Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Sam Louwyck: ‘Ik heb hem heel hard gemist in mijn leven, na zijn dood, maar ook voor zijn dood’

Sam Louwyck: ‘Ik wil niet met een frons op mijn voorhoofd sterven.’Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Zevenentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: danser/acteur/choreograaf Sam Louwyck (53). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

en

Luister hier naar De vragen van Proust met Sam Louwyck:

Video wordt geladen...

Hoe oud voelt u zich?

“Ik denk een jaar of zes jonger dan ik ben. Zoiets. Soms schrik ik: fuck, ik ben al 53, een serieuze leeftijd. Ik voel me niet echt 53, maar ook geen 30 of zo. Dat zou ridicuul zijn.

“Of ik mijn midlifecrisis al gehad heb, weet ik eigenlijk niet. Echt geen idee. Hopelijk wel, dan ben ik ervan af.

“Ik ben altijd al een rebel geweest. Zomaar iets aanvaarden omdat het zo is, gaat me moeilijk af. Ik hou er nogal van om de dingen in vraag te stellen. Ik vind dat een voorwaarde om te kunnen groeien en bloeien in het leven.”

Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Goh man, ik ben een redelijk complex geheel. Ik denk dat een persoon bestaat uit tal van eigenschappen, die maken dat ieder individu uniek is. Ik denk dat niemand echt geboren wordt met eigenschappen. Je hebt natuurlijk je genetische codering, daar kun je niet omheen, maar voor de rest worden je eigenschappen gekneed door het leven. Die dynamiek boeit mij dan weer.

“Een kenmerkende eigenschap is dus misschien dat ik geboeid ben door de dynamiek van het leven.”

Wat is uw passie?

“Ik heb veel passies, ik ben een redelijk passionele mens. Maar bovenaan staat natuurlijk dans. Dans is een deel van mijn leven. Al die kleine vezeltjes die in je lichaam functioneren als je op een bepaalde manier door de ruimte beweegt, als kind al had ik ontdekt hoe fijn dat was.

“Mijn ouders hadden daar geen problemen mee, ook al werd dansen in die tijd beschouwd als iets voor jeanneaus. Op school zeiden ze weleens: ‘Hey, janet, met je balletballen.’ Dan moest ik mij af en toe eens stellen: ‘Pardon?’

“Ik wist al heel snel dat ik door mijn lengte niet de typische balletdanser was. Voor een pas de deux was dat heel interessant: ook al danste ik met een langere, rankere ballerina, ik was nog mooi in verhouding. Maar ik was niet klein en explosief, waardoor ik bepaalde figuren nooit zo snel kon doen als ik wilde. Ik had mijn beperkingen. Ik kon wel een beetje tricheren, maar besefte heel snel dat ik daarin geen primus kon worden.

* geboren in 1966 in Brugge * Vlaamse danser, choreograaf, acteur, zanger * is sinds 1993 betrokken bij Les Ballets C de la B * speelde in 2003 ‘de windman’ in Any Way the Wind Blows van Tom Barman, en de dove drummer in Ex-drummer (2006) * andere rollen in films en tv-series als Rundskop, Quiz Me Quick, Eigen kweek, D’Ardennen, La trêve, Belgica en De zonen van Van As * zanger van de Gentse band Falling Man * zat de afgelopen maanden in de jury van Dancing with the Stars

“Daarom ging ik op zoek naar andere vocabularia en kwam ik mensen tegen als een Mark Morris (wereldvermaard Amerikaans danser en choreograaf, red.) die me leerde bewegen vanuit de natuurlijke opening van mijn bekken zonder mij al te veel te forceren. Door naar hem te luisteren heb ik heel lang kunnen dansen, omdat ik mijn beperkingen aanvaardde en vandaaruit naar nieuwe bewegingen zocht.

“Ik herinner me nog dat het vloerwerk in het begin een enorme schok was. In ballet ben je gewoon om naar boven te reiken en je langer te maken, en dan plots moet je naar de vloer, wat een enorme mentale afstand is, want je hoofd denkt naar boven en je lichaam gaat naar beneden. Daar moet je aan wennen. Maar zodra je die vrijheid ontdekt hebt, kun je verder, in dolle vreugde.

“Of iedereen kan leren dansen? Absoluut. We hebben allemaal een hart dat klopt. Naarmate je beweegt, verandert het ritme. Ieder mens heeft een individueel ritme, een existentieel ritme, maar niet iedereen is zich daarvan bewust. Zodra je je natuurlijke ritme ontdekt en begint te bewegen en de enorme vrijheid daarvan ervaart, kun je dansen. Want dansen is voor mij bewegen.”

Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik voel me oké. Ondanks een paar kwaaltjes, oude kwetsuren en zo. Ik doe wel mijn dagelijkse basisoefeningen. Niet dat ik elke dag in de fitness sta, dan pas zou ik in mijn midlife verglijden. Maar een beetje opschroeven mag wel, omdat ik graag solide sta. Ik vind het leuk om mijn benen te strekken. (demonstreert) Als je dan in plié gaat, en je trekt je bekken open, dan voel je de energie doorstromen en denk je helderder, sta je frisser in het leven.

‘Ik ben altijd al een rebel geweest. Zomaar iets aanvaarden omdat het zo is, gaat me moeilijk af.’Beeld Stefaan Temmerman

(kijkt door het raam) “Jawadde man! Twee flikkencombi’s voor één dakloze. Vier man voor een ouwe vent! Is dat er niet een beetje over? Als ik dat zie, krijg ik schrikwekkende beelden van de toekomst.”

Is het leven voor u een cadeau?

“Absoluut. Tuurlijk. Als je ruim genoeg kijkt naar het bestaan an sich, besef je dat het een cadeau is. De kunst bestaat erin niet vast te raken in één ongelukkig moment, want dat is een gevaar.”

Welke geluksscore geeft u zichzelf?

“Ik ben een ambitieuze mens. Een van mijn basiscredo’s is: je weet wanneer je geboren bent, dat is je enige zekerheid. Je weet niet wanneer het leven stopt. Je kunt er ook geen morele of ethische reden achter zoeken. Een waardig leven binnen in dat onbekende tijdsbestek bestaat erin je best te doen. Zo rijkelijk mogelijk te functioneren. Als je die ambitie hebt, kun je jezelf onmogelijk een negen geven. Kun je onmogelijk zalig gaan doorzakken in de zetel.

“Dus, hoeveel geef ik mezelf? Ergens tussen de vijf en de zes. Op tweeduizend, hè.” (lacht)

Wat zou u nog willen doen voor het te laat is?

“Dat zeg ik niet. Ik heb altijd een kerndroom, die houdt me gaande. Maar ik wil hem niet uitspreken, dat is te fragiel. Anders gooi ik voor een stuk mezelf te grabbel.”

Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“Goh, waaruit bestaat het leven? Uit kleine momentjes van eureka, uit zuchtjes van opluchting.

“Ik zag zonet een man op de hoek van een winkelstraat. Hij stond daar helemaal verloren tussen al die shoppende mensen. Je zag van ver hoe onwennig hij zich voelde, hij stond volledig buiten zijn as. En ik hoor hem vragen naar een goede bakker. Zegt een voorbijganger: ‘Ah, je ne sais pas.’ Terwijl op dertig meter een van de topbakkers van Oostende is. Ik hoor dat, ik stop en toon hem de weg. En die man was helemaal gelukkig. Hij veerde terug in zijn as, weer in harmonie met het zijn. Dat zijn gelukkige momenten.”

‘Ik heb ooit twee jaar lang niet kunnen huilen, dat was verschrikkelijk.’Beeld Stefaan Temmerman

Wat is uw zwakte?

“O man. Een zwakte in de familie is verslaving. Ik heb al familieleden zien onderuitgaan aan de alcohol. Zelf heb ik er ook mee geworsteld. Gelukkig moest ik heel veel sport doen en ben je dan wel snel gelimiteerd, maar ik had gevaarlijke uitschieters en heb mezelf echt wel tot de orde moeten roepen.

“Waarom ik dronk? Om te vluchten van het leven, denk ik. Zo van: nu ga ik me verstoppen en dan ga ik een moment rust vinden en ben ik opgeladen en kan ik er weer tegen. Dat is een leugen, natuurlijk. En het duurt een tijd voor je die leugen die je jezelf voorhoudt, kunt doorprikken. De echte bevrijding van een verslaving is dus het doorprikken van je eigen leugen.

“Inmiddels heb ik zelfs al momenten gehad waarop ik denk: waarom zou ik nog een pint drinken? Of waarom zou ik smoren? En die momenten komen steeds meer samen, wat mij een heel bevredigend gevoel geeft.

“Als je je eigen zwakte erkent, kun je proberen er op een constructieve manier mee om te gaan. Ik aanvaard dat het probleem een deel van mezelf is, maar ik laat het niet de overhand nemen. Ik ga ook niet ontkennen dat het bestaat.

“Als puber had ik een enorme onschuld. Ik was een romantische fantast die over het bestaan schreef. Ik had ook een droombeeld: ik zag mezelf later op een landgoed van een barones wonen, boven een koetsenstalling, midden in de natuur. Ik zag mezelf als kluizenaar schrijven en wandelen en filosoferen en zo door het leven glijden.

“Ik heb dat droombeeld proberen te realiseren, maar telkens als je hart gebroken wordt, verlies je een deel van je puurheid. En dat kun je niet herstellen. Je blijft hunkeren naar die puurheid, maar tegelijk ben je je ervan bewust dat het leven nooit meer zo puur zal zijn. En dan moet je uitzoeken wat er soelaas biedt. Dat gaat meestal met vallen en opstaan.”

Waar hebt u spijt van?

“Goh, van een paar dingen, hoor. De dag dat mijn moeder stervende was had ik uren naast haar bed gezeten. Ik wilde snel nog eens heen en weer naar huis rijden, maar op het moment dat ik binnenkwam, kreeg ik telefoon. Ze was overleden.

‘Ik dronk om te vluchten van het leven. Zo van: nu ga ik me verstoppen en dan ga ik een moment rust vinden en ben ik opgeladen en kan ik er weer tegen. Dat is een leugen, natuurlijk.’Beeld Stefaan Temmerman

“Onlangs heeft een vriend van mij zich verhangen. Ik was net terug van filmopnamen in Brazilië en had eigenlijk de zaterdag kunnen langsgaan, maar ik had zoiets van: neen, ik ga morgen. Die zaterdag heeft hij zich verhangen. Dan denk je: was ik maar langsgegaan, dan had ik het gezien in zijn ogen, dan hadden we nog kunnen praten en was het misschien niet gebeurd.

“Veel heeft met timing te maken. Soms ben je te vroeg, soms ben je te laat.”

Hoe was de relatie met uw ouders?

“Goed. Mijn vader was piloot, mijn moeder was verpleegster. Heel intelligente mensen. Ze waren allebei aces in wat ze deden. Ze waren ook allebei geïnteresseerd in meer dan hun achtertuin. Er werd heel veel gepraat bij ons aan tafel, en wat gezegd werd bleef tussen vier muren, wat een heel veilig gevoel gaf.

“Ik ben opgegroeid in Brugge. Klein stadje hoor, maar ik had alles: goed onderwijs, de muziekschool, sportcentra, en tijdens de middagpauze liep ik eens binnen in het Permekemuseum of het Groeningemuseum. Tien minuten voor een Permeke of een Bosch staan en dan weer naar school. Wat een fantastische luxe is dat niet!

“Mijn vader is gecrasht in 1991. Tijdens de voorbereiding van een luchtvaartshow. Hij was pas 54. Hij ging nog één keer stunten. Mijn moeder had hem gezegd: ‘Doe dat niet meer, je hebt alles al bewezen.’ Het werd die ene keer te veel. Klassiek verhaal. Maar aan de andere kant had hij altijd gezegd: ‘Als ik moet sterven, dan liefst in een vliegtuig.’

“Ik was toen 24. De dood van mijn vader was voor mij verschrikkelijk. Juist omdat we de laatste zes maanden van zijn leven elkaar gevonden hadden als twee volwassen mannen. Het duurt immers een tijd voor twee mannen van twee verschillende generaties, zeker twee alfamannetjes, een bonding vinden. Maar zodra die er is, is dat enorm verrijkend en heb je heel veel tijd in te halen. Zo voelde ik dat ook. En toen gebeurde dát. Het is altijd te vroeg, maar dat was wel echt niet het moment. Ik heb daar heel hard van afgezien, omdat er juist zo veel mógelijk was. Op het moment dat de plant begon te groeien, kwak, was het gedaan. Dat was heel pijnlijk.

“Het verlies van mijn vader is ook de reden waarom ik zelf geen kinderen wil. Ik heb hem heel hard gemist in mijn leven, na zijn dood, maar ook voor zijn dood, omdat hij als piloot vaak weg was. Ik zou zelf ook geen aanwezige vader zijn, daarvoor zit ik te vaak in het buitenland. En om dan nu en dan eens als een superpapa met een cadeautje naar huis te komen, nee, dat wil ik niet.”

‘De dood van mijn vader in een vliegtuigcrash was voor mij verschrikkelijk. Juist omdat we elkaar de laatste zes maanden van zijn leven gevonden hadden.’Beeld Stefaan Temmerman

Wat is uw grootste angst?

“Mijn intellectuele capaciteit verliezen. Een last te moeten zijn voor anderen, een pijnlijke last.

“Erger dan in een rolstoel belanden? Nooit meer dansen? Absoluut! Zolang je hersenen goed functioneren, kun je nog veel doen.”

Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Heel onlangs. Nu ben ik niet bang meer om te huilen, maar ik heb er lang moeite mee gehad. Ik heb zelfs ooit twee jaar lang niet kunnen huilen, dat was verschrikkelijk.

“Toen mijn zus in 1996 aan een hersenbloeding stierf – ze was een heel jonge vrouw, moeder van twee kleine kinderen, een verschrikkelijke situatie – heb ik geweigerd om te wenen. Op de begrafenis van mijn vader vijf jaar voordien had ik gemerkt dat heel veel mensen bij het verlaten van de kerk mij opwachtten om mijn verdriet te zien. Ik voelde dat aan als iets wat mij collectief werd afgepakt. Bij mijn zus wilde ik dat niet opnieuw beleven.

“Alain Platel (choreograaf en regisseur, red.) zei me dat hij op het einde van de dienst mijn gezicht helemaal zag vertrekken van de pijn. Ik heb toen werkelijk geweigerd om te huilen, en daarna zat ik daarin vast. Het lukte niet meer. Alsof er twee kurken in mijn traanklieren zaten. Twee jaar lang heb ik daartegen gevochten, want het is goed om te huilen. Het is goed om je verdriet los te laten.

“Ik ben dus blij dat ik het opnieuw kan. De laatste keer was in de auto. Een gevoel van gemis van mensen die ik kwijt ben overviel mij.”

Bent u ooit door het lint gegaan?

“Eén keer, toen ik na vele jaren een kerel terugzag die ons gezin vroeger zwaar onrecht had aangedaan. Plots dook hij op, met een ongelooflijke air, op een plek waar ik me veilig omringd voelde. Toen ben ik verbaal ontploft. Velen schrokken van mijn taalvaardigheid en volumebereik.

“Ik zag hem zo krimpen. Alles rolde eruit. Ik had er al zoveel over nagedacht. In de loop van de jaren had ik langzamerhand een cd’tje gevuld dat er in één geut uitkwam.”

Sam Louwyck: ‘Ik heb hem heel hard gemist in mijn leven, na zijn dood, maar ook voor zijn dood’
Beeld Stefaan Temmerman

Welk boek zou u iedereen aanraden?

“Het volgende boek dat ik krijg van iemand waarbij ik in tranen uitbarst van het lachen. Dat ik zo in één ruk kan verslinden. Daar verlang ik nu al twee weken naar. Dit is inderdaad een oproep, ja.”

Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Elk optreden is voor mij een heel intense ervaring. Religieus vind ik een bizar woord, maar spiritueel zou ik hiervoor wel durven te gebruiken. Al die adrenaline die vrijkomt, al die zuurstof in je lichaam, dat overweldigende gevoel van vrijheid, daar kan geen drug tegenop.

“Jaren geleden dacht ik dat ik toch ooit eens dronken een dansopvoering moest doen, om uit mijn zelfcontrole te treden. Dat was een ongelooflijk pijnlijke en ridicule vertoning. Die alcohol zweet je uit in twee minuten, daarna begin je te verkrampen. Het is natuurlijk weleens interessant om tegen je eigen muur aan te lopen. Dan leer je snel van: maar neen. Voorzichtig met seks, drugs & rock-’n-roll, dus. Het is zo al moeilijk genoeg om al je energie te doseren.”

Wat vindt u erotisch?

“Ik heb iets met textuur. Ik heb een heel gevoelige tastzin. Een bepaalde zachtheid van de huid, een bepaalde haarstructuur kan ik heel erotisch vinden. Wat ik heel mooi vind is oud-Vlaams haar zoals dat van de jonkvrouwen vroeger. Je vindt dat steeds minder. Als je dat aanraakt, voelt dat net als fijne zijde. Er zit daar ook snel elektriciteit op. (lacht) Die geladenheid voelen, die wisselwerking tussen tast en textuur vind ik opwindend.”

Wat is uw goorste fantasie?

“Hm. (denkt na) Ik heb zoveel fantasieën. Maar mijn grootste fantasie, of droom of wens, is rondvliegen in een Duo F16. Die snelheid, dat doorkruisen van de lucht, die wendbaarheid, die enorme power. Ik weet het, het zijn gevechtsvliegtuigen die gebruikt worden in oorlogen, maar ze hebben een onweerstaanbare schoonheid.

“Telkens als ik van mijn home base vertrek of er weer land, kom ik langs de plek waar mijn vader is neergestort. En toch is vliegen mijn droom. Dat vliegen zit erin.”

U belandt in de gevangenis. Wat zou de reden kunnen zijn?

“Rebellie tegen het systeem. Mochten we hier een totalitair regime krijgen en ik blijf in de buurt, dat zou gegarandeerd de reden zijn.”

Bent u een goede vriend?

“Ik denk het wel, maar ik ga die vraag toch eens voorleggen aan een paar vrienden van wie ik niet zeker ben dat ze ja gaan antwoorden.

“Ben ik bevriend met Alain Platel? Ik voel dat zo aan. We zien elkaar weinig, te weinig, maar als we samenzijn is dat heel harmonieus en hebben we altijd tijd tekort. Ook al is dat vijf uur, die vijf uur zijn voorbij in een oogwenk. We hebben een heel sterke, natuurlijke band. Dat noem ik wel vriendschap en ik hoop dat hij dat ook vindt.”

Sam Louwyck: ‘Ik heb hem heel hard gemist in mijn leven, na zijn dood, maar ook voor zijn dood’
Beeld Stefaan Temmerman

Hoe definieert u liefde?

(denkt na) Vrij houden van. In vrijheid houden van. Zonder voorwaarden.”

Hoe hebt u uw eerste liefde ervaren?

(gedecideerd) “Fantastisch! Een heel toffe madam, anderhalf jaar ouder dan ik. En het leuke was dat we allebei maagd waren. Als je dan samen voor het eerst die schone liefde met heel veel tederheid kunt meemaken, dat is een ongelooflijke luxe.”

Hoe zou u willen sterven?

“Zo. (knipt met vingers) Doodvallen met een knipoogje, zo van: het is oké. Ik probeer in mijn bestaan zo veel mogelijk rust en harmonie te vinden, zodat ik niet met een frons op mijn voorhoofd moet sterven. Dat noem ik de hel, sterven met een frons, met het gevoel dat je niets meer kunt rechtzetten.

“Ik ben een heel fysieke mens. Als ik een gesprek of een avond met mensen afsluit, zal ik hen altijd een zoen geven. Ik hou niet van een open afscheid, omdat ik ergens onbewust weet dat alles eindig is. Zo wandel ik door het leven.

“Mijn laatste avondmaal? Een praline of zo. Ik wil goed in mijn vel zitten als ik sterf, met een gevoel van ruimte in mijn lichaam.

“Of ik in Oostende wil eindigen? Ik heb me nooit 100 procent aan een plek gebonden. Dus Oostende, neen hoor; als het aan mij ligt, zal dat niet mijn eindpunt zijn. Ik hou van zee en zon, van licht en warmte. Ik heb lang in Lissabon gewoond en dat mis ik.”

Waarover bent u de laatste tijd anders gaan nadenken?

(denkt na) “Over wiskunde en fysica. Eigenlijk door te vliegen en door dieper in te gaan op hoe dat allemaal in elkaar zit. Door meer te begrijpen ben ik anders gaan nadenken over het nut en het bevrijdende effect ervan.”

Is de mensheid op de goede of de slechte weg?

“De mensheid heeft geen kans. Als je de tijdlijn van de aarde bekijkt, is de mensheid heel jong. De mens is vrij primitief, heeft weinig defensieve sterkte en zal geen tijd hebben om echt te evolueren omdat hij vrij dwaas is. Hij zal al verdwenen zijn voor de echte evolutie heeft kunnen plaatsvinden.”

Welke episode uit uw leven zou een goed filmscenario opleveren?

(denkt na) “Ik zou er een uitvinden. Ik vind het altijd een beetje pathetisch als mensen zeggen: ‘Toen heb ik zo afgezien, ik zou er een boek over kunnen schrijven.’”

Wat is de titel van uw biografie?

Het Sam. Daarmee kun je alle kanten uit, hè. (lacht) Het intrigeert een beetje, het is niet te complex, mensen onthouden dat. Ik zou het wel een keer willen lezen. Het Sam, dat zegt toch al genoeg?”