Direct naar artikelinhoud
Lust & Liefde

‘Er komt nog iets bij: ik schaam me voor mijn lichaam, dat al jaren geen seks met anderen heeft gehad’

dmm LLBeeld Getty Images/Cultura RF

Hij had vele relaties, is zelfs getrouwd geweest, maar Aleks en de vrouwen: het is nooit iets geworden. Het vrijgezellenbestaan bevalt hem eigenlijk wel, hoewel op z’n 67ste de twijfel begint toe te slaan. Blijft hij toeschouwer, wordt hij een oude zeur, of komt er nog iets van?   

Tussen mij en de liefde wil het maar niet boteren, ook al zou je zeggen dat ik zo langzamerhand de leeftijd heb bereikt om daar vrede mee te hebben of er een draai aan te geven. Maar dat is niet zo. Ik val mezelf tegen. Het moet met bindingsangst te maken hebben, maar niet alleen dat. Ik heb veel onmachtige liefdes achter de rug waarvan de meeste niet langer dan een paar maanden duurden, op mijn huwelijk van zeven jaar na, dat al 35 jaar geleden eindigde. Dat huwelijk verbande mij naar een plek in een provincie en verleidde mij om me aan te passen aan de wensen van een vrouw, mijn vrouw, en maakte me steeds ongelukkiger.

“Niet dat ik dat mijn ex-echtgenote kwalijk neem, ik neem het mezelf kwalijk, dat ik kennelijk zo in elkaar zit dat ik me aanpas en het liever anderen naar hun zin maak dan mezelf. Misschien heeft dat er ook mee te maken. Ik verlang naar een vrouw. Dat is de ene kant. Maar tegelijk kan ik het goed vinden in mijn eentje. Als ik nu alleen onder de luifel van mijn camper zit tijdens een van mijn maandenlange reizen, zie ik anderen denken: wat een zielige man. Maar de waarheid is dat ik dan juist op mijn allergelukkigst ben. Ik ga liever alleen op reis dan met iemand naast me. En toch mis ik het idee van liefde, een soort rugdekking, die zachte, stootafwerende voering die liefde kan zijn. Het toetsen van je gedachten aan iemand die grappig is en die verrast: twee intense behoeften die haaks op elkaar staan en beide even sterk zijn.

“Gistermiddag zag ik een vrouw die ik al een tijdje leuk vind. Kennelijk waren we in een vrolijk gesprek verwikkeld, want een kennis vroeg in het voorbijgaan: hebben jullie soms iets samen, waarop ik schalks antwoordde: ‘Nee, nog niet.’ De vrouw schoot in de lach. Je zou zeggen, goed nieuws. Maar meteen nadat ze dat kleine maar veelzeggende teken gaf, begon ik als vanzelf terug te krabbelen. Een automatische reactie waarop ik me bijna altijd betrap met vrouwen en die ik niet kan tegenhouden. Want afstand nemen is me meer vertrouwd dan welke gemoedstoestand dan ook.

“In gedachten begon ik eigenschappen en kenmerken van haar op te sommen die me niet bevielen. Was ze bijvoorbeeld niet veel te veel een dame naar mijn zin, met haar chique manieren en haar wijnproefcursussen? Ik stelde me haar voor, naast me op de passagiersstoel van mijn kampeerbus, maar dat beeld schrok me af. En nog voor ze me even later meevroeg te gaan zwemmen in een meertje in de duinen, sloeg mijn hoofd al op de vlucht. Ik zat er nog wel, maar was er eigenlijk al niet meer bij. De kooi die ik zag opdoemen door die ene onschuldige flirt, het risico dus dat ik me met een eventuele nieuwe liefde opnieuw zou gaan aanpassen, was voor de zoveelste keer sterker dan mijn verlangen naar liefde en seks. En stel je voor dat ze zou willen samenwonen als het iets zou worden tussen ons.

“Daar komt nog iets bij: ik schaam me voor mijn lichaam, dat al jaren geen seks met anderen heeft gehad. Schoonheid heb ik altijd belangrijk gevonden, maar op mijn 67ste is mijn lijf niet meer wat het was. En, eerlijk is eerlijk: mijn vrouwelijke leeftijdgenoten hebben ook een groot deel van hun fysieke aantrekkelijkheid verloren. Vroeger was het makkelijker, dan dook je gewoon met elkaar in bed en zag je wel waartoe het leidde. Liefde en verliefdheid hadden iets onbekommerds. Nu is dat spontane er niet meer bij. Op een of andere manier lijkt er, nu ik ouder word, meer voor nodig om bezield te raken. Zo ongeveer steekt mijn oudemannendilemma in elkaar, al realiseer ik me goed dat genoemde redenen nooit de enige redenen kunnen zijn voor mijn solitaire bestaan, maar excuusjes, douceurtjes waarmee ik mijzelf voor mijzelf begrijpelijk maak.

“Want in wezen kom ik er niet uit. Jongen, je bent verdorie 67, kom tot bezinning, bedenk iets, zeg ik tegen mezelf. Maak keuzes. Maak een einde aan dat diepe wantrouwen, voor het echt te laat is. Maar misschien is het met liefde als met taal: dat je het jong moet leren om het te kunnen beheersen. Mijn ouders hadden een slecht huwelijk en zelf had ik in de jaren 80 ook een slecht huwelijk, al is het wel ooit blij begonnen. Mijn vrouw leerde me dat symbiose de sleutel was tot de echte liefde. En ik dacht, aha, is dat het geheim, maar natuurlijk, dat hadden mijn ouders moeten weten.

“Wij hadden het heel knus, namen twee gezellige katjes en deden alles samen, reden zelfs met z’n tweeën op de scooter naar dezelfde avondcursus. Ik vroeg me niet af of dit de juiste manier van samenleven was, want ik wist door mijn leeftijd en achtergrond niks van liefde. We kregen jong kinderen, en nog steeds kwam ik niet voor mezelf op. Ik bedacht geen alternatief, stelde geen leefvorm voor waarin we ons ook individueel konden ontwikkelen. Steeds kleiner voelde ik me worden, steeds dieper kroop ik weg. Precies zoals ik altijd onder de keukentafel was gekropen als mijn ouders ruzie hadden. Als gescheiden alleenstaande vader heb ik mijn zoon opgevoed en nu, vele jaren later, heb ik genoeg vrienden en vriendinnen, maar die ene vrouw?

“Ik ken de weg naar de liefde niet en twijfel of ik de moeite wil doen. Uit angst en gewoonte blijf ik misschien liever toeschouwer. Fantaserend en schrijvend over de liefde ligt alles open, dan bestaan obstructies en onzekerheden niet. Alleen ben ik het meest op mijn gemak. En toch wringt het dat ik het mooiste in het leven bewust uit de weg ga. Als ik geen oude zeur wil worden, moet ik dat echt eens doorbreken. Laat ik eenvoudig beginnen met wat binnen mijn bereik ligt, en gewoon wat vaker terug­lachen als een leuke vrouw naar me lacht.”