Een team wetenschappers bevroeg 14.000 Amerikanen tussen 18 en 65 jaar oud over hun schaamhaar en seksleven. Van ongeveer de helft van de proefpersonen ontvingen ze een reactie en hun antwoordden leidden tot enkele opvallende trends. De mensen die al hun schaamhaar wegscheren, hebben de neiging om meer seksueel actief te zijn dan mannen en vrouwen die hun bosje ongemoeid laten. Wie zijn of haar schaamhaar bijwerkt, zou mogelijk ook gevoeliger zijn voor soa’s. De reden? Bij wie trimt of scheert kunnen kleine wondjes ontstaan in de huid. Bij seksueel contact kunnen infecties zich daardoor beter vasthechten.

De vorsers keken ook hoe mensen hun schaamhaar het vaakst in toom houden. Mannen kiezen meestal voor een elektronische trimmer, terwijl de meeste vrouwen opteren voor een gewoon scheermesje. In de studie werd elke manier van schaamhaar bijwerken in verband gebracht met een hoger risico op soa’s maar hoe vaker mensen scheren, hoe groter de kans.

Uit de analyse blijkt dat mensen met de meest extreme scheergewoonten drie tot vier keer gevoeliger kunnen zijn voor infecties die ontstaan door huidcontact, zoals herpes en het humaan papillomavirus (HPV). De resultaten zijn niet allemaal verontrustend. Wie veel scheert, zal zelden last ondervinden van schaamluizen omdat die net schaamhaar nodig hebben. Ondanks de bevindingen zijn de vorsers kritisch. Ze zeggen dat het onderzoek louter gebaseerd is op zelfrapportage en het dus moeilijk is om conclusies te trekken over oorzaak en gevolg die honderd procent betrouwbaar zijn. De vorsers zijn immers niet op de hoogte wat er bij de deelnemers eerst was: de infectie of een kale intieme zone.