Direct naar artikelinhoud
ReportageSpanje

Nergens kreeg Spaanse ultrarechtse partij Vox zoveel stemmen als in Torre-Pacheco: ‘Zo kan het niet langer’

Een meisje loopt voorbij een verkiezingsposter van Vox.Beeld AP

In het nieuwe Spaanse parlement, dat dinsdag werd geïnstalleerd, nemen politici van de ultrarechtse partij Vox een belangrijke plaats in. Vanwaar deze ruk naar rechts? Op zoek naar een antwoord in Torre-Pacheco, midden in de ‘groentetuin van Europa’.

Bij slagerij Los Artesanos liggen de prijswinnende hammen te glimmen in de etalage. Een van de klanten vanochtend is María, een vijftiger, klein van stuk, bescheiden opgemaakt. Ze heeft zojuist een portie magere varkenslappen gekocht. Nu staat ze weer buiten en kijkt schichtig om zich heen.

“De immigranten ontwrichten ons dorp”, begint ze. “Het lijkt wel alsof ze tegen elkaar zeggen, zodra ze Spanje bereiken: Torre-Pacheco, daar moeten we heen. Ze hebben geen geld, dus ze wonen wel met tien of twaalf in een huis. Ze hebben geen werk, dus ze stelen. En al het geld van de overheid komt bij hen terecht. Onze kinderen moeten hun schoolmaaltijden en hun boeken zelf maar betalen.”

María’s stem wordt steeds zachter, tot ze op het eind fluistert. “Ja, ik heb op Vox gestemd. Ik weet niet of dat iets oplost, maar zo kan het niet langer.” Ook haar bezoek aan Los Artesanos, waar het vlees en de kaas zeker niet goedkoop zijn, is een stille daad van verzet. “Brood, vlees, dat koop ik bij mijn eigen mensen.” Ze klopt op haar hart.

Je hoeft de hoek maar om te slaan of je komt bij een andere slagerij, achterin in de supermarkt Oujda Aynaou. De uithangborden zijn daar behalve in het Spaans ook in het Arabisch. Hassan, een man van rond de 40, schikt de kippetjes die bleek onder de toonbank liggen. Hij had een reeks typische migrantenbaantjes, in de bouw en de landbouw, maar nu werkt hij als vleesverkoper.

“Mij maakt het niet uit dat Vox heeft gewonnen”, zegt hij. Hij giechelt. “Laat ze degenen die zich niet aan de wet houden maar terugsturen naar Marokko! Ik werk hier, ik heb het recht hier te blijven, wat kunnen ze me maken?”

Radicaler geluid

Torre-Pacheco heeft sinds kort enige faam in Spanje. Nergens behaalde de ultrarechtse partij Vox tijdens de laatste verkiezingen procentueel zo veel stemmen als hier: 38 procent. Ook landelijk rukte Vox op, en werd de derde partij. Het is een noviteit in het Spaanse parlement, dat dinsdag werd geïnstalleerd.

De opkomst van ultrarechts veroorzaakte een schok in Spanje. Voorheen ging alles rechts van het midden op in de Partido Popular. Maar door de Catalaanse crisis ontstond ruimte voor een radicaler geluid. Vox wil, als sterk nationalistische partij, de opstandige Catalanen geen millimeter ruimte gunnen.

Dat is een deel van de verklaring voor het succes van ultrarechts – het andere deel is te vinden in Torre-Pacheco. Het dorp is populair onder immigranten, die worden aangetrokken door het laagbetaalde werk in de landbouw.

António León, burgemeester Torre-Pacheco.Beeld Maartje Bakker

Het sleuteljaar voor Torre-Pacheco is 1979, toen het Taag-Segura-kanaal werd geopend. Sindsdien lijkt de landkaart van de regio Murcia, waarin het plaatsje ligt, een kopie van die van West-Nederland: laagland, doorsneden met kanaaltjes. Een van de droogste gebieden van het continent groeide uit tot de ‘groentetuin van Europa’. De sla, de paprika’s en de meloenen die ’s winters in de West-Europese supermarkten liggen: ze komen hiervandaan.

Aanvankelijk kwamen de arme dagloners in Torre-Pacheco uit andere delen van Spanje. Later volgden de Maghrebijnen. Daarna de Ecuadorianen. Ten slotte de Pakistanen, de Indiërs en de Oost-Europeanen.

De stem op Vox lijkt rechtstreeks verband te houden met het hoge immigratiecijfer, en toch schrikken de politici in Torre-Pacheco ervoor terug dat hardop te zeggen. Antonio León, die burgemeester is namens een onafhankelijke partij, begint eerst over de teleurstelling in de traditionele partijen, dan over de treurnis die na de economische crisis nooit voorbij ging, vervolgens over de afkeer van de Catalaanse onafhankelijkheidsdrift. 

“Ja, er is hier wel immigratie”, geeft hij ten slotte toe. “Maar we hebben nooit problemen gehad met de integratie. De immigranten werken op het land, hun kinderen spreken Spaans, ze hebben hun eigen winkels.” En de gemeenteraad, zitten daar immigranten in? De burgemeester denkt lang na. “Acht jaar geleden had mijn partij iemand op de lijst” zegt hij dan.

Opmerkelijk: ook de lokale Vox-voorman, advocaat José Francisco Garre, benadrukt dat er in Torre-Pacheco sprake is van ‘volledige integratie’. Hij lijkt zich te realiseren dat in Spanje openlijke kritiek op buitenlanders taboe is. “We hebben altijd fantastisch met elkaar samengeleefd”, zegt hij. Alleen met de illegale migranten heeft hij een probleem; die zouden zich verschuilen tussen hun legale landgenoten.

Garre schakelt daarna vlug over op de boeren, die zich in de steek gelaten voelen door de traditionele partijen. “Boeren zijn pacifistische en voorzichtige mensen,” aldus Garre, “maar nu voelen ze zich gecriminaliseerd. Zij krijgen de schuld van de vervuiling van het water.”

Armoede

Pas aan het einde van het gesprek komt de Vox-lijsttrekker terug op immigratie. “De relatie tussen illegale migratie en criminaliteit is overduidelijk”, beweert hij dan. Cijfers die deze stelling ondersteunen heeft Garre niet. “Maar dit is wat je voelt op straat.”

Wat in Torre-Pacheco in elk geval tastbaar is, is de armoede. De gemeente hoort bij de 10 procent armste van het land, met een gemiddeld inkomen per hoofd van 7.739 euro euro. Het dorp maakt een aftandse indruk. Op braakliggende stukken grond hoopt het plastic afval zich op. Muren zijn ondergekliederd met spuitbussen. Voor sommige huizen staan de rekken met de was te drogen op de stoep.

Verkiezingsposters van Vox.Beeld AP

In de hoofdstraat van Torre-Pacheco slenteren al die nationaliteiten door elkaar: de magere jongens op sportschoenen afkomstig uit de Maghreb, de Indiase vrouwen in hun sari’s, vermoeid ogende Afrikanen, ingetogen glimlachende Latina’s.

Spanjaarden zijn er ook. En als je hen vraagt naar hun politieke overtuigingen, beginnen ze al snel over de immigranten – zij wel. Antonio Miralles, de bijna-gepensioneerde eigenaar van een kledingzaak, voelt zich bekeken in zijn eigen dorp. “Onze wortels zijn katholiek”, zegt hij. “Maar als we nu de feesten van onze heiligen vieren, lachen zij ons uit. Ze maken foto’s van ons en sturen die naar hun land, zodat ze daar zien hoe goed we het hier hebben.” Hij windt er geen doekjes om. “Ik ben ook een Vox-stemmer.”