Direct naar artikelinhoud

‘Seks met mijn man had altijd iets van een vijandelijke invasie’

‘Seks met mijn man had altijd iets van een vijandelijke invasie’
Beeld thinkstock

Haar gevoelens voor andere vrouwen heeft Carine (63) haar hele leven genegeerd. En zelfs nu ze gescheiden is van haar man, lukt het maar niet de stap te zetten. ‘Iets houdt me tegen en ik weet niet wat.’    

“Ik ben dertig jaar getrouwd geweest, tot vorig jaar, maar achteraf denk ik: ik ben gewoon mijn leven lang al lesbisch. Als ik terugkijk is er niet een rode draad, niet een waarheid geweest waarnaar ik leefde. Ik leefde als het ware altijd gedeeltelijk in de mist. Seks met mijn man bijvoorbeeld had altijd iets van een vijandelijke invasie, iets waarvoor ik op mijn hoede moest zijn, niet iets waaraan ik me kon overleveren. Af en toe trok een wolk op en zag ik ineens in een hoek van mijn leven mooie, aardige vrouwen die mij in verrukking brachten.

“Het idiote was, ik ben getrouwd met mijn man omdat ik hoopte in zijn nabijheid losser te worden, minder verlegen. Ook door mijn familie werd hij gezien als een goede partij. Maar de werkelijkheid was grilliger dan ik dacht en uiteindelijk bleek ik pas echt die leukere variant van mezelf te worden in nabijheid van andere vrouwen. En over hen had ik geen enkele controle, ik moest het doen met de momenten die het toeval mij toewierp.

Vrolijker

“Het begon met een klasgenootje op de lagere school. Ik hoefde haar maar te zien of het was alsof ik geestiger werd en vrolijker, zorgelozer. We spraken nauwelijks met elkaar, het was alsof zij mij mijlen vooruit was. Ik weet nog die keer dat ze een miniatuur­parfumflesje mee naar school had genomen en het voor haar voeten in stukken liet vallen. Ik herinner me mijn eigen schaamte en hulpeloosheid. Hoe ik een arm om haar heen had willen slaan maar het niet deed. Zij huilde. En ik deed niks en keek toe hoe ze de scherven opraapte en verdrietig wegliep. Nu ik 63 ben en alles wat ik tot nu toe heb beleefd, van alle kanten heb bekeken, vallen een aantal gebeurtenissen ineens op hun plek. De onbekende zorgzaamheid die ik naar boven voelde komen toen ze dat parfumflesje liet vallen, een innige cocktail van warmte vermengd met ontferming heb ik later in mijn gezin alleen gevoeld voor mijn zoon en dochter. En opnieuw bij hun onderwijzeres, de tweede vrouw op wie ik verliefd werd. Elke ochtend stond ze in de deuropening van het klaslokaal en maakten we kort een praatje. Die paar seconden waren genoeg voor mijn totale metamorfose. Elke dag werd ik heel even extreem vrolijk en, op weg naar huis, extreem verdrietig. Nogmaals, ik ben nooit bewust lesbisch geweest. Het woord heb ik nooit hardop uitgesproken. Een andere betekenis dan verwarring heb ik niet gegeven aan wat ik voelde. Mijn hele wezen was doordrenkt van onzekerheid, gedachteflarden, nooit gedachten die af waren, en van angst. Angst die ongetwijfeld te maken moet hebben met mijn opvoeding door de nonnen, want hoe kan je verwachten dat zij jonge meisjes een gezond en zelfbewust seksueel bewustzijn bijbrengen?

“En toch verklaart dit nog steeds niet waarom ik nu, ook na mijn huwelijk, niet mijn seksuele voorkeur voor vrouwen van de daken durf te schreeuwen. Nog broeit er iets van binnen tot verstikkends aan toe. Na mijn derde verliefdheid op een vrouw in mijn koor, ontmoette ik de allerleukste vrouw ooit: een prachtige boerin met een wipneusje. Ze is stoer, in de vijftig en melkt met haar zussen de koeien. Soms drinken we als dorpsgenoten koffie, maar ze heeft geen idee. En ik doe er alles aan dat zo te houden. Wat zou ik moeten zeggen?

Mistig

“Het is in mijn hoofd nog even mistig. Naar elk van deze vier vrouwen in mijn leven heb ik verlangd met mijn hele lichaam, maar nu ik vrij ben lijkt de weg naar een openlijk lesbische relatie alleen maar lastiger. Ik zit op een datingsite, maar heb geen idee welke kenmerken van iemand de doorslag moeten geven. Kleur haar? Hobby’s? Kinderen? Ik denk weleens aan die oude tante van me, die haar leven lang met een vrouw samenwoonde. Niemand in de familie die daarover sprak. En mijn zus die wel openlijk lesbisch is, wordt nooit uitgenodigd door familie.

“Niet dat dit me tegenhoudt om uit de kast te komen, mijn moeder is allang dood. Maar dat er iets is wat me tegenhoudt, is duidelijk. Onlangs was er een reünie van de lagere school, de tweede al. Tijdens de eerste reünie had mijn parfumflesliefde me verteld dat ze samen was met een vrouw. Toen begreep ik waarom ik haar zo leuk had gevonden, die vrouwenerotiek moet ik onbewust al gevoeld hebben toen we acht waren, dat was wat we deelden. Nu we elkaar een tweede keer opnieuw zouden zien, nam ik me voor haar alles over mezelf te vertellen, wat ze had betekend. Maar toen bleek dat ze had afgezegd.

“Soms denk ik, had mijn man maar een ander karakter gehad. Dan had ik me kunnen blijven verstoppen in ons huwelijk. Was hij maar minder seksueel geweest. Kon hij bij wijze van spreken zijn affectie maar tonen zonder aan te raken, door gewoon zoals we vroeger vaak deden, samen wandelingen te maken en de dag te bespreken. Hoeveel oude huwelijken zijn er niet zonder seks? Als dit soort vriendschap er tussen ons was geweest met zorgzaamheid, wederzijdse betrokkenheid, als ons huwelijk kortom gelijkwaardiger was geweest, had ik het nooit opgebroken. Maar ik kon niet meer tegen de ongelijkheid in verlangen, de manier waarop hij man wilde zijn. Niet dat we elkaar haten, hij helpt me nog in de tuin. Maar tot op de dag van vandaag zijn we nooit wezenlijk tot elkaar doorgedrongen. Ook hij heeft geen idee van mijn geaardheid. Mijn hele leven heb ik geprobeerd te bewijzen dat ik kon zijn zoals iedereen.”