Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

‘Stop de verengelsing van ons onderwijs’: wetenschappers en schrijvers trekken aan de alarmbel

Gita Deneckere is decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de UGent: ‘Er moet in Vlaanderen beter nagedacht worden over het democratische en culturele deficit dat met de verengelsing gepaard gaat.’Beeld Thomas Sweertvaegher

In een nieuwe publicatie houden voornamelijk Nederlandse schrijvers en academici een pleidooi voor het behoud van de Nederlandse taal. In Nederland is de verengelsing van het onderwijs helemaal doorgeslagen, menen ze. Maar ook in Vlaanderen stijgt de druk.

We moeten het Nederlands koesteren. Dat is in een notendop de boodschap die een grote schare overwegend Nederlandse en ook enkele Vlaamse columnisten, schrijvers en wetenschappers brengen in de bundel Against English, die volgende week uitkomt. Ze willen er het debat over het oprukkend gebruik van Engels in de maatschappij, vooral in het onderwijs, mee aanwakkeren.

Een debat waarin ook de Vlaamse professor en voormalige onderwijsminister Frank Vandenbroucke (sp.a) vaak wordt opgevoerd. Hij doceert aan zowel de Universiteit Antwerpen als de Universiteit van Amsterdam en kent de situatie in beide regio’s goed. “De situatie in Nederland is niet te vergelijken met de Vlaamse. Nederland is veruit koploper op het vlak van Engelstalig onderwijs. Ter vergelijking: in Vlaanderen wordt 5,8 procent van de bacheloropleidingen en ongeveer 24 procent van de masters in het Engels gegeven. In Nederland spreken we al over driekwart van de masteropleidingen.”

In Nederland gebeurde dat ook weinig doordacht. Opleidingen die aanvankelijk in het Nederlands werden gedoceerd, veranderden gewoon van taal. Dat leidde soms tot totaal onzinnige situaties. De Nederlandse schrijver Özcan Akyol beschrijft in Against English hoe hij tijdens zijn studie Nederlandse taal en cultuur het boek Blue Mondays van de Nederlandse schrijver Arnon Grunberg in het Engels moest ontleden. 

Regels versoepelen

De situatie is in Vlaanderen nog lang niet zoals in Nederland. Dat komt doordat taal in Vlaanderen sowieso een gevoelig punt is, meent de Vlaamse historica en decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte aan de UGent Gita Deneckere. “Wij hebben in Vlaanderen strijd gevoerd voor de vernederlandsing van de universiteiten. Het Nederlands als instructie- en voertaal in het hoger onderwijs is dan ook decretaal stevig verankerd.”

Maar ook in Vlaanderen stijgt de druk om te verengelsen, stelt Deneckere. “Zowel universiteitsbestuurders als politici willen de regels versoepelen. De Vlaamse regering heeft besloten het percentage bacheloropleidingen die in een andere taal dan het Nederlands gegeven mogen worden te verhogen van 6 naar 9 procent. Dus meer verengelsing, zelfs met de N-VA in de regering. Dat is toch de partij die zegt de kennis van de Nederlandse taal hoog in het vaandel te dragen.”

Democratisering

Vanuit de onderwijswereld wordt vaak geschermd met het feit dat de internationalisering van het hoger onderwijs nu eenmaal een feit is en dat je als instelling niet anders kunt dan meesurfen op die trend als je de competitie met andere Europese scholen wilt blijven aangaan. 

Frank Vandenbroucke doceert in Nederland en Vlaanderen: ‘Als je wilt dat het Nederlands een rol blijft spelen in Europa, dan moet je ervoor zorgen dat het zich als cultuurtaal en als wetenschappelijke taal verder ontwikkelt.’Beeld Photo News

Maar volgens UGent-decaan Deneckere leidt de verengelsing er ook toe dat jongeren uit sociaal kwetsbare milieus het nog moeilijker krijgen om voort te studeren. “Alles vertrekt blijkbaar uit het rendementsdenken. Vooral kinderen uit de gegoede klasse, van wie de ouders taalkampen of voorbereidende cursussen kunnen betalen, worden bevoordeeld. Er moet in Vlaanderen beter nagedacht worden over het democratische en culturele deficit dat met de verengelsing gepaard gaat.”

Dalend kennisniveau

Professor Vandenbroucke vreest nog een ander gevolg van een doorgedreven verengelsing zoals in Nederland. Het kennisniveau van het Nederlands boert achteruit. “Als je wilt dat het Nederlands een rol blijft spelen in Europa, dan moet je ervoor zorgen dat het zich als cultuurtaal en als wetenschappelijke taal verder ontwikkelt. Gebeurt dat niet, dan wordt het uiteindelijk een tweederangstaal: wellicht goed genoeg voor dagelijks gebruik, maar ongeschikt voor de vertaling van wetenschappelijke resultaten of om cultuur in te beleven.”