Direct naar artikelinhoud
Seksualiteit op school

‘Ik vrees dat ze op school niet snel zullen zeggen: ‘Masturbeer er maar op los!’’

‘Ik vrees dat ze op school niet snel zullen zeggen: ‘Masturbeer er maar op los!’’
Beeld RV

Het is waanzinnig, als je er even bij stilstaat: de jeugd kijkt al naar porno als ze 12 zijn, maar op school zien ze tijdens de seksuele opvoeding alleen maar plaatjes met de doorsnede van edele delen. Julie (14): ‘Ze maken van seks een monster, terwijl het toch iets moois is. Ik denk dat ze ons expres bang maken om ons zo lang mogelijk van seks weg te houden.’

De Vlaamse Scholierenkoepel (SVK) dringt al jaren bij de overheid aan op seksuele vorming die ergens over gaat. Die heeft eindelijk het licht gezien en nieuwe eindtermen opgesteld voor de seksuele opvoeding: niet alleen de biologie en de gevaren moeten worden aangekaart, vanaf nu moet ook de seksuele beleving aan bod komen. “Dat is hoopgevend,” zegt Wannes Magits van Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, “maar het is afwachten hoe de scholen dat zullen invullen.” Leerkrachten vragen wel steeds vaker het lesmateriaal van Sensoa aan, dat jongeren ook leert hoe ze ‘goeie minnaars kunnen worden’, maar op de meeste scholen proberen ze zich er in de les seksuele opvoeding makkelijk vanaf te maken. Zo leren de jongeren niets over waar ze op dat moment mee bezig zijn.

“De kinderen weten tegenwoordig alles al”, zegt Julie. Iedereen kijkt naar porno. Als ik haar zeg dat de seks daarin toch niet is zoals in het echte leven, antwoordt ze: “Wie zegt dat?” Ze maakt zich wel zorgen over wat ze heeft gezien: “Ik weet niet of ik dat kan. Ik ben bang dat ik een jongen niet blij kan maken.”

Camille (14): “Het is toch logisch dat we allemaal naar porno kijken? Dan zie je tenminste hoe het werkt. Daar wordt tijdens de les seksuele opvoeding niets over gezegd. Ik vind het ook jammer dat ze niet zeggen dat seks gezond is en doen alsof soa’s dodelijke ziektes zijn.”

José (17): “Ik vraag me af of je per se zoveel uithoudingsvermogen moet hebben als de mannen in die pornofilmpjes, en of het toch niet anders is als je het doet met iemand die echt van je houdt. In de les godsdienst heeft de leerkracht wel een keer gezegd dat porno niet de gewone gang van zaken toont. Maar hoe het in het echte leven gaat, vertelde hij er niet bij.”

Uit mijn gesprekjes met de jongeren blijkt dat ze allemaal wel vermoeden dat porno niet normaal is, maar dat ze niet weten wat wél normaal is. Dat merkt ook MNM-seksuologe Lotte Vanwezemael (27), u vast bekend als Seksuolotte en revelatie in De slimste mens ter wereld.

Seksuologe Lotte Vanwezemael.

Vanwezemael: “Bijna alle vragen die ik bij MNM krijg, beginnen of eindigen met: ‘Is het wel normaal dat…’ Jongeren spiegelen zich aan alles wat ze om zich heen zien. Daarom is het zo jammer dat er op scholen zo’n beperkt beeld van seks wordt gegeven. Als ze in pornofilmpjes opeens het hele spectrum voorgeschoteld krijgen, weten ze niet hoe ze alles moeten plaatsen. Dus vragen ze mij: ‘Mijn lief wil klaarkomen in mijn gezicht, is dat normaal? In porno gebruiken ze nooit condooms, is dat wel veilig? Ik hou het geen twintig minuten vol, is dat erg? Mijn schaamlippen zijn niet perfect, maar hangen een beetje naar buiten, is dat normaal? Is 11 centimeter wel groot genoeg?’ Ik moet jongeren constant geruststellen.”

Werd jij destijds goed voorbereid op school?

Vanwezemael: “Neen. Ik heb maar één uur seksuele opvoeding gehad in het zesde leerjaar, en nog eens één uur in het tweede middelbaar. In beide gevallen zei de leraar: ‘Dit is de penis en dit is de vagina. Zo doe je een condoom aan en kijk uit voor soa’s’, en that was it. Terwijl ik net als mijn vriendinnen zo graag wilde weten hoe ik het moest aanmaken als ik verliefd was, en hoe je een eerste kus geeft. En wanneer je mag beginnen met seks. Maar niemand durfde die vragen te stellen, want de leraar wilde ons enkel de leerstof geven. Het was duidelijk niet de bedoeling dat het een interactieve les werd. En toen ik er op mijn vijftiende aan wilde beginnen, kreeg ik op school helemaal géén info meer. Ik ben die dan in boeken gaan zoeken, want websites zoals allesoverseks.be bestonden nog niet.”

Porno wel.

Vanwezemael: “Ja. Ik heb ook uit porno geleerd hoe de penetratie precies in haar werk gaat. Ik vind dat porno in die zin ook positief kan zijn voor jongeren. Zeker als je al wat ouder bent, kun je er inspiratie vinden voor mogelijke technieken, en het is natuurlijk ook handig om bij te fantaseren tijdens het masturberen.

“Ik was vijftien toen ik voor het eerst seks had, maar daarvoor had ik al wel met mezelf geëxperimenteerd.”

Christine (14): “Ik denk dat mensen door porno te veel verwachten van de eerste keer en dan teleurgesteld zijn. Daarom begin ik er niet aan. Ze doen daar allemaal van die dingen die de eerste keer helemaal niet gebeuren. Ik denk dat het eerder kort zal zijn, en niet per se heel fijn.”

Jad (22): “Ik had mijn eerste seksuele ervaring op mijn zeventiende. Ik wist totaal niet wat ik voor mijn vriendin moest doen. Ik ben toen boeken gaan lezen over het vrouwenlichaam, om te zien wat ik voor haar kon doen. Ik heb het haar wel gevraagd, maar zij wist het ook niet.”

Vanwezemael: “Dat is een vraag die ik heel veel krijg, niet alleen van meisjes, maar ook van jongens: hoe weet je dat een meisje klaarkomt?”

Ik heb er ook wel een tijdje over gedaan voordat ik dat wist, herinner ik me.

Vanwezemael: “Ja. (lacht) Je vraagt je af: is dit het dan? Of is er méér? Om een orgasme te krijgen moet je echt een hoog niveau van opwinding bereiken, dat weet jij ook, en veel meisjes durven zich vaak niet aan het moment suprême over te geven. Als ze de sensatie voelen, en de prikkels die in alle hevigheid opkomen, denken ze: help! Als ik me nu laat gaan, wat zal er dan gebeuren? Zeker als ze persdrang voelen opkomen. Daarom is het goed om alles eerst eens rustig in je eentje te beleven.”

De meeste meisjes masturberen al op hun vijftiende, blijkt uit een onderzoek van UGent en Pimento, een kenniscentrum dat nauw samenwerkt met Sensoa en seksuele vorming geeft op scholen.

Vanwezemael: “Ja? Ik denk toch dat het nog meer aangemoedigd kan worden op school, want ik hoor veel jonge meisjes zeggen: ‘Dat doe ik niet, hoor!’ Dan kunnen ze niet ontdekken wat ze zelf fijn vinden en dat aan hun lief laten weten, waardoor die denkt: ‘Dan zal ik het maar doen zoals ik het in pornofilmpjes heb gezien, lekker hard en ruw.’ Maar dan heeft het meisje pijn en zal ze nog minder geneigd zijn te denken dat seks ook fijn kan zijn.

“Ik merk dat veel jongeren negatieve ervaringen hebben met seks. Ik vind dat erg jammer. Maar om je grenzen aan te geven, moet je weten wat je niet wilt. En om te weten wat je niet wilt, moet je ook weten wat je wél wilt. Het is zo belangrijk om te ontdekken hoe het fijn kan zijn. Maar ik vrees dat ze op school niet snel zullen zeggen: ‘Masturbeer er maar op los.’”

Julie (14): “Ik denk dat het voor meisjes een veel groter issue is om de eerste keer seks te hebben. De jongens zien het meer als een spel, maar bij ons komt er veel meer bij kijken. Je bent bang voor de pijn, of dat het niet goed zal gaan. Ik vind dat dat op school aan bod zou moeten komen: ze moeten tegen de jongens zeggen wat ze kunnen doen om ons rustig te maken, dat ze niet wild mogen zijn en dat ze respect moeten hebben voor het meisje.”

Jad (22): “Ik had veel meer van die eerste keer verwacht. Het was totaal niet zoals ik in films had gezien. Ik denk dat ik seks daardoor nog steeds niet echt geweldig vind.”

Vanwezemael: “Die eerste keer is natuurlijk hét onderwerp. Ze zien op Netflix bijna nooit geklungel met een condoom of problemen met klaarkomen. Het is zo belangrijk dat iemand hun vertelt dat die eerste keer waarschijnlijk niet ‘Wauw!’ zal zijn.”

Ik kreeg de indruk dat meisjes bang zijn dat jongens over hun grenzen zullen gaan en dat ze niet goed weten hoe ze dat kunnen voorkomen.

Vanwezemael: “Grenzen aangeven en leren communiceren over wat je wel en niet oké vindt, zou echt stap één moeten zijn in de seksuele opvoeding. Meisjes denken nog te vaak: als ik niet doe wat hij wil, zal hij mij misschien verlaten. En ze gaan dan verder dan ze zouden willen. Vorige week kreeg ik nog deze vraag van een meisje: ‘Als mijn lief toch orale seks bij mij heeft gedaan terwijl ik neen had gezegd, is dat dan aanranding? Want ik voel me er heel slecht bij.’ Ik probeer zo weinig mogelijk te oordelen, maar toen heb ik wel gezegd: ‘Dat is niet oké.’”

Marte (14): “Ik vind het stom dat het op school alleen maar over jongens-met-meisjesseks gaat en nooit over meisjes met meisjes. Als ik met mijn vriendin hand in hand loop, noemen de jongens ons daarom ‘potten’.”

Vanwezemael: “Dat krijg je als in de eindtermen staat dat seksuele opvoeding over voortplanting en vruchtbaarheid moet gaan. Als je dan een leraar hebt die alleen zijn taken wil afvinken, blijven de holebi’s in de kou staan.”

Christine (14): “Ik denk dat ik het de eerste keer in het donker ga doen. Ik zou me anders erg generen. Op Instagram zie je alleen perfecte meisjes, hè. Ik weet wel dat het allemaal niet echt is, maar je gaat jezelf er toch mee vergelijken. Dat de jongens soms ‘Fat ass!’ roepen, helpt ook niet. Zij kijken veel naar porno en vinden natuurlijk dat meisjes er moeten uitzien zoals in de filmpjes.”

Uit het onderzoek van de Universiteit Gent bleek dat meisjes later aan seks beginnen dan twee jaar geleden. Men vermoedt dat dat komt omdat ze zichzelf, door alle perfectie op de sociale media, niet mooi genoeg vinden en zich niet voor een jongen willen uitkleden.

Vanwezemael: “Ik krijg van meisjes heel vaak de vraag of het licht tijdens de seks uit mag. Of het vriendje belt en zegt: ‘Mijn vriendin wil altijd het licht uit, maar ik eigenlijk niet.’ De sociale media kruipen hoe dan ook onder je huid. Ik voel dat zelf ook. Als ik te veel bikinifoto’s heb gezien, ben ik me weer erg bewust van mijn vetrolletjes en de riviertjes in het vel van mijn billen. Dan denk ik tijdens de seks sneller: ik ga nu toch liever niet boven hem hangen, want die buik… Ik krijg trouwens niet alleen berichten van meisjes die onzeker zijn over de grootte van hun borsten of de vorm van hun vagina. Ook steeds meer jongens worstelen met zichzelf omdat ze te smal zijn of geen sixpack hebben.”

Christine (14): “Als ik met een jongen aan het praten ben, is het vaak eerst leuk, maar opeens vragen ze om nudes en denk je: waar is het respect? Ze vragen dat nu allemaal.”

‘Ik vrees dat ze op school niet snel zullen zeggen: ‘Masturbeer er maar op los!’’
Beeld Getty Images

Bo (14): “We hebben het in de les wel over sexting gehad, en dat je dat niet moet doen, omdat ze die foto’s dan verspreiden. Maar jongens kunnen zo aandringen, hè: ‘Waarom doe je het niet? Wil je me niet blij maken? Ben je bang of zo?’ Dat is echt moeilijk. Mijn vriendin heeft toch een keer toegegeven.”

Vanwezemael: “Al de sexting-ellende waarover ik hoor, vind ik echt vreselijk. Scholen moeten blíjven uitleggen hoe jongeren dat op een veilige manier kunnen doen.

(pakt haar telefoon) Ik heb gisteren nog een bericht gepost over de dick pics en ongewenste berichten die ik dagelijks krijg. Moet je horen: ‘Mijn lul in je foef en ‘whoooosh!’ ‘Ik wil je dag en nacht beffen en weet waar je clitoris zit.’ ‘Stuur me een foto in lingerie!’ Het houdt niet op. Ik kan daar wel mee om, maar jonge meisjes krijgen die berichten ook. En als ze dan blij zijn dat ze voor het eerst aandacht krijgen, sturen ze die foto in lingerie ondanks alle waarschuwingen misschien toch.

“Toen ik die post had gedeeld, kreeg ik meteen veel reacties van jongens die zeiden: ‘O, neen! Nu gaan meisjes nog meer van ons denken dat we slecht zijn.’ Jongens maken zich daar echt zorgen over, en hoe jonger, hoe meer. ‘Hoe moet je flirten?’, vragen ze me vaak, omdat ze tijdens het flirten steeds twijfelen: vinden meisjes het nu leuk of niet? Het moeilijkst zijn natuurlijk de grijze zones. Ik zeg dan altijd: ‘Check goed hoe de andere reageert. Vraag gewoon: ‘Is het oké?’’

“Sensoa start nu met de campagne ‘Hé, het is oké’, en heeft ook supergoede lespakketten gemaakt over grenzen en weerbaarheid. Er zijn er zelfs al voor in de kleuterschool, met een spelletje met schuurpapier – niet leuk! – en pluchen beren – wel leuk! Echt tof.”

Wannes Magits: “Die pluchen beer is even belangrijk als het schuurpapier. Weten wat je fijn vindt en wél wilt, is een voorwaarde om weerbaar te worden. Je kunt pas goed uitdrukken dat je iets niet wilt, als je duidelijk kunt aangeven wat je wél graag hebt. Daarom proberen we scholen aan te moedigen jongeren niet alleen te waarschuwen voor soa’s en ongewenste zwangerschappen, maar het ook te hebben over de fijne kanten van seks, en te helpen uitzoeken waarvan ze genieten.”

Sarah Van Laerhoven (vormingswerker Pimento): “Als ik vorming geef op scholen, merk ik dat ze in de les seksuele opvoeding vooral te horen hebben gekregen: ‘Zeg ‘Stop!’ als je iets niet wilt.’ Ze hebben maar weinig nagedacht over: wat wil ik wél? Ze willen weten hoe ze het initiatief kunnen nemen. En als ze dat liever niet doen, moeten ze dat de ander wel op de één of andere manier laten weten, maar hoe? Veel jongeren moeten nog leren dat ze mogen zeggen wat ze leuk vinden en wat niet. Dat zal natuurlijk nooit zo vastgelegd worden in de eindtermen, maar de leerkracht zou dat toch bespreekbaar moeten maken.”

Magits: “Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met kinderen bewust te maken van wat ze prettig vinden en wat niet. Als je daar pas in het secundair onderwijs mee begint, is het al veel moeilijker om hen te laten aangeven wat ze fijn vinden.

“Ze hebben van jongs af aan geleerd wanneer ze moeten luisteren en wanneer niet. Voor jezelf en je eigen gevoelens leren opkomen is iets heel anders. Daarom hebben we lespakketten gemaakt voor in de kleuterklas, waarbij kinderen aan de hand van spelletjes leren dat hun lichaam van hén is. De wc’s in de kleuterschool hebben vaak geen deurtjes en we vragen de kleuters bijvoorbeeld: ‘Als een vriendje of vriendinnetje komt kijken als je pipi doet, vind je dat leuk of niet? Als je het niet leuk vindt, mag je dat zeggen.’”

Wordt het pakket voor kleuters enthousiast ontvangen?

Magits: “(lacht) Veel mensen schieten in eerste instantie in een kramp. Maar wie met het pakket werkt, merkt dat de kleuters heel snel mee zijn, en dat ze bovendien best veel vragen hebben over dat thema.”

Van Laerhoven: “In het secundair speel ik vaak een spel van Pimento waarbij de jongeren elkaar op verschillende manieren begroeten. Ze staan dan voor elkaar en moeten op een bepaalde manier goeiedag zeggen – ‘Geef elkaar een hand’, ‘Geef een kus’ of ‘Leg een hand op zijn/haar achterwerk’. De andere moet dan duidelijk maken of hij die begroeting wel of niet apprecieert. Als we daarna bespreken waaraan ze konden zien dat iemand de begroeting niet prettig vond, blijkt meestal dat ze daar heel genuanceerd op kunnen antwoorden: ‘Zij vermeed oogcontact.’ ‘Hij deed een stap achteruit.’ ‘Zij verstarde.’ ‘Hij schudde nee.’ Als je hen zelf hun grenzen laat ervaren, merk je dat ze heel snel mee zijn in het herkennen van de grenzen van de ander.

“Het zijn trouwens zeker niet alleen de meisjes die de druk voelen om over hun grenzen te gaan. Ik kom op scholen steeds meer jongens tegen die zeggen: ‘Mijn lief wil veel verder gaan dan ik en ik ben daar helemaal nog niet klaar voor.’ Het beeld dat jongens ‘altijd zin hebben’, maakt het voor hen heel moeilijk om tegen een meisje te zeggen dat ze nog niet zover zijn.”

Praten zij er dan tijdens jouw vorming wel zomaar over?

Van Laerhoven: “Niet zomaar, neen. En als het gesprek niet op gang komt, geef ik iedereen een papiertje waarop ze anoniem hun vragen kunnen schrijven en dat ze in een doos kunnen stoppen. Ik verwerk de vragen dan in de workshop van die dag.

“Wij moedigen de scholen ook aan de jongeren op die manier te laten bepalen waarover de les moet gaan: dan is die helemaal op maat van de leerlingen. Het allerbeste is natuurlijk om een sfeer te creëren die zo veilig is dat de jongeren zelf durven te praten, want ze leren het best van elkaar. Ze willen eigenlijk geen leraar die zegt hoe ze seks en relaties moeten aanpakken. Ze willen vooral van elkaar horen: ‘Vind jij dit normaal? Hoe doe jij dat?’ Zo stellen ze elkaar gerust. Het enige wat de leraar dan moet doen, is het gesprek sturen en foutieve informatie corrigeren.”

Jad (22): “Toen ik vroeg waarom er condooms met verschillende smaken bestaan, werd mijn leraar helemaal rood en hij ging gauw verder met zijn powerpointpresentatie.”

Erik (14): “Mijn leraar had het over mastruberen en zei dat dat belangrijk is. Maar wát het is, heeft hij er niet bij verteld.”

En ook niet dat het masturberen is, blijkbaar.

Julie (14): “Ik kreeg seksuele opvoeding van meester Pieter, die duidelijk zelf nooit seks heeft en er geen shit van begrijpt. Hij legde alles uit als een zombie, niet met de passie van iemand die wil dat we het begrijpen omdat het belangrijk is.”

Er is bij de leerkrachten veel ongemak, merkte ik in de gesprekken met jongeren. Daarom biedt Pimento die vorming aan.

Evelien Luts (vormingswerker Pimento): “Ik hoor veel jongeren zeggen: ‘Onze leraar móét dat behandelen, maar hij voelt zich daar heel ongemakkelijk bij. Hij of zij heeft de helft van het hoofdstuk overgeslagen en zei: ‘Lees de rest maar thuis.’’

“Ik ben ervan overtuigd dat de schroom van sommige leerkrachten het taboe rond seks alleen maar vergroot, ook al doen ze hun best. Jongeren voelen ook goed aan wanneer een leraar zich niet comfortabel voelt om over seksualiteit te praten. ‘Wat kan zo’n leerkracht mij nu over seks vertellen?’, zeggen ze dan.”

Seksuele opvoeding wordt in de meeste scholen gegeven door de klasleraar, de leraar natuurwetenschappen of de godsdienstleerkracht. Zij móéten het erbij nemen en maken zich er meestal in een uurtje vanaf.

Magits: “Ik heb wel begrip voor hen. Ze hebben meestal geen tijd over om in die lessen seksuele opvoeding te investeren, maar ik merk wel dat steeds meer leraren een extra inspanning doen en ons lesmateriaal downloaden. Sommige leraren ervaren dat het jongeren helpt om zich kwetsbaar op te stellen door bijvoorbeeld iets over hun eigen seksleven te vertellen. Het hangt natuurlijk van je persoonlijke stijl als leerkracht en je relatie met de klas af. Het is geen must.”

Luts: “Veel leerkrachten geven eerlijk toe dat ze zichzelf niet de aangewezen persoon vinden om het over seksueel plezier te hebben met dezelfde klas waaraan ze wiskunde geven. Dat kan ik me goed voorstellen.”

Uit het onderzoek van de Universiteit Gent weten we dat wie op zijn achttiende al seks heeft, er gemiddeld op zijn vijftiende mee is begonnen. Vroeg in het middelbaar met degelijke relationele en seksuele vorming beginnen lijkt dus aangewezen.

Luts: “Inderdaad, al zegt de Belgische wetgeving dat je pas seksueel actief mag zijn vanaf je zestiende. Dus heel wat leerkrachten vragen zich af: ‘Kunnen we niet gewoon zeggen dat het niet mag?’ Tja, wat is er interessanter voor een tiener dan iets doen wat niet mag?”

Daarnaast heeft de helft van de achttienjarigen nog nooit seks gehad. Jongeren geven vaak aan dat ze al weten wat er in de les seksuele opvoeding wordt verteld, en dat ze niets horen over de dingen waar ze echt mee bezig zijn. Welke info moet er op welke leeftijd worden gegeven?

Luts: “Wij volgen de European Standards for Sexual Education, maar in de praktijk verloopt de seksuele ontwikkeling niet bij alle jongeren gelijk. Sommige veertienjarigen hebben al nood aan info over veilig vrijen en orale seks, terwijl dat voor andere veertienjarigen een ver-van-mijn-bedshow is. Je zou in de klas zoveel mogelijk aparte groepjes moeten maken naargelang de info die ze nodig hebben.”

Dat is precies wat lerares Iris doet. Zij geeft relationele en seksuele vorming (RSV) in het beroeps-, technisch en kunstsecundair onderwijs.

Iris: “Ik zet de jongens en meisjes altijd een paar keer apart tijdens mijn lessen in het derde jaar, omdat ik heb gemerkt dat zeker de meisjes dan meer durven te vragen – vooral moslimmeisjes die niet bij hun ouders terechtkunnen met vragen over seks. Ik probeer mijn lessen zo goed als ik kan af te stemmen op wat er leeft bij de leerlingen. Tot nu toe gaf ik alleen vorming in het derde en het vijfde jaar, maar dit schooljaar doe ik dat ook in het eerste jaar, omdat ik merkte dat jongeren van die leeftijd al veel hebben gehoord en gezien en met veel vragen zitten. Alles evolueert ook zo snel. De eerste lessen over sexting gaf ik vroeger alleen in het vijfde, twee jaar later merkte ik dat ik er in het derde al over moest beginnen en dit jaar moet ik het er zeker in het eerste jaar over hebben.”

Hoe komt het dat u zo goed weet wat uw leerlingen willen horen?

Iris: “Vroeger begon ik mijn lessen met de ‘bloosdoos’, waarin iedereen anoniem een vraag moest steken. Nu durft iedereen die vragen openlijk te stellen en heb ik de doos niet meer nodig, omdat ze weten dat er in mijn les een open sfeer heerst.

“Soms krijg ik wel vragen waarvan ik denk: hoe is het mogelijk, is er ondanks het internet nog zo veel onwetendheid? Veel moslimmeisjes hebben vragen over het maagdenvlies, en moslimjongens hebben het vaak moeilijk met holebi’s. Ik probeer hun blik op de wereld te verruimen. Vroeger zeiden ze allemaal: ‘In onze cultuur heb je geen homo’s, hoor.’ Dan moest ik uitleggen dat je die in álle culturen hebt, ook in die van hen. In het vijfde jaar zeggen ze nu: ‘In ons geloof wordt het niet goedgekeurd, maar iedereen doet wat hij wil en dat is oké.’ Hun homohaat is echt afgevlakt, dat vind ik pure winst.”

Durft u zelf ook steeds meer in uw lessen?

Iris: “Ik heb vorig jaar een hoofdstuk over masturbatie aan de syllabus toegevoegd. De schooldirectie vond dat lastig, maar een goed seksleven begint daarmee, toch? In het derde jaar vertrek ik nu van de stelling: ‘De eerste met wie je vrijt, ben je zelf.’ Ik leg uit dat je zelf goed moet weten wat je fijn vindt vóór je daarover met iemand anders kunt praten. Het gesprek vlot nooit meteen, maar in het kunstonderwijs durven de jongeren wel iets te zeggen, en er zijn altijd wel een paar jongeren van Afrikaanse afkomst in de klas die er losser in zijn: ‘Natuurlijk doen wij dat, mevrouw! Dat is de natuur.’”

Aenea geeft vier weken lang zes uur per week seksuele vorming in het beroepsonderwijs: “We hebben het over ongewenst zwanger worden en soa’s, maar ik probeer vooral ook te vertellen dat seks een heel aangename aangelegenheid kan zijn.”

Ook u bouwt altijd een moment in waarop u de meisjes en de jongens apart zet.

Aenea: “Bij de jongens heb je twee categorieën: degenen die doen alsof ze niets weten en stilletjes luisteren, en de jongens die dénken dat ze alles weten, maar eigenlijk gewoon door elkaar slaan wat ze in pornofilmpjes hebben gehoord – anaal en oraal, bijvoorbeeld. Dan moet ik het één en ander nuanceren en voorkomen dat de stille jongens denken dat de anderen alles weten en zijzelf niets, en dat ze zich te onzeker voelen om nog iets te zeggen.

“Ik probeer de sfeer zo los mogelijk te maken door veel over mezelf te vertellen. Dat is voor mij niet altijd comfortabel, maar het werkt wel.”

U vertelt over uw eigen seksleven?

Aenea: “Ja, bijvoorbeeld over mijn eerste keer. Ik vertel dan dat ik het niet zo tof vond, omdat ik toen met iemand was die ik niet graag zag, en dat het helemaal anders is met mijn man, op wie ik nog steeds dol ben. Ik wil vooral meegeven dat je seks moet leren en dat het de eerste keer meestal niet perfect is. Ik ga natuurlijk niet in detail. Als ik het over het orgasme heb, toon ik een filmpje, want dat vind ik moeilijk om uit te leggen.

“Van het hoofdstuk masturbatie maak ik altijd veel werk. ‘Het is héél belangrijk dat je weet wat je fijn vindt,’ zeg ik altijd, ‘dus iedereen moet met zichzelf experimenteren.’ Daar rust nog steeds een gigantisch taboe op, vooral bij moslimjongeren. ‘Aaaah!’ roepen ze dan, ‘Dat is haram, dat mag niet volgens de Koran!’ ‘Jaja,’ antwoord ik dan, ‘maar af en toe is dat niet zo erg. Iedereen doet het, hoor.’ En dan noem ik enkele collega’s van wie ik zeker weet dat ze het doen. Dan zit de sfeer er meteen in.”

Het lijkt allemaal misschien expliciet, maar volgens alle onderzoeken is het een feit: hoe uitgebreider de seksuele voorlichting, hoe later jongeren aan seks beginnen.

Luts: “Dat klopt als een bus. Jongeren die veel hebben gepraat en nagedacht over wat ze belangrijk en fijn vinden, maken betere keuzes en wachten vaak langer voor ze de eerste keer seks hebben met iemand. Ouders en ook leraren hebben vaak het gevoel dat ze de kat bij de melk zetten en jongeren aanzetten tot seks als ze er tot in het kleinste detail over praten, maar het tegendeel is waar.”

Ten slotte laten we Elisabeth aan het woord, een lerares Project Algemene Vakken (PAV) die zich dag in, dag uit met veel overgave op haar lessen seksuele opvoeding stort.

Elisabeth: “Ik geef les in het beroepsonderwijs, voornamelijk in klassen met uitsluitend jongens of meisjes. Ik geef les in de tweede graad, maar ik zou er al in de eerste graad mee willen beginnen, want in het bso zijn redelijk wat jongeren dan al seksueel actief. Het probleem is dat ook een grote groep nog helemaal niet met seks bezig is en niets begrijpt van wat de seksueel actieve jongens zeggen als die me vragen wat squirten is, of waarom het lang duurt voor een vrouw klaarkomt. Ze horen en zien wel veel, maar weten eigenlijk heel weinig.

“Het valt me wel op dat ze allemaal steeds vaker willen weten hoe het voelt voor een vrouw en wat ze kunnen doen om haar te plezieren. Positief, toch? Ik ben heel open en probeer zo goed mogelijk uit te leggen hoe je seks leuk kunt maken. Ze vinden de lessen nu zo tof dat ze om meer komen bedelen: ‘Wanneer gaan we het nog eens over seks hebben, mevrouw?’

“Ik heb het natuurlijk ook over de risico’s en bestel elk jaar een doos condooms bij Sensoa. Iedereen in de klas krijgt er één en de rest stop ik in een grote pot voor op het leerlingensecretariaat. De leerlingen weten allemaal dat ze daarheen kunnen om te vragen: ‘Mevrouw, mag ik er twee voor het weekend?’”

© Humo