Direct naar artikelinhoud
Verkiezingen Spanje

‘Ik zou graag willen dat mijn leven begint’: drie Spanjaarden vertellen hun verhaal

Patricia Herraiz.Beeld cesar dezfuli

Voor de vierde keer in vier jaar zijn er in Spanje zondag verkiezingen. Ondertussen wordt het land niet geregeerd, waardoor het achterop raakt in Europa. Aan de bevolking denkt niemand meer in al het politiek geweld. Drie Spanjaarden vertellen hun verhaal: ‘Eigenlijk zouden de jongeren de straat op moeten gaan.’

Patricia Heraiz, lerares

Basisschoollerares Patricia Heraiz doet sinds 2008 mee aan de toelatingsexamens voor een baan in het tweetalig publiek onderwijs. “Ik ben nooit verder gekomen dan de reservelijst. Dat betekent dat je wordt gebeld voor de tijdelijke vacatures. Van de ene op de andere dag kun je overal heen worden gestuurd. Meestal kom je terecht in een dorp in de bergen, soms op wel twee uur rijden vanaf Madrid.”

“Tussendoor ben ik drie jaar in de VS geweest, in Houston. Ik dacht dat ik daarmee zou opvallen. Ik heb mijn cv naar vierhonderd scholen gestuurd, naar alle semipublieke en privéscholen in de regio Madrid. Eén school schreef me terug: bedankt, maar we hebben geen plek.”

“Ik vind het verschrikkelijk. Als ik meer zekerheid had, kon ik een huis voor mezelf huren. Nu woon ik samen met mijn zus. Ik moet telkens berekenen wat wel en niet kan: een cursus padel? Een vakantie? Niet alleen voor mij is die onzekerheid slecht. Kinderen krijgen steeds nieuwe leraren voor hun neus.”

“De Spaanse politiek is verlamd. Ik vind dat er geld moet komen voor schoolboeken. Nu werken vijf leerlingen soms samen met één boek. En er moeten meer vaste banen zijn. Vorig jaar werkte ik op een school waar drie van de dertig leraren vaste krachten waren. Het probleem is dat vaste aanstellingen duurder zijn: je krijgt dan in de vakanties doorbetaald, je krijgt een ziektekostenverzekering.”

“Staken? Dat kan ik me niet veroorloven. Als je een dag staakt, wordt er zo 100 euro van je loon afgetrokken.”

Angeles Romero.Beeld cesar dezfuli

Angeles Romero, gepensioneerde

Gepensioneerd naaister Angeles Romero (72) wil niet klagen. “Van mijn pensioen - ongeveer 1.600 euro in de maand - kan ik goed leven. Ik weet dat de gepensioneerden in Spanje veel lawaai maken en dat ze de straat op gaan om te protesteren. Maar ik heb daar nooit aan meegedaan. Als je in Spanje een klein pensioen hebt, dan heb je zelf te weinig ingelegd. Je moet weten: er is hier een grote grijze economie. Niet iedereen die werkt betaalt premies. Dan moet je ook niet klagen als je later weinig pensioen krijgt.”

“Het is anders met sommige vrouwen die gescheiden zijn. Zij waren altijd huisvrouw en konden dus niet inleggen. In theorie zou hun man voor hen moeten betalen, maar dat gebeurt niet altijd. Ik heb het zelf meegemaakt: na mijn scheiding weigerde mijn man alimentatie te betalen voor onze gehandicapte zoon. Ik kon een rechtszaak aanspannen zodat hij naar de gevangenis zou moeten, maar dan zou ik nooit meer rust hebben. Wat als hij mij iets zou aandoen?”

“Om de pensioenen betaalbaar te houden, zou er een belastinghervorming moeten komen. Het is hier heel normaal om zwart te betalen. Laatst nog, ik moest mijn auto laten spuiten. Vroegen ze me: met of zonder btw? Met btw, zei ik. Ik ben blijkbaar de enige die zo dom is belasting te betalen.”

“Eigenlijk zouden de jongeren de straat op moeten gaan. Zij hebben het veel slechter dan wij gepensioneerden. Maar er zijn in Spanje veel ouderen. De politiek durft hen niet tegen de haren in te strijken.”

Yosebo Faro.Beeld cesar dezfuli

Yosebo Faro, lichttechnicus

Yosebo Faro (30) is opgegroeid op de Canarische Eilanden. “Daar heb ik een beroepsopleiding gevolgd tot lichttechnicus. Ik heb er ook een tijdje gewerkt voor een audiovisueel bedrijf. Het was normaal om 15 of 16 uur op een dag te werken, soms zelfs 21 uur. Voor de overuren kreeg je slecht betaald.”

“Ik ging de strijd aan met mijn baas en werd ontslagen. De rechter gaf mij gelijk. Tot januari kan ik vooruit met mijn ontslagvergoeding. Dat is de tijd die ik mezelf heb gegeven om een nieuwe baan te vinden in Madrid.”

“Van mijn schoolvrienden is eigenlijk niemand gebleven op de Canarische Eilanden: ze zijn vertrokken naar Madrid, naar Barcelona of naar het buitenland. Wat is daar te doen, behalve de rijke Europeanen hun drankjes voorzetten?”

“Het is niet uit vrije wil dat mijn vrienden en ik niet op onszelf wonen. Er is een huurbubbel, de huren worden steeds hoger. De regering zou de huurstijging aan banden moeten leggen. En het minimumloon moet omhoog. De politici moeten maar eens proberen te leven van 900 euro in de maand. In een stad als Madrid ben je dat bedrag al kwijt aan een appartement.”

“Ik zou graag willen dat mijn leven begint. Als ik kon kiezen, ging ik terug naar de Canarische Eilanden. Ik houd van het levensritme daar. De mensen zijn rustig, vriendelijk, open. Heel anders dan in Madrid, waar iedereen haast heeft. Hier word ik al moe als ik de metro moet nemen.”