Direct naar artikelinhoud
InterviewPakjesmakers

Dit zijn de mensen die uw kerstcadeaus inpakken: ‘Stresserend maar erg dankbaar werk’

De pakjesmakers hebben één ding gemeen: ze zijn trots op hun werk.Beeld Wouter Van Vooren / bob van mol

Breekt het zweet u al uit bij het vooruitzicht uw eigen cadeaus dit jaar weer van een laagje inpakpapier te moeten voorzien? Voor deze drie mensen is inpakken een onderdeel van hun job. ‘De verhalen die ik tijdens het inpakken te horen krijg, zijn vaak ongelofelijk vertederend.’

Floor Vanquathem (24): ‘Soms moeten we met zijn tweeën aan één pakje werken’

“Dit is het eerste jaar dat ik als inpakker bij Sissy Boy aan de slag ben. Hoewel ik hier nog maar sinds oktober werk, was het meteen al razend druk. Black Friday heeft een stormloop veroorzaakt die nog wel even zal blijven duren. Daarom is het vaak fors doorwerken. Als er één iemand achter de kassa staat, valt het nog mee met de werkdruk. Maar zodra er twee kassa’s tegelijk geopend zijn en de cadeaus van alle kanten komen, wordt het soms wel stresserend. Je wil de mensen ook niet te lang laten wachten, natuurlijk.”

Op het contract van Vanquathem staat niet nadrukkelijk vermeld dat ze in de winkel werkt als de vaste inpakker van dienst. “Dat komt omdat ik soms ook de stock beheer of in de winkel meehelp. Maar zodra er pakjes zijn, gaat er een belletje af in de winkel. Dan moet ik meteen alles laten vallen om cadeautjes in te pakken.” (lacht)

Op sommige dagen is Vanquathem acht uur aan een stuk met inpakpapier en linten in de weer. “De zondag van het Black Friday-weekend heb ik zelfs geen pauze kunnen nemen, zo druk was het. Gelukkig vind ik het een heel erg leuke job. De tijd gaat snel voorbij, je bent voortdurend bezig met iets waarbij je niet te veel hoeft na te denken en mensen kijken graag toe hoe hun cadeautje wordt ingepakt. Het is stresserend, maar erg dankbaar werk.”

“Wat minder leuk is, is als de klanten tijdens het inpakken op mijn vingers kijken”, geeft Vanquathem toe. “Mensen geven ook weleens hun mening over hoe het geschenk ingepakt moet worden. Dan zeg ik meestal dat ze gerust nog wat door de winkel mogen lopen omdat het nog even kan duren. Voor hen is dat minder frustrerend en ik kan in alle rust iets moois maken van hun geschenk.”

Floor Vanquathem: ‘Ik werk graag met lintjes, dat geeft een cadeau toch meteen iets feestelijks. Ik wil trots kunnen zijn op het resultaat.’Beeld Wouter Van Vooren

Een inpak-snelcursus kreeg ze niet toen ze net als inpakker begon te werken. “Gelukkig baat mijn mama een interieurwinkel uit waar ik vroeger al ging helpen met het inpakken van cadeaus. Dat gaf me een voorsprong, want niet iedereen is meteen weg met de techniek. Er zijn nogal gemakkelijk in te pakken vormen waaraan ik maar enkele minuten werk heb, maar soms krijg ik ook grote manden of tafeltjes voorgeschoteld. Dan denk ik weleens: hoe begin ik hier in godsnaam aan? Soms moeten we met zijn tweeën aan één pakje werken.”

“Of ik een persoonlijke inpaktechniek heb? Niet echt, maar ik werk wel graag met lintjes, dat geeft een cadeau toch meteen iets feestelijks. Vorige week waren de linten in de winkel op, en daar kan ik me dan wel aan ergeren. Ik wil trots kunnen zijn op het resultaat.”

“Ik vind dat de mensen opvallend vriendelijk zijn wanneer ze wachten op hun cadeau. Je krijgt ook vaak de verhalen rond het geschenk te horen. Een moeder wier zoon net een kindje had gekregen, kwam meteen naar de winkel gehold om een geschenk voor hem te kopen en was echt door het dolle heen. Onlangs kwam er ook een heel oud vrouwtje een cadeau voor haar dochter kopen, omdat ze zoveel voor haar deed. De verhalen die ik tijdens het inpakken te horen krijg, zijn vaak ongelofelijk vertederend.”

Arno Van Vlierberghe (29): ‘Ooit gooide een man een stapel boeken op de toog. ‘Inpakken’, blafte hij’

In de Gentse boekhandel Het Paard Van Troje moeten alle werknemers tijdens de feestdagen inpakken. “We werken met een beurtrol”, zegt Van Vlierberghe. “Als ik tijd heb, maak ik er echt mijn werk van. Dan maak ik bijvoorbeeld een speciale vouw in het inpakpapier waardoor er een gleuf ontstaat waar je dan het kasticket en een visitekaartje van de winkel in kan stoppen. Maar als het erg druk is, ga ik natuurlijk geen origamistukjes maken. Dan moet het allemaal wat efficiënter.”

“Ik heb de gewoonte om ook op de dagen waarop ik niet in de boekhandel werk, rond te hangen in Het Paard Van Troje. Ik ben zelf schrijver en kom hier regelmatig aan teksten werken. Wanneer dat even niet lukt, bied ik me soms aan om wat boeken in te pakken. Je komt terecht in een rustgevende flow waarbij je niets hoeft op te zoeken, maar gewoon ritmisch boek na boek kan inpakken.”

Op een dag passeren er zo gemiddeld drie- tot vierhonderd pakjes door de handen van Van Vlierberghe. “Maar na een tijd lukt dat inpakken zelfs met de ogen dicht”, zegt hij. “In de boekhandel staan we meestal met zijn drieën of vieren achter de kassa. Als we pech hebben, moeten we allemaal tegelijk hele stapels kinderboeken afzonderlijk inpakken. Mét de naam van het kind op het pakje. Op zulke momenten is het toch even zweten om alles te bolwerken.”

Of er boeken zijn die Van Vlierberghe minder graag inpakt? “Paperbacks zijn in elk geval gemakkelijker in te pakken dan hardcovers, om de simpele reden dat ze een perfect rechthoekige vorm hebben. Bij hardcovers blijft er altijd wat lucht zitten tussen de rug van het boek en het papier, wat er soms wat slordiger uitziet.”

“Toen ik wist dat ik bij Het Paard van Troje zou gaan werken, ben ik YouTube-tutorials beginnen opzoeken om pakjes op creatieve manieren in te pakken”, vertelt Van Vlierberghe over de intensieve voorbereiding die aan zijn job voorafging. “Ik heb meteen verschillende rollen inpakpapier gekocht, en heb thuis wel vijftig of zestig van mijn eigen boeken ingepakt als oefening.”

“De vraag die de mensen het meeste stellen? Of het etiketje zeker van het boek gehaald kan worden. Heel begrijpelijk natuurlijk, maar als je die dag al driehonderd boeken hebt verpakt, heb je soms wel zin om te zeggen: dit is niet het eerste boek dat ik vandaag inpak.” (lacht)

Arno Van Vlierberghe: ‘Als ik tijd heb, maak ik er echt werk van. Maar als het druk is ga ik natuurlijk geen origami­stukjes maken.’Beeld Wouter Van Vooren

“Doorgaans zijn de klanten heel vriendelijk, of drinken ze nog een koffie in de winkel waardoor ik rustig mijn werk kan doen. Maar toen ik hier nog maar net werkte, kwam er eens een man binnen die zijn boeken op de toog gooide. ‘Inpakken’, blafte hij. Dan is het toch een uitdaging om gewoon vriendelijk je job te doen.”

In de boekenwinkel houdt elke verkoper er zijn eigen stijl op na, zegt Van Vlierberghe. “Ik heb collega’s die heel minutieus te werk gaan en de rafelranden van het inpakpapier wegwerken met een dubbele vouw. Een andere collega die al acht jaar in de winkel werkt, kan dan weer precies inschatten hoeveel papier ze nodig heeft om een boek in te pakken en niet met resten achter te blijven. Dat komt ervan als je al duizenden boeken in inpakpapier hebt gewikkeld.”

Gladys Ferro (31): ‘Goed inpakken is vooral een kwestie van geduld’

Ferro ontwierp samen met het creatief collectief Kaart Blanche haar eigen vellen inpakpapier, dat druk bezaaid staat met illustraties van allerlei wereldberoemde rappers. “De grap was om wrapping paper met rappers te maken”, zegt Ferro. “Een beetje melig, dat geef ik toe.”

“Tijdens een late night shopping trok Gladys met een stapel inpakpapier naar de Avenue SneakerStore in Antwerpen om er een hele avond sneakers, T-shirts en sokken in te pakken. “Het mooie aan dat werk is dat je veel verhalen te horen krijgt van de mensen voor wie de cadeaus bestemd zijn. Ik kwam ook best wat moeders tegen die onzeker vroegen of hun zoon of dochter blij zou zijn met het sneakermerk dat ze in hun handen hadden. Schattig!”

“Ik hoor regelmatig van vrienden dat inpakken hen stress bezorgt, maar daar heb ik eigenlijk helemaal geen last van. Een cadeau mooi inpakken is vooral een kwestie van geduld. Als je haastig te werk gaat, mislukt het op de een of andere manier altijd. Het klinkt misschien vreemd, maar ik vind inpakken gewoon echt leuk om te doen. Het is toch het eerste wat mensen opmerken wanneer ze hun cadeau in handen krijgen. Daarom ben ik ook fan van handgeschreven kaartjes of een mooi lintje dat bij het inpakpapier past, dat geeft het toch net iets meer karakter. Mensen kunnen het meteen zien wanneer je je best hebt gedaan.”

Maar ook als er onder tijdsdruk ingepakt moet worden, heeft Ferro een oplossing. “Ik organiseer regelmatig feestjes met een vriendin. Als ik de aanwezige artiesten een cadeau wil geven, gebruik ik soms eenvoudige kartonnen zakjes waar ik wat zijdepapier en confetti in strooi. Zoiets kost echt geen tijd, maar ziet er toch leuk uit. Waar ik ook telkens voor val, is als ze in parfumeries wat parfum op het zijdepapier van je pakje spuiten, zodat je de geur al ruikt wanneer je het papier aan flarden scheurt.”

Gladys Ferro: ‘Ik vind het gewoon echt leuk om te doen. Het is toch ook het eerste wat mensen opmerken.’ Beeld Bob Van Mol

Het ontwerpen van haar eigen inpakpapier was een precies proces. “Voor mij was het heel belangrijk dat de rollen lokaal geproduceerd werden, met de hulp van lokale artiesten en drukkers. Het papier is ook deels gerecycleerd en klimaatneutraal.” En ook over de kwaliteit van het inpakpapier werd lang gebrainstormd. “Want het ergste wat er kan gebeuren, is dat je nachten slaap laat voor inpakpapier dat nadien gewoon scheurt bij de minste beweging. We hebben op voorhand dus veel cadeaus ingepakt met verschillende papierdiktes, gewoon om te zien wat zou werken. Dat is heel veel werk, ja, maar millennials laten hun cadeaus nu eenmaal vaak in de winkel inpakken. Als je dan een verschil wil maken, moet het goed zitten.”