Direct naar artikelinhoud
Onrust in Irak

Premier Irak biedt ontslag aan na bloedige onlusten

De Iraakse premier Adel Abdul Mahdi.Beeld Ahmad al-Rubaye / AFP

Na een maand van hevige protesten, waarbij zo’n 250 doden zijn gevallen, heeft de Iraakse premier Adel Abdul Mahdi donderdag aangeboden om ontslag te nemen. Hij is de tweede Arabische premier deze week die lijkt te buigen voor woedende demonstranten. Enkele dagen eerder was de Libanese premier Saad Hariri al opgestapt om demonstranten in zijn land tegemoet te komen.

In tegenstelling tot Hariri is Mahdi niet meteen weg. In een toespraak op televisie liet president Barham Salih weten dat Mahdi pas vertrekt als er een geschikte opvolger is gevonden, zodat er geen machtsvacuüm ontstaat. Hij beloofde ook dat er een nieuwe kieswet komt en dat er een nieuwe kiescommissie zal worden ingesteld, waarna er vervroegde verkiezingen kunnen worden uitgeschreven.

In Irak wordt al weken gedemonstreerd. Ondanks de enorme opbrengsten van de Iraakse olie is de werkloosheid hoog en zijn de voorzieningen zo slecht dat er bijna nooit elektriciteit of stromend water is. Al het geld, zo klagen de demonstranten, verdwijnt in de zakken van de politieke elite en van machtige milities.

Extra bedreigend

Wat extra bedreigend is voor de autoriteiten, is dat deze protesten niet langs de oude sektarische lijnen lopen. Soennieten die ontevreden zijn over de door sjiieten gedomineerde regering werden in het verleden weggezet als een stelletje terroristen. Dit keer gaan vooral sjiieten de straat op om het vertrek van de regering en de invoering van een nieuw politiek systeem te eisen.

Het is de vraag of de demonstranten tevreden zijn met de toezeggingen van president Salih. Het proces dat moet leiden tot nieuwe verkiezingen kan nog maanden duren. En ook het vinden van een geschikte opvolger voor Mahdi zal niet gemakkelijk zijn. Na de verkiezingen in mei 2018 werd er meer dan zes maanden onderhandeld voordat Mahdi als compromiskandidaat werd geaccepteerd door de twee grootste partijen.

De situatie wordt nog ingewikkelder door de rol die het buurland Iran in het hele proces lijkt te spelen. Muqtada al Sadr, de leider van het grootste politieke blok en een van de invloedrijkste sjiitische geestelijken van het land, was begin deze week al bereid om Mahdi te offeren. Hij zocht hulp bij zijn rivaal Hadi al-Amiri, de leider van de tweede partij van het land, die wordt gesteund door Iran. Al-Amiri verklaarde een motie van wantrouwen tegen de premier te willen steunen, maar vervolgens gebeurde er een dag niets. Volgens het persbureau Reuters werd al-Amiri door Teheran op de vingers getikt en moest hij Mahdi blijven steunen. Weer een dag later kwam het aanbod dat Mahdi vertrekt als er een geschikte opvolger is gevonden.

Zakenkabinet

Ook in Libanon is het onwaarschijnlijk dat Hariri nu van het politieke toneel is verdwenen. De demonstranten (die ook hier voor het eerst niet langs sektarische lijnen hebben geprotesteerd) willen net als de Irakezen dat het politieke stelsel verandert en dat de corrupte politieke elite verdwijnt. Zij hopen op een zakenkabinet dat Libanon uit de diepe financiële crisis kan leiden en voor een niet-sektarische kieswet zal zorgen.

Op dit moment lijkt Hariri echter de meest waarschijnlijke kandidaat om een nieuwe regering te leiden: hij geniet de steun van een groot aantal politieke groeperingen en ook van de internationale gemeenschap. Bovendien is hij de populairste politicus onder de Libanese soennieten – en vooralsnog zit de wet zo in elkaar dat de premier een soenniet moet zijn, de parlementsvoorzitter een sjiiet, en de president een maronitische christen.