Direct naar artikelinhoud
Klimaatprotest

Heeft Youth for Climate gefaald? Nee, zegt deze politicoloog

Politicoloog Stefaan Walgrave: ‘Beeld Francis Vanhee

Exact een jaar geleden kwamen spijbelaars voor het eerst massaal op straat voor het klimaat, maar in het Vlaams regeerakkoord is daar weinig van te merken. Heeft Youth for Climate gefaald? Nee, zegt politicoloog Stefaan Walgrave (UAntwerpen). ‘Mede dankzij de klimaatjongeren voelen alle partijen het klimaat aan als een belangrijk thema. Dat gaat niet meer weg.’

Een federale regering die niet gevormd raakt, geen ambitieus klimaatbeleid voor Vlaanderen ondanks Youth for Climate, scheldpartijen op Facebook over een populistische maar foute uitspraak van de Vlaamse minister-president terwijl mensen ‘dat gekibbel beu zijn’, de klassieke partijen die nog verder wegzakken in peilingen ten voordele van extreemrechts: de kloof tussen burgers en politici gaapt ogenschijnlijk diep.

In die mate zelfs dat nu ook Karel Van Eetvelt, niet bepaald een geel hesje maar als voorzitter van de bankensector deel van het establishment, een brug wil slaan met flinke dosissen burgerinspraak.

Zo gek is dat niet, stelt professor politicologie Stefaan Walgrave. Hij ziet in zijn onderzoek hoe de vervreemding tussen burgers en politiek steeds groter wordt. “Wij volgen dit sinds 2009 op, en ondertussen is dat wantrouwen bij de burger, die zich niet vertegenwoordigd voelt, een groot probleem. De meest recente cijfers tonen dat 60 procent van de Vlamingen politici wantrouwt. In 2014 was dat ‘slechts’ 39 procent.”

Nochtans is die burger mondiger. De klimaatspijbelaars zijn zelfs vergeleken met het jongerenprotest van mei ’68.

“Een groot verschil is toch dat dit geen generatieconflict is. De meeste klimaatspijbelaars worden door hun ouders gesteund. 

“Ook is Youth for Climate niet tegen ‘de politiek’, ‘het systeem’, gericht, maar tegen het beleid. De klimaatjongeren komen dan ook  vaak uit hoogopgeleide gezinnen die insiders van het politieke systeem zijn, in tegenstelling tot de gele hesjes. 

“Maar een grote gelijkenis is dat veel jonge mensen voor het eerst op straat kwamen. Onderzoek toont dat die mensen dan vaak voor altijd politiek geëngageerd zijn. In die zin heeft Youth for Climate een onuitwisbare impact.”

Hebben de gele hesjes de klimaatspijbelaars geneutraliseerd?

“In zekere zin. Hier staan hooggeschoolden, die vertrouwd zijn met het politieke systeem en die kostbare klimaateisen stellen, tegenover laaggeschoolde outsiders van het systeem die sociale rechtvaardigheid eisen. 

“Juist dat laatste is de zwakke plek van de klimaatbetogers. Hoe verzoen je hun eisen met meer kosten voor de mensen? In de zes weken voor de verkiezingen is het belang van het klimaat voor mensen significant gedaald. Deels omdat de campagne om migratie draaide. Maar ook omdat het in de campagne erg concreet werd. 

Veel klimaatjongeren worden door hun (groot)ouders gesteund. Ze viseren het beleid, niet het systeem of de politiek an sich.Beeld Tim Dirven

“Natuurlijk wil iedereen dat de opwarming wordt aangepakt. In ons onderzoek voor de Stemtest viel op dat meer mensen klimaatactie willen dan velen denken. Maar dat engagement is abstract. Als het dan gaat over wie zal betalen, willen heel wat mensen dat niet. 

“Ik ben daar pessimistisch over. Het klimaat presenteert zich als een politiek onoplosbaar probleem. Het is niet concreet, individueel en dichtbij, maar vaag, collectief en op lange termijn. Wij voelen hier de nadelen nog niet. En we weten dat de oplossing niet van ons kleine land kan komen. 

“Bovendien is het mogelijk dat er technologie komt die de CO2 uit de lucht haalt. ‘Wij gaan al die onzekere, op wereldschaal futiele inspanningen niet doen’, reageren heel wat mensen die in theorie voor klimaatactie zijn. De N-VA heeft dat gevoel magistraal gecapteerd, terwijl Groen het momentum niet kon verzilveren.”

Is het jongerenprotest mislukt?

“Nee. In het regeerakkoord vind je geen sterke klimaatambitie, maar dankzij dit protest zijn wel veel meer jonge mensen politiek bewust. Dankzij Youth for Climate staat het thema ook veel hoger op veel agenda’s, zowel in de politiek als bij de bevolking. 

“De toch niet linkse Koen Geens (CD&V) noemde het klimaat onlangs probleem nummer één in een van mijn lessen. Veel meer politici voelen dat zo aan, al weten ze niet goed hoe ze het moeten aanpakken.

“Kijk vooral ook naar de reacties op het gebrek aan klimaatambitie in het regeerakkoord. Die zijn in de media erg kritisch. In de spraakmakende elite van journalisten, opiniemakers en academici klinkt nu unisono dat er meer moet gebeuren. Dat zou zonder Anuna en co. niet zijn gebeurd.”

Hadden ze iets beter kunnen doen?

“Grote betogingen hebben meer impact dan vele kleintjes. De adem langer inhouden en dan eens één keer met 200.000 man in Brussel staan, is het advies. 

“En verder hebben ze een straffe gebeurtenis nodig. Wanneer is kernenergie ter discussie gesteld? Na Tsjernobyl en Fukushima. Politiek gaat over accidenten. Politici zijn brandweerlui. Vaak is er geen beleid tot er een schokkende gebeurtenis is, waarna veel verandert, waarop weer een hele tijd niets gebeurt. 

“Je hebt zo’n gebeurtenis nodig, en burgers die daar een megafoon op zetten. De electorale dreiging blijft de essentie.”

Net dat is volgens onder anderen Karel Van Eetvelt achterhaald. Klopt het dat politici ook tussendoor meer naar de burgers moeten luisteren?

“Er zijn zeker goede redenen om te experimenten met participatieve en deliberatieve democratie. Veel initiatieven schijnen te werken. De informatie die politici van die burgerpanels krijgen is kwalitatiever en biedt meer draagvlak. 

“Maar de grote vraag is hoe dat de gewone, representatieve democratie beïnvloedt. Want deliberatie is een lang proces, en zowat 99 procent van de beslissingen moeten wel via de representatieve democratie lopen, omdat het snel moet gaan of omdat het geen thema’s voor burgerpanels zijn. Wie wordt de nieuwe gouverneur van West-Vlaanderen? Hoe stellen we de regering samen? 

“Wat we niet weten, is of deliberatie het wantrouwen net vermindert of vermeerdert in die 99 procent andere beslissingen. Het risico bestaat dat burgers die juist meer wantrouwen omdat ze niet in samenspraak zijn genomen.”

Protest van de gele hesjes in Parijs. Vaak zijn het laaggeschoolde outsiders van het systeem die sociale rechtvaardigheid eisen.Beeld Joris Van Gennip

“Hoe dan ook is dat sterk toegenomen gevoel bij burgers dat de politiek niet naar hen luistert nu het drama van de representatieve democratie, want meer dan ooit doen politici hun best om de burger aan te voelen. 

“Vroeger sprak een CD&V’er met het ACW en dat was het. Nu zijn politici obsessioneel bezig met het inschatten van de publieke opinie. Op café, op markten, via sociale media. 

“Waarom hebben we nu een rechtser migratiebeleid en een weinig ambitieus klimaatbeleid? Omdat politici zich uitputten om de burger te horen. Maar die zegt vervolgens steeds luider: ‘Ze luisteren niet naar mij.’ Dat is heel paradoxaal. 

“Aan wie ligt dat? Mijn intuïtie is dat de burgers veranderd zijn, niet de politici.”

In welke zin?

“De opinies zijn veel meer wisselend, gefragmenteerd. Iemand kan tegen klimaatactie maar voor migranten zijn. Vroeger stemde wie katholiek was katholiek, wat de CVP ook deed. Men voelde zich vertegenwoordigd, louter omdat de katholieken ‘erbij’ waren. Zo werkt het niet meer. ‘Als ‘onze’ partij iets doet wat ons niet aanstaat, zijn we misschien plots weg.’”

Hoe kunnen partijen daar beter mee omgaan?

“Experimenteren met deliberatieve democratie lijkt me het interessantst, in combinatie met meer professionele informatie over de publieke opinie voor politici. 

“Wij vroegen politici hoe ze dachten dat de bevolking denkt over acht beleidsvoorstellen. Gemiddeld zitten ze er 18 procent naast. 

“De publieke opinie inschatten is ook heel moeilijk. Zeker als je je vooral baseert op sociale media. Want we weten dat daar een overaanwezigheid van rechtse stemmen is. Daardoor denken politici en journalisten dat de bevolking rechtser is dan ze is.

“Systematische, objectieve publieksbevragingen over beleidsthema’s kunnen dus helpen. Soms is er draagvlak zonder dat men het beseft of is het net veel kleiner dan men denkt.”

Een Nederlandse peiling van het Sociaal en Cultureel Planbureau toont dat mensen meer aandacht voor milieu en welzijn willen en minder voor integratie.

“Dat zien wij hier ook. De bevolking is linkser dan je denkt over klimaat, maar rechtser over migratie. Buitenlandse studies tonen wel dat als politici dat weten, hun beleid en budgetten die publieke opinie doorgaans volgen. Dan werkt de democratie wel.”

Burgerpanels en objectieve publieksbevragingen: dat klinkt niet zo moeilijk.

(lacht) Dat zal niet volstaan. Want er is nog een groot probleem. Politici reageren wel op de publieke opinie. Maar de burgers merken vervolgens te weinig dat er met hun verzuchtingen iets gebeurt. 

“We hebben mensen gevraagd of ze dachten dat het aantal goedgekeurde asielaanvragen, de CO2-uitstoot, de armoede, de werkloosheid en het aantal inbraken recentelijk waren gestegen of gedaald. Dan zie je dat de burgers de werkelijkheid slecht kennen en door een partijdige lens zien. Vlaams Belangers denken dat de goedgekeurde asielaanvragen erg zijn gestegen, terwijl dat niet zo is. Groenen denken dat de uitstoot is gestegen, terwijl die stabiel bleef. 

“Ook de voorbije Zweedse coalitie is er niet in geslaagd burgers mee te geven dat de werkloosheid en het aantal inbraken spectaculair zijn gedaald. Velen denken dat die zijn gestegen. Durven politici hun beleid niet meer te verkopen? Klinken de oppositiestemmen luider dan de regering die zegt: ‘Dat hebben we goed gedaan’? Zijn ze bang dat het ongeloofwaardig klinkt? Of geloven burgers hun boodschappen helemaal niet meer?”