Direct naar artikelinhoud
Muziek

Sam Bettens: ‘Bij lesbische vrouwen stuit ik weleens op onbegrip’

Sam Bettens: ‘Mijn eerste keer op een mannentoilet herinner ik me nog goed. Het was een experiment, in de lounge van een luchthaven, waar niemand me kende.’Beeld Eva Roefs

Dit interview verscheen eerder al in De Morgen. We publiceren het opnieuw naar aanleiding van zijn passage in ‘Groeten uit’, vanavond.

en

***

Sarah werd Sam. Voor Sam Bettens (47), frontman van K’s Choice en Rex Rebel, was dit het jaar van de verandering, van de transitie. ‘Ik ben constant met mijn lijf bezig. Op het puberale af.’

Daar staat onmiskenbaar een man, denk je dan, als je Sam Bettens aan de toog van een Antwerpse koffiebar een thee met gestoomde melk ziet bestellen. Wijdbeens, handen in de zakken, de knieën lichtjes gebogen. “Het voelt alsof ik groen licht heb gekregen”, geeft hij even later ook zelf toe, gespeeld onderuitgezakt op zijn stoel. “Kijk, nu kan ik zelfs met mijn benen open zitten zonder dat ik mij moet excuseren. (lacht)”

In mei, bij uw coming-out, zei u: ‘Ik wil thuis gewoon in bloot bovenlijf en een short kunnen rondlopen.’ Is dat nu, zeven maanden later, al aan de orde?

Sam Bettens: “Thuis durf ik dat al. In de Bikram-yogales ook, omdat het een veilige plek is. Maar in de gym? Nee, dat niet. Niet dat ze mij thuis zouden nawijzen, in Californië. Maar er speelt toch nog schaamte mee.”

Bent u door uw transitie meer bezig met uw lichaam?

“Ik ben er op een andere manier mee bezig. Vroeger was ik daar misschien nog obsessiever in, ook met mijn kleding. Ik wilde er per se wat ‘rechthoekiger’ uitzien. (wijst op zijn heupen) Met een strakke binder moffelde ik mijn borsten weg, ook als ik alleen thuis was. Hoe meer ik dat deel van mezelf kon wegsteken, hoe beter.”

Intussen hebt u uw borsten laten wegnemen. Hebt u die gehaat?

“Nee, nooit. Dat hoor ik weleens van andere transmannen: dat ze hun lichaam verafschuwden, niet eens in de spiegel konden kijken. Dat had ik gelukkig niet. Alleen: vroeger was het altijd ‘net niet’: het was een eindeloze zoektocht naar een lichaam waarmee ik perfect gelukkig was. Nu snap ik waarom.”

Veel transmannen kiezen, net zoals u, voor een hormoonbehandeling: testosteron in spuitjes, gel of pillen. Gedaan met huilen bij een film, dacht u eerder dit jaar. En?

“Wel, ik ben er zeker niet agressiever op geworden. En ik kan je verzekeren dat ik nog altijd huil. Onlangs schoot mijn gemoed nog vol bij een aflevering van The Simpsons. (lacht) Kun je ­nagaan.”

De hormonen zouden je in anderhalf jaar door een hele nieuwe puberteit jagen, zeggen experts. Hebt u daar al iets van gemerkt?

“Misschien moet je dat aan mijn vrouw vragen. (lacht) Ze zeggen wel dat je door de hormonen high highs en low lows kunt hebben, maar dat valt bij mij heel goed mee. Ik ben er ook niet onhandelbaarder op geworden, denk ik.”

Pubers zijn heel hard op zichzelf gericht. Klinkt dat herkenbaar?

(maakt zich vrolijk) “Zo had ik het nog niet bekeken. Maar ik beken: ik ben bezig met mijn lijf, op het puberale af. Ik kijk veel meer in de spiegel dan eender welke man. Of toch veel meer dan eender welke man van mijn leeftijd.”

De grote veranderingen van uw lichaam laten op zich wachten, zegt u. Hoe groot is uw ongeduld?

“Ik ben héél ongeduldig. Nu, ik probeer er wel vrede mee te nemen dat ik niet Hulk-gewijs in een mum van tijd kan veranderen. Dat zou niet gezond zijn, ook niet voor de mensen rondom mij. Nu kan iedereen rustig wennen.

“Ik koester ook niet de illusie dat ik ooit onwaarschijnlijke spieren ga kweken. Als ik een slanke man in de spiegel zie, is dat maar zo.”

Sam Bettens.Beeld Eva Roefs

Sam Bettens

• geboren als Sarah Bettens op 23 september 1972 in Kapellen

• studeerde even fotografie in Gent, maar stortte zich dan op de muziek, samen met broer Gert Bettens met de band K’s Choice, die eerst nog The Choice heette 

• hun laatste album heet Love = Music

• bracht vier soloalbums uit 

• outte zich dit jaar als transgender. Sarah Bettens werd Sam Bettens

• heeft vier kinderen met haar partner 

Vergissen we ons als we toch al een snorhaar spotten?

“Ik heb mezelf wel al geschoren, uit pure nieuwsgierigheid. Ik heb nog zo goed als niks. (wrijft over zijn kin) Maar de vraag is ook: is dit het dons van een 47-jarige vrouw op leeftijd? Of is dit toch het eerste teken van een snorhaar? (schaterlacht)

“Hoe dan ook, dat scheren is plezant. En ik moet dat nu blijven doen. Als het teruggroeit, wordt het stugger. Dan kan ik mijn vrouw eindelijk prikken als ik haar kus. (lacht) Ook weer iets om naar uit te kijken. Ach, soms heb ik toch compassie met mijn vrouw.”

Fysiek bent u er druk mee bezig. Mentaal ook?

“Enorm. Dat zit eigenlijk dag in, dag uit in mijn kop. In die mate dat ik overweeg om er weer met iemand over te gaan praten. Want ik ben zo gericht op mezelf, meer dan ik zou willen, en dat leeft de hele tijd. Soms wil ik daar weleens uit. Daar is het sporten ook wel goed voor.”

In oktober gaf u in uw vlog aan dat u vooral worstelt met uw stem. Hoezo?

“Dat is heel dubbel. Aan de ene kant wil ik dat mijn stem verandert, dat de buitenwereld me niet leest als een vrouw. Aan de andere kant is die zangstem ook heel belangrijk. Wat daarmee zal gebeuren, moet ik overlaten aan het lot. Stoppen met mijn hormoonbehandeling is geen optie, want ik wil geen ‘terugval’.

“Kenners hebben me wel al gerustgesteld. Het kan dat de kleur van mijn stem verandert, maar het gaat als zanger over zoveel meer: je timing, intensiteit, ademhaling. Dat verlies je niet zomaar. Alles wat ik in die 25 jaar stemtraining heb geleerd, alles waar ik emotie in steek: zoiets verdwijnt niet. Dat is dus mijn hoop. Dat het uiteindelijk toch goed komt, en ik misschien wat meer zal klinken zoals Gert (Sams broer en ander lid van K’s Choice, red.). (lacht)”

Uw stem is uw broodwinning. Heeft het u ook doen twijfelen om in transitie te gaan?

(knikt heftig) “Dat heeft me heel hard tegengehouden; het was de ultieme hinderpaal. Mijn stem is ons inkomen thuis. Dat is wat ik doe, waar wij van leven.

“Maar ik dacht ook: als het mijn stem is die me tegenhoudt, ga ik die misschien ooit haten. Ik kon me niet voorstellen dat ik op mijn sterfbed zou liggen en zeggen: ‘Ik was een man, ik wilde altijd een man zijn, maar voor mijn carrière heb ik het niet gedaan.’ Nee, zodra dat vat open was, móést ik ermee door.”

Nu zit u een beetje ‘tussen de twee’, zegt u. Hoe lastig is dat, om man noch vrouw te zijn?

“Eerlijk gezegd, ik begin dat steeds lastiger te vinden. Die eerste maanden was ik daar heel geduldig in. Ik vond het niet erg als mensen zich eens vergisten. Meer zelfs, het is mij ook een keer of twee overkomen, dat ik zonder nadenken de telefoon opnam: ‘Hallo, met Sarah.’ (lachje) Dus ik dacht: ‘Gasten, pak jullie tijd.’ Maar nu denk ik hoe langer hoe meer: ‘Het ís tijd.’ Ik vind het echt niet meer fijn als mensen het mis hebben. Het mag niet meer dubieus zijn.”

Is dat dan een vraag waar u wakker van ligt: ben ik wel geloofwaardig als man?

“Wat me vooral bezighoudt, is dit: soms voelt het nog aan alsof ik ‘toneel’ speel. Begrijp me niet verkeerd: voor mij is dit geen spel, en ik twijfel er ook niet aan. Maar als ik mijn familie en vrienden, die mij 46 jaar als Sarah hebben gekend, nu ‘hij’ hoor zeggen, lijkt het alsof ik een rolletje speel. Zo van: ‘Jongens, vanaf nu gaan we doen alsof ik Sam ben. Ik weet dat ik er nog hetzelfde uitzie als drie maanden geleden, maar dat is nu ons spelletje.’”

Alsof u te veel van de buitenwereld vraagt?

“Dat gevoel heb ik toch, dat ik de mensen iets vraag wat niet natuurlijk is. Want ik klink als een vrouw, maar wil dat ze ‘hij’ zeggen. Dat is wel veel gevraagd, denk ik dan.”

Wordt u al vaker met mijnheer aangesproken?

“Absoluut. Alleen als mensen me horen spreken, twijfelen ze nog.”

Wordt u dan ook anders benaderd als man?

“Bij de kinderarts heb ik dat al gemerkt. Tegenwoordig doet hij zijn hele uitleg tegen mij, zelfs als mijn vrouw de vragen stelt. Dát is nieuw. (lachje)”

Laten we raden: u zet nu de vuilniszakken buiten?

(lacht) “Zonder dat Stef het zelfs moet vragen. Want ik weet natuurlijk hoe hard een vrouw dat kan appreciëren.”

Een transitie is nooit een gezondheidswandeling. Welke impact heeft het op uw relatie?

“Stef heeft het er echt niet moeilijk mee. Het is geen grote switch. Vooral omdat ze altijd al zoiets aanvoelde bij mij. Ik ben altijd al wat mannelijk geweest. Precies dat vond ze ook aantrekkelijk in mij. Hoe mijn lichaam nu verandert, vindt ze ook erg fijn. Ze moet geen moeite doen om die ‘nieuwe ik’ te aanvaarden. Ze heeft nu een ietwat andere persoon in haar leven. Na twintig jaar huwelijk brengt dat de spanning er weer in. (lacht)”

Ook uw kinderen lijken hier goed mee om te gaan. Uw zoon en dochter – Jett en Charlie – vroegen zelfs meteen of ze u daddy mochten noemen. Dat moet toch wel een geruststelling zijn?

“Dat is zo. Ik was vooral bang dat mijn zoontje dit freaky zou vinden. Over mijn dochter maakte ik me geen zorgen: zij is sowieso nogal vrijgevochten. Mijn zoon is meer een volger. Hij schaamt zich al voor zijn fietshelm, want is dat wel cool? Maar ik had geluk: hij wilde meteen naar het football met mij. Eerlijk gezegd, het betekent ook heel veel dat ik op de ‘vader-dochterdans’ als papa kan meegaan met mijn dochter. Misschien omdat ik er zo lang op heb moeten wachten, maar ik heb dat echt wel nodig.”

Sam Bettens: ‘Het is mij ook een keer of twee overkomen, dat ik de telefoon opnam: ‘Hallo, met Sarah.’ Maar nu vind ik het echt niet meer fijn als mensen het mis hebben.’Beeld Eva Roefs

Hoe reageerden uw ouders eigenlijk op het nieuws? Voor hen was het een tweede ­coming-out.

“Een beetje triest, in het begin. Ze zijn natuurlijk al wat ouder, voor hen ging er weer een nieuwe wereld open. Ook bij mijn vorige outing, als lesbische vrouw, was dat zo. Maar ik kon hen ­geruststellen: dat ik niet in een of ander vuil steegje een illegale hormonenspuit zou zetten. Heel schattig trouwens welke vragen mijn ­moeder nu stelt. ‘Zeg Sam, is het dan nog oké om eens samen te roddelen? Vind je dat dan nog wel plezant? En mag ik hier nog altijd een bloemetje op je kamer zetten? Of vind je dat nu stom?’ (kijkt vertederd)”

Bent u op negatieve reacties gebotst?

“Er was niet veel tegenwind, gelukkig. Wel hoor ik soms commentaar vanuit de lgbtq+-gemeenschap zelf: van mensen die de ‘t’ (van transgender, red.) hier niet passen vinden. Ook bij lesbische vrouwen stuit ik weleens op onbegrip. Ze hebben het gevoel alsof ze ‘er eentje kwijt zijn’. Of ze betreuren dat het voor mij niet genoeg was om een heel mannelijke vrouw te zijn.”

U shopte sowieso al negen op de tien keer op de mannenafdeling, zegt u. Hebt u al een maatpak gekocht?

“Met dat maatpak wacht ik nog even. Ik zal wellicht nog wat veranderen, en dat moet perfect zitten. Maar ik kijk daar wel naar uit.

“Voorlopig zit het in de kleine dingen: mannendeodorant, mannenshampoo. Vroeger vond ik dat toch een beetje gênant: op toer zijn met de gasten, en een donkere fles shampoo mee hebben. Nu mag dat allemaal.

“En dat is ook zoiets wat lesbische vrouwen mij, denk ik, kwalijk nemen. Dat ik zoiets zeg als: ik mág dat nu. Terwijl dat natuurlijk altijd al mocht. Maar voor mij was er nog die drempel. Nu, met mijn transitie, is het alsof ik groen licht gekregen heb.”

Comedian Ricky Gervais maakte op de Golden Globes een grap over de Amerikaanse tv-figuur Caitlyn Jenner, een transvrouw. Met haar auto-ongeluk had ze het cliché over vrouwen aan het stuur alleen maar bevestigd, klonk het. Kan dat, grappen over transgenderpersonen?

“Dat vind ik een heel moeilijke. Ik ben grote fan van Ricky Gervais. Hoe hij zwaar beladen thema’s met humor kan verlichten, is heel knap. Denk maar aan After Life, over zelfdoding. Dus aan de ene kant moet je met álles kunnen lachen. Maar aan de andere kant zit je bij transgender personen toch nog met een gevoeligheid. Omdat wij nog niet op gelijke voet staan. Er is nog veel onwetendheid over, veel transmannen en -vrouwen worden gediscrimineerd, vinden geen job.

“Op dat vlak zit ik in een unieke positie. De buitenwereld heeft het ook niet zo ‘moeilijk’ om naar mij te kijken. Dat is anders bij transvrouwen die er nog heel mannelijk uitzien – lang haar, maar wel een baard. Die mensen hebben het nog zo moeilijk in onze samenleving. Daarmee lachen, vind ik dan een lastige.”

Iets anders nu. De oude wet, voor januari 2018, schreef nog voor dat transmannen hun baarmoeder en eierstokken moesten laten verwijderen, wilden ze een ‘m’ op hun pas. Die vereiste is nu geschrapt. Hoe zit dat in Californië, waar u uw behandeling volgt?

“Het enige wat ik moest laten doen, was een psychologische screening. Je moet een brief kunnen voorleggen van een psycholoog die stelt dat je je duidelijk als man identificeert. Wel goed dat dit ook in België veranderd is: dat je niet langer een operatie moet ondergaan om te bewijzen dat je het ‘meent’.

“Dat is ook de reden waarom al die vragen over chirurgische ingrepen voor veel transpersonen zo vermoeiend zijn. Want daar gaat het voor velen niet over. Die operaties maken uiteindelijk vaak maar één klein deel uit van de transitie, of helemaal geen. Voor mij is het het belangrijkste dat ik me kan presenteren als man, los van wat er daar gebeurt. (wijst naar onder)”

Niet iedere transman wil staand tegen een boom kunnen plassen?

“Exact. En niet elke transman wil zijn borsten ­laten wegnemen. Niet elke transman wil hormonen nemen. Dat is een heel breed spectrum. Als samenleving hebben we heel snel de neiging om mensen in een hokje te plaatsen. En als we dat niet direct kunnen, is het van: ‘Oei, raar!’ Iemand zei al tegen mij: ‘Amai, is dat nu niet verwarrend? Nu moeten jongeren ook al nadenken over hun gender.’ (rolt met de ogen) Tja, dat is dus niet nieuw, hè. Er is nu gewoon plaats om je te uiten zoals jij dat wilt.”

Alles is nog nieuw nu voor u, als man. Voor welke uitdagingen staat u daar?

“Het is nog heel spannend nu. Je moet rekenen: ik heb 46 jaar gemist om te leren hoe mannen met elkaar omgaan. Dat is lang. (lachje) Daar moet ik wel nog door verschillende fases, om uit te vlooien wat het betekent om man te zijn. In de gym merk ik dat ook. Die kerels doen allemaal zo hun best: ‘Hi brother! How you doing, man?’ Maar dan beginnen ze met die handshakes. Heel stom, maar dat is dus een taal die ik járen niet gesproken heb. Dat maakt dat ik er nu altijd zowat tussen zit. Ik hoop dat dat gaat veranderen.”

Sam Bettens: ‘Heel schattig welke vragen mijn moeder nu stelt. ‘Zeg Sam, is het nog oké om eens samen te roddelen? En mag ik hier nog altijd een bloemetje op je kamer zetten?’Beeld Eva Roefs

U voelt zich nog veiliger in vrouwelijk gezelschap?

“Het is vooral dit: ik moet dat vrouwelijke, dat er toch nog in zit, leren matchen met hoe ik me presenteer als man. Toen ik onlangs in New York naar een American football-match ging kijken van mijn zoon, heb ik me toch op de tribune bij de vrouwen gezet. Om over onze zonen, en over van alles en nog wat, te babbelen. Want die mannen hebben een taal waar ik niet bijhoor. Nu ja, dat zijn natuurlijk ook geen muzikanten, eerder macho’s. (lachje)

“Waar ik wel behoefte aan heb, maar niet heb, is een soort gemeenschap van transgasten. Om ­samen naar een voetbalmatch te gaan en een pint te pakken. Dat mis ik wel.”

Over pintjes pakken gesproken. Vlak na uw outing kwam Jupiler met de reclame: ‘Pintje, Sam?’ Wat vond u daar eigenlijk van?

(lacht) “Wel, ik had daar een dubbel gevoel bij. Qua stunt was het niet meteen de meest classy move, ze hadden me ook niet op de hoogte ­gebracht. Maar – en dat vond ik de silver lining – ze gaven wel openlijk, en paginagroot, aan dat ze oké waren met mijn outing. En dat was toch het belangrijkste. Want Jupiler staat zowat voor elke modale man die graag een pintje drinkt, ook ­degenen die aan de toog wat minder progressieve praat uitslaan. Maar ook zij kregen die boodschap mee: transmannen zijn oké. Dat was wel nog cool.”

Drinkt Sam meer pintjes dan Sarah?

(lacht) “Nee, hoor. Ik drink nog altijd niet veel. Maar een Jupilerke kan er soms wel in. Vrienden zeggen weleens: ‘We’re gonna teach you how to drink whiskey.’ Ook dat moet ik blijkbaar nog leren.”

Wat als u op zo’n avond naar het toilet moet? Gaat u dan wel rechtstreeks bij de mannen?

“Mijn eerste keer in een mannentoilet herinner ik me nog goed. Dat was een experiment: ik was toen nog niet geout, was nog aan het twijfelen. Maar ik wilde het wel al eens testen. In de lounge van een luchthaven was dat, waar niemand mij kende. Met mijn kin in de kraag stapte ik naar binnen. Ik wilde niet opvallen terwijl ik stond te wachten, want ik kon natuurlijk niet plassen aan een urinoir. En ik zweer het, dat was de eerste keer dat er niemand van mij opkeek. Want stapte ik vroeger de damestoiletten binnen, dan zag ik die hoofden zo ­omdraaien: staat híj hier nu verkeerd? Of wij? (lacht) Maar nu dacht ik: niemand kijkt. Zálig!”

Naar welk moment kijkt u uit? Wat is uw doel?

“Ik heb er twee. Eén: ik kijk uit naar de dag waarop het mentaal niet meer overheerst. Dat ik er niet meer op elk moment mee bezig ben, op die puberale manier. (lacht) Dat is een doel. ­Terwijl ik wel besef dat ik nog levenslang elke week zo’n spuit moet zetten. En dat ik altijd wel een transman zal zijn, niet gewoon ‘een man’.

“En twee: kijk ik naar mijn lichaam, dan verlang ik naar de dag waarop ik in een zwemshort over het strand kan lopen. Zonder dat iemand zich omdraait: ‘Huh, wat was dat?’”

Sorry, maar zei u nu net dat u altijd ‘maar transman’ zal zijn? Hoe vervelend is dat?

“Ik zal altijd 46 jaar als vrouw hebben geleefd. Je kunt dat niet uitwissen. Ik zal ook altijd fysiek ­anders zijn dan cisgendermannen. Het zal blijven deel uitmaken van mijn verhaal, en dat vind ik ook niet erg.

“Nu, er zijn transmannen die helemaal niks meer met hun verleden te maken willen hebben. Ik heb zelfs een goeie vriend, ook een transman, wiens vroegere naam ik niet eens ken. Hij vertelt openlijk over alles, behalve over zijn jaren als vrouw. Hij heeft zo’n geweldige aversie tegen zijn ­vroegere leven. Die haat voel ik niet.”

Sam Bettens: ‘Ook bij lesbische vrouwen stuit ik weleens op onbegrip. Ze hebben het gevoel alsof ze ‘er eentje kwijt zijn’.’Beeld Eva Roefs

U zou het, als publiek persoon, ook veel moeilijker kunnen wegstoppen.

(knikt) “Maar ik voel ook absoluut geen aversie tegen mijn vroegere leven. Ik heb tot hiertoe een fantastisch leven gehad. Alleen was er nog iets wat ontbrak, en dat heb ik nu gevonden.”

Hebt u dan thuis nog foto’s aan de muur hangen van Sarah? Die zitten nog niet in een diepe schuif?

“Die foto’s hangen er nog, ik heb ze niet zo direct van de muren getrokken. Maar ik moet zeggen: ik heb er ook totaal geen behoefte aan om ze te bekijken. Ik geloof wel dat er stilaan nieuwe foto’s zullen komen, dat we die gaan switchen. Dat zal ook hoe langer hoe meer een ding worden, zeker als ik er nog mannelijker begin uit te zien. Want wat als we dan iemand over de vloer krijgen die hier niks van afweet? De tuinman, of de papa van een vriendinnetje van de kinderen. Die zouden wellicht nogal ogen trekken. (gniffelt)”

Rocco Granata zei onlangs dat hij het jammer vond dat u niet voor ‘Rocco’ had gekozen als naam. Hij vermoedde wel dat zijn zoon Sam voor inspiratie had gezorgd. ‘Want’, zei hij, ‘ik denk dat die twee ooit een beetje verliefd waren op elkaar.’

(lacht) “Sam was inderdaad een viertal maanden mijn vriendje. En we zijn als vrienden uit elkaar gegaan. Ik was een goeie vriendin van zijn zus, dus ik kwam daar wel regelmatig over de vloer.”

Maar toch. U had eender welke naam kunnen kiezen. Waarom Sam?

“Ik had een hele lijst van coole namen. Maar dan probeerde ik me voor te stellen dat ik tegen mijn kinderen moest zeggen: ‘Vanaf nu ben ik Cash Bettens.’ Néé, dat was het toch niet. Ik heb dan maar online gezocht op jongensnamen van 1972. (lacht)

“Sam kwam eigenlijk vrij snel. Ik wilde het mijn omgeving ook niet te lastig maken. Mijn broer had het zelfs al gegokt: ‘Ik wist dat je Sam ging zeggen.’ Soms, lang voor mijn transgenderverhaal, gebruikte ik die naam al in de Starbucks. Het is ook uniseks, en dat is goed. Ik ben blij dat ik niet voor een supermannelijke naam ben gegaan. Want als je dan Michael heet, maar je klinkt nog als een vrouw. (schudt het hoofd) Nee, dan zou ik wel heel veel vragen van anderen, vind ik. En van mezelf.”

U ging in transitie om nog gelukkiger te worden, zei u al, ook al had u alles. Om dat ene ontbrekende puzzelstuk nog te leggen. Bent u ook gelukkiger?

(klaart op) “Bijna dagelijks heb ik zo wel een geluksmomentje. Als ik op een envelop ‘mister Bettens’ zie staan, bijvoorbeeld. Of ik trek mijn mannenshirt aan. Kleine opstekers zijn dat.

“Een paar dagen geleden heb ik nog met BLØF meegezongen in de Ahoy. De frontman had me gevraagd voor een duet, met als titel ‘Mannenharten’. Voor ik het podium opkwam, zei hij: ‘Er is geen enkele andere man met wie ik dit nummer nu wil zingen.’ (glundert) Dat zijn zo van die minimomentjes waarop ik voel: ze staan achter mij.”