Direct naar artikelinhoud
Economie

Manager worden? Liever niet, toch bedankt

De Londense City.Beeld In Pictures via Getty Images

Niemand wil nog manager worden, en zij die het zijn hunkeren naar een andere job. De ooit zo prestigieuze functie zit in het slop. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Boston Consulting Group, toepasselijk getiteld ‘The End of Management’.

In de zomer van 2010 zorgde de gerenommeerde Amerikaanse zakenkrant Wall Street Journal voor ophef door op haar pagina’s ‘The End of Management’ te titelen. De businessgoeroe Peter Drucker, zeg maar de vader van het hedendaagse management, had twijfels geuit over de toekomst van de manager. Volgens hem waren de ontwikkelde technieken voor het runnen van grote bedrijven verantwoordelijk voor een ongekende wereldwijde welvaart. Maar kon dit de grote innovaties van de 20ste eeuw overleven én gedijen in de 21ste eeuw? Het moderne management nadert zijn existentiële moment. Al had Drucker het wellicht niet zo scherp gezet als de Wall Street Journal.

“Drucker was allicht visionair”, glimlacht Peter Adams, die het Brusselse kantoor leidt van de internationale Boston Consulting Group (BCG). Uit onderzoek van BCG blijkt dat er voor het eerst nooit zo weinig mensen zijn geweest die manager willen worden. De opvallendste conclusie is dat werknemers vandaag niet meer willen doorgroeien naar een managementpositie. Amper 9 procent droomt ervan ooit manager te worden. Manager is dus geen prestigieuze job meer, integendeel. Zelfs wie vandaag manager is, zou er eigenlijk het liefst de brui aan geven. Twee derde (63 procent) van de managers wil binnen vijf à tien jaar liever geen manager meer zijn.

Volgens Adams is de jobinhoud vandaag te complex geworden. “Een hedendaagse manager moet te veel verschillende rollen combineren. Tegelijk voelt hij of zij zich onvoldoende gesteund door de raad van bestuur, en ontbreekt het aan de nodige autonomie. Hij of zij moet handelen, maar wordt tegelijk te veel beperkingen opgelegd.” Dat leidt tot stress en werkdruk. Mensen in een managementfunctie zijn volgens het onderzoek overwerkt (71 procent) en ervaren veel stress (69 procent).

Hooggeschoolden 

Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige bij hr-dienstengroep Randstad, ziet de grote wijzigingen in de arbeidsmarkt als katalysator. “Er was een tijd dat een managementfunctie hoog aangeschreven stond. Het gros van de mensen was middengeschoold. Vandaag is zowat de helft van de mensen op de arbeidsmarkt hooggeschoold. Dat heeft tot gevolg dat een managementfunctie niet meer datzelfde prestige heeft als weleer. Tegelijk was een managementfunctie vaak de enige doorgroeimogelijkheid. Al hebben we dat vaak verkeerd aangepakt. Mensen wilden liever expert zijn in een functie, terwijl een manager veel is, maar geen expert.”

Dat beaamt Peter Adams: “Iemand is goed in zijn job, en groeit zo door tot manager. Terwijl die job vele taken omvat die men veel liever niet zou moeten invullen.” Voor Adams ligt de oplossing in het herdefiniëren van de opdracht. “Nu worden van de hedendaagse manager te veel verschillende competenties verwacht. Het omzetten van de bedrijfsdoelstellingen, de strategie over de te volgen weg, en ook nog eens een heuse coach voor zijn mensen. Dat zijn te veel rollen voor één persoon. Bedrijven moeten veel meer een start-upmentaliteit kweken, waarbij verschillende teams gezamenlijk opereren.”

Coaching en communicatie 

Xavier Baeten, professor Bestuur & Ethiek aan de Belgische managementschool bij uitstek Vlerick, verklaart de onvrede doordat we in een context zitten waarin bedrijven veel sneller moeten gaan handelen en inspelen op veranderingen. “Dat geeft op zich al meer onzekerheid en daar kijkt men niet altijd naar uit. Er moet dus veel sneller geschakeld worden. Dat zet uiteraard druk op managers.” 

Om dat sneller schakelen te kunnen realiseren, moeten ze volgens Baeten veel meer inzetten op coaching, communicatie en vernieuwing. En een kader scheppen waarin hun teams kunnen gedijen en grootse zaken realiseren. Tegelijkertijd zijn werknemers ook minder geduldig, willen ze feedback, vooruitkomen. “Als je dat alles optelt voel je dat managers meer dan ooit nodig zijn, maar dat de invulling van hun job fundamenteel anders is dan vroeger”, zegt Baeten.

Minder bazen

Jan Denys merkt op dat door die veranderende context de populatie managers nog meer genepen zit dan voorheen. “Aan de ene kant werknemers die almaar hoger geschoold zijn, mondiger, veeleisend. Denk maar aan de groeiende vraag omtrent work-life balance, of het verwijt dat het management de oorzaak is van de vele burn-outs. Tegelijk daarmee is er nog de druk van bovenaf door de snel veranderende marktomgeving waarin bedrijven opereren.”

Xavier Baeten: “Iets wat hier zeker mee te maken heeft, is dat we de laatste tijd, en vooral in de financiële sector, toch een paar cases gehoord hebben waar men drastisch heeft gesneden in de populatie managers. Om de organisaties vlakker te maken, met minder hiërarchische lijnen, minder ‘bazen’. Om snel te kunnen schakelen mogen er niet te veel hiërarchische niveaus zijn. Vandaar dat men de neiging heeft om te zeggen dat managers overbodig zijn.” 

Het is evenwel te kort door de bocht om gewoon heler managementlagen weg te knippen, weet Baeten. “Het klopt absoluut niet dat we geen managers meer nodig hebben, wel hebben we managers nodig die over een andere set vaardigheden beschikken dan vroeger.”