Centrumlinkse Alberto Fernández verslaat zittend president Mauricio Macri in Argentijnse verkiezingen
In Argentinië heeft de centrumlinkse oppositiekandidaat Alberto Fernández de presidentsverkiezingen gewonnen. Hij versloeg ontslagnemend president Mauricio Macri, een liberaal-conservatief. Een tweede ronde lijkt niet meer nodig te zijn.
Met zowat 95 procent van de stemmen geteld, lijkt de buit binnen voor de centrumlinkse kandidaat Alberto Fernández. Hij klokt voorlopig af op 48 procent van de stemmen, tegenover 40,5 procent voor zittend president Mauricio Macri.
Fernández heeft daarmee genoeg aan een eerste stemronde. Een kandidaat moet in de eerste ronde minstens 45 procent halen of 40 procent met een voorsprong van 10 procentpunten op de kandidaat die als tweede eindigt.
Op die manier komt de centrumlinkse peronistische partij na 4 jaar liberaal-conservatief beleid opnieuw aan de macht in Argentinië, de op twee na grootste economie van Latijns-Amerika. "Dit is een grote dag voor Argentinië", reageerde Fernández al tegenover de pers.
Zittend president Macri boette het voorbije jaar enorm aan populariteit in. Argentinië heeft te kampen met een diepe economische crisis. Zowat 35 procent van de bevolking leeft in armoede en 3,5 miljoen Argentijnen zijn dakloos. Vorig jaar moest Macri nog 57 miljard dollar aan noodhulp vragen aan het Internationaal Monetair Fonds.
Die noodhulp ging gepaard met een besparingsprogramma, dat volgens Macri zijn vruchten nog moet afwerpen maar door de bevolking allerminst gesmaakt werd. Hij vroeg met de slogan "ja, we kunnen het" het vertrouwen van de bevolking om zijn beleid te kunnen voortzetten. Het lijkt er echter op dat het geduld van de Argentijnen op is.
Wie heeft de echte macht?
Dat Fernández de eerste ronde van de presidentsverkiezingen zou winnen, stond in de sterren geschreven. Al bij de voorverkiezingen in augustus gaf Fernández Macri het nakijken en in de peilingen werd Macri's achterstand alleen maar groter.
Na die voorverkiezingen ontstond er paniek op de financiële markten, tot ver buiten Argentinië. De aandelen van Argentijnse bedrijven doken naar beneden en de waarde van de peso daalde met 25 procent tegenover de dollar. En dat had alles te maken met de running mate van Fernández: Cristina Fernández de Kirchner (geen familie overigens).
Zij was presidente van 2007 tot 2015 en staat symbool voor het "Kirchnerisme" in Argentinië, een links-populistisch beleid. Samen met haar man Néstor Kirchner (2003-2007) was ze 12 jaar aan de macht. Ze haalden Argentinië aanvankelijk uit het slop nadat het land eind 2001 bankroet ging, maar het presidentschap van Cristina liep minder goed af. In 2015 moest ze ontslag nemen door beschuldigingen van corruptie.
De markten vertrouwen Cristina voor geen haar. Alberto Fernández was overigens kabinetschef van zowel Néstor als Cristina Kirchner, maar het laatste decennium was hij amper nog politiek actief. De vraag is nu wie van de twee - president Fernández of vicepresidente Fernández de Kirchner - aan de touwtjes zal trekken in La Casa Rosada, de ambtswoning van de president.
"Fernandez is een lowprofile-figuur", zegt correspondent Tom Dieusaert in "De ochtend" op Radio 1. "Eigenlijk is hij niets meer dan een stroman. Iedereen weet dat achter hem Cristina schuilt. Maar zij is te polariserend en was in allerlei rechtszaken verwikkeld. Daarom hebben ze hem gekozen."
De nieuwe president moet de economie er nu weer bovenop zien te helpen. Volgens Dieusaert zal hij dat op een gematigde manier doen. "Hij wil vooral geen radicale uitspraken doen. Hij heeft al gezegd dat Argentinië de lening bij het IMF zal afbetalen en niet opnieuw in bankroet zal gaan. En hij wil ook proberen om die inflatie te stoppen en ervoor zorgen dat de middenklasse het opnieuw beter heeft."
Bekijk hier de reportage uit "Het Journaal"
