200.000 euro boete voor verhuur ongeschikte sociale woningen WoninGent

De zaak zorgde vorig jaar voor een opstoot in de campagne van de gemeenteraadsverkiezingen, nadat in een VRT-reportage panden met onder meer schimmel getoond waren. Het parket Oost-Vlaanderen startte ambtshalve een onderzoek over mogelijke strafbare inbreuken op de wooncode bij sociale huisvesting in Gent.

Vooral de Bernadettewijk in deelgemeente Sint-Amandsberg, een sociale woonwijk uit de jaren twintig, kwam in een mediastorm terecht, nadat was gebleken dat zeven ongeschikt verklaarde woningen alsnog werden bewoond. N-VA-lijsttrekker Anneleen Van Bossuyt diende ook een klacht in en de partij stelde zich burgerlijke partij in de zaak.

Het openbaar ministerie stelde bij de behandeling voor de correctionele rechtbank dat bij een onderzoek van de wooninspectie zeven panden ongeschikt en onbewoonbaar waren, en acht panden ongeschikt. Voor acht panden werd op het moment van de dagvaarding een conformiteitsattest uitgereikt. Voor de bewoners werd er een andere woning gevonden.

De aanklager had in totaal 120.000 euro boete gevorderd, maar de rechtbank legde 200.000 euro boete op, waarvan 120.000 euro met uitstel. De omstandigheden waren “schrijnend”, stelde de rechtbankvoorzitter. “Ondanks herhaalde klachten van huurders stond de beklaagde daar niet bij stil en werd het beleid niet aangepast.”

Puffen

De bewoners van verschillende ongeschikte panden kregen een schadevergoeding. “Ik ben geschandaliseerd door de houding van WoninGent. Er was schimmel, waterinsijpeling, vandalisme, maar WoninGent deed niets. Het heeft mensen in koten geparkeerd aan 600 euro per maand. De mensen leven in een precaire toestand, en alle kinderen in de panden moeten puffen wegens een problematiek aan de luchtwegen”, stelde Michel de Clippele, de advocaat van een van de bewoners bij de behandeling van de zaak. De andere advocaten hadden ook gevraagd dat de huurinkomsten van WoninGent, een bedrag van 43.000 euro, verbeurdverklaard werden en aan de slachtoffers toegekend werden.

De rechtbank legde geen verbeurdverklaring op, omdat niet bewezen werd dat WoninGent, dat in slechte financiële papieren zit, winst maakte met de praktijken. “We houden rekening met het blanco strafregister en het feit dat voor meerdere panden intussen een conformiteitsattest uitgereikt werd. De beklaagde wil de structurele problemen oplossen, zodat een deel van de geldboete met uitstel opgelegd kan worden”, zei rechtbankvoorzitter Caroline Blomme.

‘Tijd nodig’

WoninGent gaat vermoedelijk in beroep tegen de veroordeling. “WoninGent is zich bewust van de gemaakte fouten in het verleden, maar stipt aan dat dit probleem zich beperkte tot 17 woningen op een patrimonium van meer dan 9.000 woningen én dat er voor iedere huurder op korte termijn een oplossing werd aangeboden”, zegt de socialehuisvestingsmaatschappij.

WoninGent had de vrijspraak gevraagd en gesteld dat het in een geval van overmacht zat. WoninGent kreeg van de rechtbank 12 maanden tijd om de overgebleven panden te herstellen. Als dat niet gebeurt, riskeert de socialehuisvestingsmaatschappij een dwangsom van 150 euro per dag vertraging. “WoninGent neemt kennis van het vonnis van de rechter, dat wel degelijk rekening houdt met de zeer complexe stedelijke context waarin zij moet ageren”, reageert de maatschappij. “40 procent van de 9.000 woningen van WoninGent is verouderd en uitgeleefd. Het zal tijd en organisatie vergen om dat patrimonium terug in orde te zetten. Sinds oktober 2018 en het aantreden van het nieuwe bestuur wordt er hard aan de eerste bladzijden van een nieuw hoofdstuk voor WoninGent gewerkt.”

De socialehuisvestingsmaatschappij zal “tegen de zomer van 2020 een alomvattend meerjarenplanning voor renovatie, vervanging en nieuwbouw” voorstellen. “WoninGent stelt dat zij door de nodige gewijzigde planmatige en procesmatige aanpak de problemen met ongeschikt verklaringen sinds 2018 wel degelijk onder controle heeft en betreurt dat de rechter hiermee maar beperkt rekening houdt. WoninGent zal zich dan ook beraden over verdere stappen en zal hierover ten gepaste tijde communiceren.”