Pitt over over zijn carrière en anderhalf jaar bij de Ano­nieme Alcoholisten

Brad Pitt tussen de sterren: hier in het Griffith Observatory in Los Angeles, vanaf woensdag op het witte doek in ‘Ad Astra’.Beeld NYT

Met films als ‘Once Upon a Time... in Hollywood’ en ‘Ad Astra’ is Brad Pitt (55) helemaal terug. De acteur praat over zijn carrière en anderhalf jaar bij de Ano­nieme Alcoholisten. ‘Mannen die zo open en eerlijk zijn, dat was nieuw voor mij.’

“Sneller alleen, verder samen”, mompelt Brad Pitt. Achter zijn linkerschouder hangt Mars, rood-bruin en hartverscheurend klein, terwijl achter zijn rechterschouder het veel imposantere Jupiter oplicht als een discobal.

We zitten tegenover elkaar op de benedenverdieping van het Griffith Observatory in Los Angeles, in de aparte tentoonstelling Depths of Space, en mijmeren over stoïcijnse mannen. Pitt heeft zulke personages wel vaker gespeeld in films, zelfs twee keer dit jaar: Cliff Booth, de verdwaasde stuntman die door de zomerhit Once Upon a Time… in Hollywood slenterde, en Roy McBride, een astronaut op weg naar een alsmaar eenzamere en verdere uithoek van het universum in Ad Astra.

Filmsterren hebben hun specialiteiten. Pitt heeft bewezen dat hij een praatvaar kan spelen in films zoals 12 Monkeys en Snatch, maar hij is op zijn intrigerendst als hij iets achter houdt. Je hebt het gevoel dat je naar een man kijkt die niet meer dan nodig zegt, wat geen minne prestatie is voor iemand die is aangetreden in twee films van de notoire veelprater Quentin Tarantino.

“Ik ben opgegroeid met die mentaliteit van doe je best, doe het goed, hou je sterk, toon nooit zwakte”, zegt Pitt. Dat was in Springfield, Missouri, als oudste van drie kinderen. Zijn vader had een transportbedrijf. Op zijn 55ste heeft Pitt een punt bereikt waarop hij zijn vader ziet in alle rollen die hij speelt. “Op een bepaalde manier imiteer ik hem”, zegt hij. “Hij groeide zelf op in extreem zware en armoedige omstandigheden, en deed er alles aan om mij een beter leven te geven dan hij had gehad – en dat is hem gelukt. Maar hij had dat stoïcijnse.”

Die afkomst is Pitt beter van pas gekomen op het scherm dan ernaast. In een jaar waarin hij twee grote rollen speelt, zet het hem aan het denken over de persoon die hij geworden is. “Ik ben dankbaar dat ik een opvoeding heb gekregen waarbij het accent lag op presteren en bescheiden je best doen, maar op die manier bestrijk je maar een deel van jezelf”, zegt hij, voorovergebogen op zijn stoel. “Het is bijna een ontkenning van een ander deel van je dat zwak is en twijfelt over zichzelf, ook al zijn dat menselijke dingen waarmee we allemaal geconfronteerd worden. Ik ben ervan overtuigd dat je jezelf nooit helemaal kent als je ook die dingen niet benoemt en accepteert.”

Een paar uur later, lang nadat we met elkaar gesproken hebben, stromen de berichtjes binnen van vrienden en familie. ‘Wat voor iemand was Brad Pitt?’ ‘Hoe zag hij eruit?’ Tijdens ons gesprek was Pitt meestal zowel berouwvol als gereserveerd, alsof hij balanceerde tussen de persoon die te biechten gaat en de priester die de biecht afneemt. En hoe hij eruit zag? Wel, hij droeg een grijze boerenpet, een grijs T-shirt en had grijs haar op zijn kin. En er prijkten een paar verassende tatoeages op zijn arm, zoals een citaat van Rumi, een motorfiets, het woord ‘Invictus’, en een man en zijn schaduw. Maar hij zag er vooral precies uit als Brad Pitt.

Spaghetti-etentje

Ik moet James Gray echt niet vragen of hij Ad Astra schreef met Brad Pitt in het achterhoofd. Toen ik de film aan het bekijken was, wist ik dat zodra de andere personages tot hun verwondering vaststellen dat de hartslag van de astronaut die hij speelt nooit hoger gaat dan 80. Gray vertelt graag een verhaal om die evenwichtigheid van Pitt te illustreren. Het verklaart enigszins waarom Brad Pitt er niet bij was toen Moonlight, een film waarvan hij executive producer was, twee jaar geleden de Oscar voor beste film won.

Pitt was die avond wel degelijk in Los Angeles, maar verkoos de festiviteiten te laten voor wat ze waren. In de plaats ervan ging hij naar een spaghetti-etentje bij Gray thuis – een vreemde keuze als de hoogste onderscheiding in Hollywood op het spel staat. Terwijl Pitt, Gray en een paar andere vrienden aan het eten waren, keek Grays vrouw in een andere kamer naar de Academy Awards. Pitt kwam er zo via via achter dat zijn film betrokken was bij een van de zotste Oscar-momenten ooit, toen La La Land verkeerdelijk werd uitgeroepen tot beste film en de echte winnaar Moonlight was.

En hoe reageerde Pitt toen hij hoorde wat er gebeurd was? Gray imiteert Pitts onverstoorbare timbre – “Hij zegt: ‘Oh wow, that’s cool’” – en lacht bij de herinnering. “Niet dat hij er niet mee opgezet was, maar je zult Brad nooit betrappen op groot theater. Hij blijft altijd met beide voeten op de grond.”

‘Als je het gevoel hebt dat je iets eindelijk onder de knie hebt, dan is het tijd voor iets anders’, zegt Pitt. Beeld NYT

Pitt en Gray zijn al meer dan twintig jaar vrienden, sinds de acteur het debuut uit 1995 van de regisseur zag: het lowbudget-misdaaddrama Little Odessa. Pitt had het wat gehad met de langharige binken die hij speelde in Legends of the Fall en Interview with the Vampire, en dacht dat hij met Gray nieuwe paden kon bewandelen. “Hij had die jaren 70-touch, zoals de films waarmee ik opgegroeid was”, zegt Pitt. “Hij had iets ruws, iets gewelddadigs. En hij leek te focussen op mannen.”

Gray was verbaasd toen Pitt contact opnam. “Het was best bevreemdend dat iemand die op weg was een absolute wereldster te worden me opbelde, terwijl ik amper 25 was en behalve deze film nog niets gepresteerd had”, zegt Gray. “Het was bizar, onwerkelijk. Maar ik was heel aangedaan. Hij heeft een erg kunstzinnige smaak, en is constant op zoek naar nieuwe invalshoeken.”

De twee mannen namen zich voor samen te werken, maar dat vlotte niet echt. In 2010 haakte Pitt af voor Grays jungleverhaal The Lost City of Z (de rol ging uiteindelijk naar Charlie Hunnam). “Op dat moment was er in mijn agenda gewoon geen ruimte om een reis door de Amazone in te plannen”, zegt Pitt.

Jaren later trok Gray naar Pitt met Ad Astra, in de verwachting dat hij ook dat zou afwijzen. “Zelfs toen hij zei dat hij het zou doen, ging ik ervan uit dat hij het niet zou doen”, zegt Gray. “Het enige probleem dat ik met Brad op professioneel vlak heb, is dat hij in te weinig films speelt. Ik vind dat weinigen het scherm op zo’n manier kunnen domineren, ik zou hem dat vaker willen zien doen.”

Pitt is in het echt rustiger en bedachtzamer dan je zou denken, en hetzelfde zou je kunnen zeggen van Ad Astra. Er zijn wel degelijk een paar stevige actiescènes terwijl Pitts personage het universum uitkamt op zoek naar zijn vader (Tommy Lee Jones), een vermiste astronaut. Maar Ad Astra is meer begaan met het innerlijke leven van de protagonist dan met het magistrale sterrenlandschap buiten zijn ruimtetuig, en er zijn lange passages met alleen Pitt op het scherm, wiens voice-over mijmert over de peilloze diepten van het leven.

“We stellen vragen zoals ‘Waar gaat dit allemaal over?’ en ‘Waarom zijn we hier?’ Dat is een beetje een mijnenveld, want er zijn zo veel valstrikken”, geeft Pitt toe. Maar de eenzaamheid van het personage trok hem aan. “We wilden onderzoeken wat het is om geen contact met anderen te kunnen leggen, en hoe het zelfbeschermingsmechanisme werkt dat je opbouwt en dat ons tegenhoudt om echt open te zijn.”

Openheid is iets waarover Pitt de laatste tijd wel vaker nadenkt. Veel mannen hebben het er moeilijk mee, en je kunt het de meest in het oog lopende acteur niet kwalijk nemen dat hij bepaalde aspecten van zijn leven wil afschermen. “Maar de ultieme plek voor mijn stijl van acteren, zoals ik het zie, is dat is de zone van de absolute waarheid”, zegt Pitt. “Ik moet iets ervaren wat voor mij authentiek is, om ook de kijker het gevoel te geven dat het echt is.”

Pijn, verdriet en verlies

Begin 2017, toen Pitt toezegde voor Ad Astra, was hij nog zijn recente breuk met Angelina Jolie aan het verwerken, met wie hij zes kinderen heeft. “Hij gebruikte zeker stimuli uit zijn eigen leven”, zegt Gray. “We hebben daar nooit over gepraat – dat zijn mijn zaken niet – maar hij onderzocht de essentie van zijn personage via zichzelf.”

Als ik Pitt pols naar die periode in zijn leven, houdt hij aanvankelijk de boot af. “Er waren wat problemen in de familie”, zegt hij. “Laat ons het daarop houden.”

Was Ad Astra een manier om om te gaan met de eenzaamheid die hij toen misschien voelde? “Het feit is dat we allemaal pijn, verdriet en verlies met ons meedragen”, zegt hij. “We doen onze uiterste best om dat te verbergen, maar het is er, het zit in jezelf. En dus open je die doosjes.”

Het verhaal ging dat de elfjarige relatie van Pitt en Jolie finaal op de klippen liep in september 2016 na een hevige ruzie over zijn drinken aan boord van een privévliegtuig. Pitt is inmiddels gestopt met drinken. “Ik had het tot het uiterste doorgedreven, en dus nam ik mijn drankprivileges weg”, zegt hij. Nadat ze de scheiding had aangevraagd, ging Pitt anderhalf jaar lang naar de Anonieme Alcoholisten.

Zijn groep bestond volledig uit mannen, en Pitt was getroffen door hun kwetsbaarheid. “Ik had het nooit eerder meegemaakt dat mannen zo open en eerlijk waren”, zegt Pitt. “Het was een veilige ruimte waar niet geoordeeld werd, waardoor je ook jezelf niet beoordeelde.” Opvallend was dat niemand van de groep het verhaal lekte naar de tabloids. De mannen vertrouwden elkaar, en in dat vertrouwen vond catharsis plaats. “Het is best bevrijdend om de lelijke kanten van jezelf bloot te geven”, zegt hij. “Dat is bijzonder waardevol.”

In augustus publiceerde Buzzfeed een artikel getiteld “Brad Pitt is een karakteracteur die vastzit in het lichaam van een filmster”. De schrijver ervan, Alsion Willmore, voerde aan dat Pitt op zijn best is als hij een licht ondergeschikte hoofdrol speelt, zoals in Fight Club, als Edward Nortons alter ego, of in Once Upon a Time… in Hollywood, waarin hij Leonardo DiCaprio ondersteunt. Die laatste rol zal Pitt wellicht een vierde Oscarnominatie als acteur opleveren, en “de paradox van zijn dertigjarige carrière”, schreef Willmore, “is dat zijn beste rollen bijna volledig ondersteunende rollen zijn”.

Volgens Gray laat Pitt zich niet leiden door zijn ego om een rol te kiezen. “Hij pleit continu voor minder zichtbaarheid en minder tekst”, zegt Gray. “Ik denk niet dat Brad per se in het centrum van de aandacht wil staan. Je moet hem daar naartoe duwen.”

Kluizenaar

Pitt zelf vindt het wel fijn om af en toe niet in het centrum te staan: sinds zijn doorbraakrol in Thelma & Louise in 1991 heeft de wereld hem constant in het vizier, op het werk hoeft het niet zo nodig voor hem. “In de jaren 90 overviel al die aandacht me”, zegt Pitt. “Ik vond dat heel onaangenaam, die hele kakofonie van verwachtingen en oordelen. Ik werd een beetje een kluizenaar en blowde mezelf suf.”

Alles wat hij toen deed, werd met een vergrootglas bekeken: zijn successen, zijn mislukkingen, zijn haar, zijn lijf en vooral zijn romances – onder meer een verloving met Gwyneth Paltrow en een huwelijk met Jennifer Aniston. Zijn leven, vertelt hij me, was niet “het grote lot, zoals het er van buiten af misschien uitzag”. Het kwam zover dat anderen hem begonnen te vertellen hoe hij zich voelde en wat hij nodig had.

Naarmate hij geleidelijk het imago van mooie jongen van zich aflegde en een lonend partnerschap aanging met de regisseur David Fincher, met wie hij Se7en, Fight Club en The Curious Case of Benjamin Button maakte, viel Pitt in de juiste plooi. Zijn relatie met Angelina Jolie maakte hem nog beroemder dan hij al was, maar toen had hij al geleerd zich te onttrekken aan de verwachtingen van anderen.

“Die twijfel, dat gepieker, die muizenissen – dat is comedy”, zegt Pitt. “Het is belachelijk dat we onszelf zo de duivel aandoen. Het haalt niets uit. Ik heb in mijn leven veel te vaak geworsteld met die gedachten, ik ben er te vaak door gekooid geweest.”

Pitt noemde acteren onlangs “iets voor jongere mannen”. Halverwege de 50 voelt hij zich aangetrokken tot andere artistieke projecten. Hij is een fervent producer – “produceren betekent dat je niet vroeg op moet en geen make-up moet dragen”, zegt Pitt – en Plan B, het productiehuis dat hij oprichtte met Dede Gardner en Jeremy Kleiner, steunde films als 12 Years a Slave, If Beale Street Could Talk en Selma.

Beeldhouwen

Toch is hij niet bijster optimistisch over de toekomst van de bioscoopfilm in streamingtijden. “Het benieuwt me of films zullen overleven, of ze het zullen halen”, zegt hij. Wat hij wel weet, is dat hij in minder films gaat acteren. “Het worden er minder, en met meer tijd tussenin, want ik wil andere dingen doen”, zegt Pitt, die ook houdt van beeldhouwen en tuinarchitectuur. “Als je het gevoel hebt dat je iets eindelijk onder de knie hebt, dan is het tijd om iets anders onder de knie te krijgen.”

En daarmee is ons gesprek ten einde. We beklimmen twee trappen die ons van de diepe ruimte naar het grasperk voor het observatorium voeren. Het loopt er vol toeristen, van wie de meesten foto’s van het Hollywood Sign aan de andere kant van de canyon aan het maken zijn. Pitt moet door de menigte om naar zijn auto te gaan. Hij vraagt me te blijven staan. Als ik naast hem loop en hem als een beroemde persoon behandel, dan krijgen de mensen dat in de mot.

Dus blijf ik achter terwijl Brad Pitt in zijn eentje door de toeristenhorde stapt, die alleen oog heeft voor het Hollywood Sign en niet beseft dat er een Hollywood-ster in hun midden is. Een man die wereldberoemd is zonder dat te willen, een man die sneller is alleen.