De Monitor Groene Economie wordt opgesteld op basis van een aantal indicatoren van de Oeso (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, nvdr). Er wordt onder meer rekening gehouden met hoe we consumeren en produceren, met de hoeveelheid broeikasgassen die daarbij vrijkomt, en met het overheidsbeleid.

De monitor toont aan dat de Vlaamse economie de laatste jaren wel degelijk groener is geworden. Zo verbruiken we minder energie en water voor de productie van goederen en diensten, en stoten we daarbij ook minder broeikasgassen uit.

Toch doorstaat Vlaanderen de vergelijking met de buurlanden en met referentielanden als Denemarken en Zweden niet zonder kleerscheuren. “In vergelijking met die landen scoren we vrij slecht. Onze economie blijft een grote druk leggen op het natuurlijk kapitaal”, zo klinkt het.

“Het beleid kan veel ambitieuzer”

De auteurs van het rapport benadrukken dat Vlaanderen “een versnelling hoger zal moeten schakelen”. Daarvoor wordt in de richting van de overheid gekeken. “Onze economie is een logge boot die we van koers moeten veranderen. Dat vraagt heel wat stuurmanskunst”, zei Arne Daneels van het departement Leefmilieu.

Volgens Daneels kan het beleid “veel ambitieuzer”, aangezien het rapport aantoont dat de strengere Vlaamse milieunormen van de laatste jaren er vooral zijn gekomen om aan de Europese regels te voldoen. Vlaanderen neemt dus weinig eigen initiatieven.

Concreet pleiten de auteurs onder meer voor hogere milieubelastingen en een betere bewustmaking bij burgers en bedrijven.