Airbnb haalt opgelucht adem: Europees Hof van Justitie oordeelt dat app geen vastgoedontwikkelaar is

Airbnb is een verhuurplatform waarop particulieren relatief eenvoudig toeristische logies kunnen aanbieden. Die activiteiten zijn een “dienst van de informatiemaatschappij”, en dus heeft het bedrijf vrijheid van dienstverlening, zo oordeelt het Hof nu.

Europese lidstaten kunnen het bedrijf dus niet zomaar beperkingen opleggen om de consumentenrechten te beschermen zonder de toestemming van de Europese Commissie. Dat maakt het voor steden een pak moeilijker om restricties op te leggen aan AirBnb. Verschillende steden, zoals Amsterdam, proberen al jaren vruchteloos om op te treden tegen de app.

Ook in Vlaanderen is dat het geval: de Vlaamse overheid vraagt al verschillende keren om gegevens van huurders over te dragen zodat Toerisme Vlaanderen ze kan controleren, bijvoorbeeld op brandveiligheid. AirBnb weigert dat. Zowel ex-minister van Toerisme Ben Weyts (N-VA), als diens opvolger Zuhal Demir (N-VA) vaardigden daarom al boetes uit tegen het bedrijf. Het ging respectievelijk om 25.000 euro en 50.000 euro.

Franse klacht

De uitspraak van het Hof kwam er na een vraag om advies van een Parijse onderzoeksrechter. Die wilde weten onder welke regelgeving Airbnb valt na een klacht tegen het Europese hoofdkantoor van Airbnb op grond van vastgoedwetgeving.

Airbnb ontkent dat het als vastgoedmakelaar handelt. Bovendien is de hoofdzetel voor de Europese activiteiten in Ierland gevestigd, waardoor de Franse wetgeving niet van toepassing kan zijn omdat het bedrijf elektronische diensten aanbiedt die onder de vrijheid van dienstverlening in de EU vallen, klinkt het verweer.

Het hof volgt die redenering nu. Het oordeelt dat Frankrijk het bedrijf niet zomaar beperkingen kan opleggen, mede omdat Airbnb juridisch vanuit Ierland opereert. Als Frankrijk de dienst toch wil inperken, moet dat geval per geval gebeuren en moet Frankrijk de Europese Commissie daarover inlichten, én Ierland eerst vragen om zelf maatregelen te nemen. 

Daarnaast stelden de rechters in Luxemburg ook vast dat Airbnb geen “beslissende invloed uitoefent” op de gevraagde huurprijzen en welke accommodaties via het platform worden aangeboden. Beperkingen op de activiteiten van Airbnb door de overheid zijn wel toegestaan, maar alleen als de Europese Commissie daarmee instemt, licht een woordvoerder van het hof toe.

Het hof oordeelde eerder al dat taxi-app Uber een digitale bemiddelingsdienst is en geen transportbedrijf.