Direct naar artikelinhoud
Reportage

‘Kalverstrijd’ in het grensgebied: niet iedereen is blij met komst van Nederlandse megastal

De vergunning voor een megastal in het Vlaamse Baarle-Hertog op amper vijftig meter van bestaande stallen aan Nederlandse kant, in Baarle-Nassau, zorgt voor onrust.Beeld John van Hamond

Een vergunning voor een nieuwe kalverstal in Baarle-Hertog zorgt voor onrust. Gevreesd wordt dat Nederlands grootste speler in de sector probeert uit te wijken naar ons land. Met in zijn kielzog nog anderen. ‘En dan blijven wij hier letterlijk en figuurlijk met de shit zitten.’

Tanja Van der Walle zucht diep als we haar vragen naar de hele heisa. Anderhalf jaar geleden diende ze een aanvraag in voor een kalverstal van 2.480 dieren in het Belgische Baarle-Hertog, pal aan de grens met Nederland. Van der Walle is de dochter van Ben Van der Walle, die aan de Nederlandse kant van de grens zo’n vijftig meter verderop, al een stal voor 1.900 kalveren heeft liggen. “Ik ben als boerendochter opgegroeid tussen de kalfjes, heb nooit iets anders geweten. Ik werkte mee in het bedrijf van mijn ouders. Maar nu ben ik 45 jaar, mijn kinderen worden wat groter en dus vond ik het tijd om iets op te bouwen voor mezelf. Mijn ouders hadden aan Belgische kant nog een lap grond liggen die ik kon overnemen.”

Boerendochter Tanja, die tegenwoordig in het Vlaamse Hoogstraten woont, kreeg zonder al te grote problemen haar vergunning. Eerst bij de provincie Antwerpen. Na een beroepsprocedure die de gemeente Baarle-Hertog samen met Natuurpunt was gestart tegen de komst van de stal, kreeg ze ook gelijk van de toenmalige minister van Landbouw Koen Van den Heuvel (CD&V). Die leverde, nog net voor de ministerwissel, een definitieve vergunning af.

Sindsdien staat de grensstreek in rep en roer. De stal van Tanja groeide uit tot een symbool en kwam in de schijnwerpers te staan in de Nederlandse krant NRC Handelsblad. Gevreesd wordt dat de grote stikstofdiscussie in Nederland  boeren met hun megastallen de grens zal doen overwippen. Nederland moet van de Nederlandse Raad van State meer doen om de uitstoot van stikstof in natuurgebieden terug te dringen. Daarbij komt vooral de veehouderij in het vizier, door de uitstoot van ammoniak. Wanneer ammoniak zich verbindt met stikstof die in de lucht circuleert ontstaan er gevaarlijke stikstofdioxides. Er liggen nu in Nederland plannen op tafel om stalsystemen die veel ammoniak uitstoten te saneren en de veehouderij in zijn geheel in te krimpen. 

In Vlaanderen worden de Europese stikstofrichtlijnen minder strikt toegepast, waardoor boeren er wél nog een vergunning krijgen. Terwijl er in Nederland gekeken wordt naar de uitstoot per regio, wordt er in Vlaanderen naar de uitstoot per bedrijf gekeken. Ligt die onder de Europese norm, dan kan het bedrijf een vergunning krijgen. Ook al ligt er dus, zoals in dit geval, nog geen vijftig meter verder een bedrijf met gelijkaardige uitstoot en zou de gecumuleerde uitstoot veel hoger liggen dan de norm.

Land van Mark en Merkske

“Onbegrijpelijk”, omschrijft Erik van der Vloet, schepen voor N-VA in Baarle-Hertog, de hele toestand. “Dat de minister een definitieve vergunning afgeleverd heeft, zelfs tegen het advies van zijn eigen commissie in, dat is vreemd.” Baarle-Hertog was al van bij het begin van de aanvraag tegen. De stal komt namelijk opvallend dicht bij het natuurgebied Land van Mark en Merkske te liggen. 

Schepen Van der Vloet twijfelt ook openlijk aan het verhaal van Tanja Van der Walle. “Ze zegt dat ze een eigen bedrijf wil oprichten, maar wij zijn bang dat de twee stallen, die vlak bij elkaar komen te liggen en van familieleden zijn, in de praktijk als één stal zullen functioneren. Dan krijg je dus een stal van bijna 4.500 kalveren, met al het vrachtverkeer dat daarbij hoort. Dit is een open gebied, met nog grondgebonden familiale landbouwbedrijven. Die horen hier thuis. De Van der Walles noem ik geen boeren, dat zijn industriëlen.”

Ook Natuurpunt ziet de komst van de stal met lede ogen aan. “Het Land van Mark en Merkske geniet Europese bescherming, wat wil zeggen dat je er alles aan moet doen om de natuur in stand te houden. De natuur gaat hier echter achteruit”, zegt Stan Geysen van Natuurpunt. 

De stikstofdioxides zijn volgens Natuurpunt de boosdoener. Geysen: “Die zorgen ervoor dat netels en bramen alles kunnen overwoekeren en dat de oorspronkelijke vegetaties in het gebied verdwijnen. Uit een recente studie van de KU Leuven blijkt dat de natuur al nadeel ondervindt wanneer er 6 à 7 kilogram stikstofdioxide per hectare neerdaalt. In Vlaanderen zitten we nu al gemiddeld op 23 kilogram per hectare. Hier in de Kempen, waar samen met West-Vlaanderen de meeste intensieve veeteelt zit, zien we pieken van 40 kilogram per hectare. Nog een megastal erbij, is dus absoluut niet wenselijk.”

Land van Mark en Merkske
Beeld John van Hamond

Niet alleen schepen Van der Vloet heeft er last van, ook bij Natuurpunt hebben ze de grootste moeite om vader en dochter Van der Walle als ‘gewone’ boeren te zien. Van de Walle had namelijk jarenlang een groot aantal kalverbedrijven. Die heeft hij in 2016 verkocht aan de Nederlandse VanDrie Group, de wereldmarktleider in kalfsvlees.  Dochter Tanja zegt nu vooral zelf graag een kalfjesbedrijf te willen, maar destijds zei haar vader, een zeventiger, in de media dat hij zijn bedrijven verkoopt ‘omdat er geen zicht is op interne opvolging’.  

Nog volgens de vader was de verkoop aan VanDrie ook logisch. Hij heeft immers al jarenlang “een intensieve samenwerking” met de wereldmarktleider. Om dat te begrijpen, is enig inzicht nodig in hoe de kalverhouderij werkt. Het is geen landbouwsector als een andere, staat te lezen op de website van Vilt, het Vlaams infocentrum voor land- en tuinbouw. Het kweken van vleeskalveren is top-down georganiseerd door enkel grote spelers, integratoren genoemd. Bedrijven dus die de hele keten van begin tot einde in handen hebben.

Kalfjes zijn eigenlijk restafval van de melkveehouderij. Een koe geeft immers enkel melk als ze heeft gekalfd. Via handelaren kopen de integratoren 14 dagen oude kalveren op, sorteren die in verzamelcentra op vleestype en geslacht om ze dan definitief te verhuizen naar verschillende locaties waar ze vetgemest worden op gespecialiseerde landbouwbedrijven. Het voeder, kalvermelk en granenmengeling, wordt geleverd door de integratoren. De mest wordt door hen opgehaald en als de kalfjes eenmaal zijn vetgemest gaan ze naar een slachthuis van die integrator. De kalverhouder zelf krijgt een vergoeding per dierplaats.

Een kalverhouderij levert dus, cru gezegd, vetmestplaatsen voor kalveren. De grootste integrator en wereldmarktleider is de Nederlandse VanDrie Group. Het Nederlandse reportagemagazine Zembla nam vorige week nog de groep onder de loep. Uit de reportage bleek dat het bedrijf, naast de eigen kalveren, ook nog eens 800.000 kalveren importeert om in Nederland vet te mesten. Daarna wordt 95 procent van al het kalfsvlees weer geëxporteerd. Sinds kort ook naar China, waar de VanDrie Group recentelijk als enige kalverbedrijf ter wereld een handelsovereenkomst kon afsluiten. 

In Nederland werken goed 1.100 van de 1.500 kalverbedrijven voor de VanDrie Group. De VanDrie Group heeft dan ook om de business te doen draaien bijzonder veel vetmestplaatsen nodig bij kalverhouderijen. In Nederland wordt het echter door de hele stikstofdiscussie steeds moeilijker om uit te breiden. Bij Natuurpunt vrezen ze dat megastallen zoals die van Tanja Van der Walle pogingen zijn van de marktleider om uitwegen te zoeken richting Vlaanderen.

Bij het departement Landbouw en Visserij twijfelen ze daaraan. “De stikstofregelgeving is Europees bepaald en geldt in elke lidstaat”, zegt woordvoerster Nele Van Slembroeck. “Het heeft dus geen enkele zin voor de Nederlanders om naar Vlaanderen te komen. We hebben het afgelopen jaar ook een aantal parlementaire vragen gehad over de zogenaamde vlucht van Nederlandse boeren omwille van de stikstofdiscussie. Maar uit onze cijfers blijkt niet dat dat een trend is.” Bij de Boerenbond verwijzen ze ook naar de cijfers van het departement. “Uit die cijfers blijkt geen vlucht van Nederlanders naar onze Kempen”, klinkt het.

Stromannen

Er is misschien geen openlijke vlucht, maar het belet grote spelers op de Nederlandse markt niet om hier braakliggende percelen via stromannen te proberen inpalmen, stelt wethouder (schepen) Hans van Tilborg van de Nederlandse gemeente Baarle-Nassau. “Aan Nederlandse kant, hier in Noord-Brabant, is het momenteel uitgesloten dat iemand een vergunning krijgt voor een nieuwe megastal zoals die van dochter Van der Walle. Dat die bedrijven proberen uitwijken en profiteren van een wetgeving in een ander land waar het minder strikt is, lijkt me logisch. Je kan het hen niet eens kwalijk nemen.”

De Nederlandse gemeente stapte ook mee in het protest tegen de stal. Want al zal die op Belgisch grondgebied liggen, hij zal wel gevolgen hebben voor Baarle-Nassau en omgeving. Stikstofdioxides verplaatsen zich namelijk door de lucht. Ter voorbeeld: uit studies is al gebleken dat op momenten dat de boeren in West-Vlaanderen hun mest uitrijden er tot in Parijs verhoogde stikstofdioxidewaarden gemeten worden.

Bij Natuurpunt volgen ze de theorie van de stromannen. Ze zagen in de hele Kempen al een schaalvergroting van de landbouw: niet alleen bij kalveren, maar evengoed bij kippen, varkens en runderen. “Het is ons al opgevallen dat er de laatste tijd in onze grensregio verschillende megastallen worden neergepoot”, zegt Geysen. “Mensen die in de verste verte niets met kalveren of boerenstiel in het algemeen te maken hebben, zoals de manager van een bekende artiest, vragen nu een vergunning aan voor een grote stal. Die manager is evenmin een boerenzoon te noemen.”

Ook andere burgemeesters van Kempense boerengemeenten voelen dat er iets gaande is. “Wij krijgen geregeld infovragen vanuit Nederland”, zegt Frank Wilrycx (Open Vld), burgemeester van Merksplas. “Niet alleen over kalveren, maar evengoed over kippen en varkens. Dan gaat het om Nederlandse bedrijven die eens polsen wat de mogelijkheden hier zijn. Ik hoor dat ook bij collega’s in andere Kempische gemeenten, zeker die in de grensstreek.”

In Merksplas weten ze maar al te goed dat het bij ons makkelijker is om aan vergunningen te raken dan in pakweg Nederland. Recent nog kreeg een aanvrager, een local weliswaar, een vergunning voor 1.500 kalveren en moederkoeien in de Markvallei, een beschermd gebied. Ook in dit dossier gaf de gemeente negatief advies, maar verleende de provincie wel de vergunning. De gemeente en Natuurpunt gingen in beroep bij de minister, maar ondanks negatief advies van de eigen commissie bekrachtigde de minister, toen nog Joke Schauvliege (CD&V), de vergunning. Of er in Merksplas sprake is van een stroman is moeilijk te zeggen.

Geysen is er wel van overtuigd dat de VanDrie Group achter de komst van de kalverstallen zit en ook alles financiert. Ook schepen Van der Vloet van Baarle-Hertog denkt in die richting, al noemt hij liever geen namen van bedrijven. “Concrete aanwijzingen heb ik niet, maar je kan er donder op zeggen dat Nederlandse boeren of beter gezegd, agro-industriëlen, hun heil gaan zoeken over de grens als ze in eigen land aan banden gelegd worden.”

Bij Natuurpunt wijzen ze op nog een ander probleem. Geysen: “Het kalfsvlees uit die megastallen is bedoeld voor export. De winsten van dit alles gaan naar Nederland. Wij blijven hier dus zitten met enkel de mest en de bijhorende stikstof. Het is vooral erg dom van de Vlaamse overheid om vergunningen voor dergelijke stallen te verlenen. We blijven hier letterlijk en figuurlijk met de shit zitten.”

Zowel Natuurpunt als de gemeente Baarle-Hertog willen nog een laatste poging doen om de stal in Baarle-Hertog tegen te houden. Ze stappen allebei naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De VanDrie Group zelf wil op deze zaak niet reageren. Ook aan het Nederlandse Zembla weigerden ze eerder al elke commentaar. Voormalig minister Van den Heuvel liet weten dat het dossier volgens de Vlaamse wetgeving voldeed aan alle vereisten, maar dat hij wel enkele voorwaarden heeft opgelegd. Zo moet het bedrijf aan al haar leveranciers vragen om niet door de woonkern van Zondereigen, een gehucht van Baarle-Hertog, te rijden.