Direct naar artikelinhoud
InterviewGary Lineker

Gary Lineker verbaast zich over uitgefloten Kompany: ‘Liggen ze in België dan niet aan Vincents voeten?’

Gary Lineker.Beeld Polaris

Maybe it sounds a bit cheesy...’ Gary Lineker (59) dekt zich in voor hij er een flemerige lijn over Vincent Kompany ­uitflapt. Twee landen, twee contrasten. De ex-topvoetballer en het ­gezicht van Match of the Day schetst de onvoorwaardelijke liefde voor Kompany in Engeland.

De zevende moest eigenlijk de achtste zijn. Soms beginnen interviews met oprechte excuses. In zijn agenda had Gary Lineker immers op woensdag 8 januari, bij 13 uur, neergeschreven: ­‘Afspraak met Kristof Terreur, thuis in Barnes’. Aan ondergetekende liet hij weten dat het interview op 7 januari kon plaatsvinden.

Met het gevolg dat er 24 uur eerder een vreemde man voor een rood bakstenenhuis van een ‘celebrity’ stond te koekeloeren, in de groene zuidrand van ­Londen. “Ik weet niet waar ik met mijn hoofd zat”, zegt de host van BBC-show Match of the Day verontschuldigend wanneer hij de deur opent.

Vergissen is menselijk. En je krijgt niet elke dag de kans – laat staan een tweede – om een sofa te delen met een van ­Engelands meest herkenbare en gerespecteerde voetbalgezichten. Zelfs nu hij al meer dan 25 jaar gestopt is en carrière heeft gemaakt als presentator. Wat je ziet, is wat je krijgt: Lineker is ondertussen 59, jonger van geest en voorkomen, maar ‘in every inch’ een gepolijst gentleman. Met zijn typische zelfspot maakt hij er zich vanaf. Zoals hij dat in een ­studio en op Twitter doet.

Hall of fame

Toch zijn we niet naar Barnes afgezakt om over hemzelf te praten. Als het geweten van het Engels voetbal wilde hij ons wel eens uitleggen waarom Vincent Kompany, wel eens uitgejouwd op ­Belgische velden, zondag in Engeland als monument in een ‘Hall of Fame’ wordt opgenomen.

“Mijn geheugen is vreselijk”, zegt ­Lineker als we vragen of hij zich zijn eerste ontmoeting met Kompany nog herinnert. “Toen hij voor ons kwam werken in ieder geval. Was het een WK? ­Brazilië, nee? Of ja, het EK in 2016, in ­Parijs, toen hij bij ons analist was?” ­Lineker zit er geen dag maar vier jaar naast: november 2012, toen Kompany zijn debuut als analist maakte op Match of the Day, op de stoel naast de legendarische Alan Hansen.

“Nu je het zegt. Zijn vrouw, Carla, was er toen ook bij. Je merkte meteen dat hij een erg aimabele gast was. We wisten allemaal dat hij een geweldige speler was, maar je voelde dat hij inhoud had. Welbespraakt. Voorkomend. Onderwezen. Na zijn eerste opdracht zeiden wij meteen: als hij ambitie heeft om het op tv te maken, dan zal hij zeker een mooie carrière maken. En zou hij veel minder stress hebben dan als beginnend speler-trainer. We love having him on!”

Had jij ooit een trainer in hem gezien, of verraste hij jou met zijn terugkeer naar Anderlecht?

“Je kan nooit voorspellen of een top­speler ook een geweldige trainer wordt. Bij hem en Frank Lampard, iemand met wie ik hem kan vergelijken, heb ik dat minder. Frank is ook heel, heel intelligent. Slim, gefocust. Ik heb altijd gedacht dat hij een betere kans zou hebben dan de meeste ex-spelers. Je hebt ook geluk nodig. Een goede eerste job. (lacht) En daarna moet je daar net op tijd gaan lopen voor het mis begint te gaan.”

Kompany koos wel voor de onmogelijke combinatie speler-trainer bij een club-in-verval. Het risico om op de bek te gaan is groot.

(lachje) “Hij heeft zeker niet de simpelste weg genomen. Hij heeft een moeilijke start gehad. Weet je wat ik mij altijd afvraag: hoe gaan voormalige toppers om met spelers die niet kunnen uitvoeren wat zij konden? Als trainer komt er zoveel meer bij kijken. Het is man-­management. Het is coaching. Je moet leren omgaan met spelers, de bestuurskamer, de makelaars, de pers. Maar ach, er is maar een manier waarop je het kan leren. En dat gebeurt niet op de trainersschool. Het is hetzelfde op tv. Ik wist destijds ook niet echt wat ik moest doen. (grijnst) Maar blijkbaar was ik niet slecht genoeg om me buiten te zwieren. Ik denk dat hij ook dat krediet krijgt.”

Vincent Kompany tijdens training.Beeld belga

Kan jij je inbeelden dat Kompany in dit land zou worden uitgefloten of uit­gescholden zoals recent in België ­gebeurde?

“Dat is ook voetbal, natuurlijk. Maar in dit land is er een gigantisch respect voor hem. Hij is een van die spelers die het tribalisme overstijgt. Ik heb nooit ­iemand een slecht woord over hem ­horen zeggen. Dat is wellicht het grootste compliment dat je als speler kan krijgen.”

Zelfs op Old Trafford, bij de grote stadsrivaal, hebben ze hem nooit ‘en masse’ uitgejouwd.

“Opmerkelijk, niet? Ik ben er zeker van dat ze hem niet graag zien bij Man ­United, maar ze respecteren hem er wel.”

Zijn testimonial in Manchester is het beste voorbeeld: een haast uitverkocht stadion voor een afzwaaimatch met oude vedetten.

Amazing hé. (grapt) Zeker omdat Man City zijn stadion zelden gevuld krijgt. Ze liggen er aan zijn voeten. Is dat in België niet zo, dan?”

Niet echt. Het ligt misschien aan ­Anderlecht, controversieel instituut. Aan zijn grote ambities. Of aan het hoge Snapchatgehalte: je bent maar zo goed als in de laatste 24 uur.

“Tijd heelt dat. Hoe langer je gestopt bent, hoe groter het respect wordt. Ik kan erover meespreken.”

Misschien speelt provincialisme in ­beide landen ook een rol: bijna 15 jaar weggeweest uit ons land, het ­merendeel van de matchen zit achter een betaalmuur. Plus de oogkleppen hier in Engeland.

“Als ik dat beeld een beetje anders mee kan helpen aankleden, dan graag. Je beoordeelt een speler altijd over een langere periode. Ik bekijk zoveel matchen als een mens maar kan bekijken – het is mijn job. Vincent is a ‘big game player’. Hij kon met druk om. Het verschil tussen heel goed en groots. Natuurlijk is hij een van de beste verdedigers die de ­Premier League ooit heeft gekend, maar ook iemand die kwam met belangrijke en iconische doelpunten. Die op Man United in hun eerste titelseizoen. Die ­tegen Leicester – zijn Agüero-moment voor zijn vierde titel. Als je je eigen verhaal kan schrijven, dan is dat een redelijk straffe manier om afscheid te ­nemen. We krijgen niet allemaal de keuze hoe we afzwaaien. Het is ongewoon.”

Vincent Kompany.Beeld Photo News

Daarom dat hij zondag ook gehuldigd wordt als ‘all time great’.

“Ik denk niet dat hij in een ‘team of the decade’ ontbrak. Die huldiging is een testament van het respect in dit land... Het schoot me net te binnen, maar zijn situatie is vergelijkbaar met die van Thierry Henry. Wij verafgoodden hem hier. Hij was zó een fantastische voetballer. Ik herinner me nog dat de Franse media hem tijdens een WK afslachtten. Het is een van mijn favoriete tv-anekdotes aller tijden. Ik zei in de studio tegen Marcel Desailly, toen analist met dienst: ‘Ik kan totaal niet begrijpen waarom Frankrijk niet van Thierry Henry houdt, zoals Engeland en ­Arsenal. (begint te lachen) Hij gaf het meest ongelooflijke antwoord. (imiteert een Frans accent) Marcel zei: ‘Wij zijn Fransen. Wij zijn het gewend de grootste spelers ter wereld te hebben: ­Platini… Zidane… Desailly.’ Ik kon ­alleen maar in een lachkramp schieten.”

Wij hebben er nog geen drie van dat niveau, hoor.

“Nu wel. Misschien appreciëren jullie het nog niet zo, omdat jullie meer verwachten van deze Gouden Generatie. Die heeft het nog niet briljant gedaan. Halve finales op het WK: jullie moeten beter kunnen. Als ik eerlijk mag zijn: misschien hebben jullie de laatste 30 jaar boven jullie populatiegewicht gebokst. In 1986 waren jullie top, in 1990 ook. Die match, met die ongelooflijke goal van David Platt, had evengoed de andere kant op kunnen gaan. Wat is zijn naam nu ook weer van die goeie nummer 10? Scifo knalde op de paal, niet? Jullie hebben in cycli altijd goede voetballers geproduceerd.”

“Als jullie Vincent Kompany, in leeftijd, maar vijf jaar hadden kunnen opschuiven, tot de Kompany op zijn absolute piek. Dat had het verschil kunnen ­maken tussen wereldkampioen of geen wereldkampioen. Dat was hoe geweldig hij was op zijn top. Daarna hebben blessures hun tol geëist.”

Bij Man City fluisteren sommigen dat ze zijn aura missen.

“Hij heeft ook een indrukwekkend voorkomen. Hij is de droom van elke trainer als aanvoerder. Een leider, slim, behulpzaam, professioneel. Hij heeft alles wat je wil. En dat is erg ongewoon voor mij om dat zo te benadrukken. (grijnst) Normaal zeg ik geen lovende zaken over verdedigers. Als er een seizoen was geweest dat City hem had kunnen gebruiken, dan nu wel.”

Bloody good guy

Jij bent ook betrokken geweest bij een van zijn projecten: zijn fundraising voor de daklozen in Manchester.

“Ik was de host op het galadiner – which was great. We hebben heel wat geld ingezameld. It might sound a little cheesy, maar Vincent is gewoon a bloody good guy. Hij heeft perspectief. Hij heeft empathie. Heel belangrijke menselijke kwaliteiten. Een goeie mens zijn is tegenwoordig al veel. Zeker dezer dagen waar er veel zijn die zulke gaven niet hebben meegekregen – en dan bedoel ik niet in het voetbal maar in de politiek.”

Nochtans heeft hij in België al mensen tegen zich in het harnas gejaagd met zijn projecten.

“We maken allemaal fouten. Ik denk dat zijn hart op de juiste plaats ligt. Hij heeft het beste voor. Hij heeft hier een verschil gemaakt op en naast het veld. Om dat in een ander land te doen, moet je speciaal zijn. Het universele respect voor hem hier speaks volumes. Mensen zien het. Ze zijn niet dom. Ze herkennen een charlatan, ze herkennen een heilige. Misschien is heilige een te groot woord, maar je weet dat Vincent een goeie gast is. En een geweldige voetballer. Dat is een bijzonder straffe combinatie.”

Is hij de beste Belg die ooit in de ­Premier League heeft rondgelopen?

“Ik twijfel: Vincent of Eden Hazard. Zo’n fijne voetballer.”

Vergeten we de derde niet voor het ­rijtje van Desailly: Kevin De Bruyne.

“Geef hem nog wat tijd. Hij kan de beste van allemaal worden. Zeker zoals hij nu presteert.”

Hoor jij Vincent nog regelmatig?

“We sturen mekaar wel eens een ­bericht. Misschien moet ik hem er nu eentje zenden: give him some stick. Hem een beetje plagen.”

Vertel hem dan ineens dat hij ­zondag zeker op tijd arriveert. Hij neemt het niet zo nauw.

“Dat is ongewoon. Voetballers krijgen doorgaans een boete wanneer ze ergens te laat opdagen. Mensen zeggen me vaak: wow, je bent op tijd. Dan zeg ik: het maakt deel uit van onze psyche. Voetballers zijn normaal erg punctuele mensen. (lacht) En ik kan het weten, want ik ben maar een dag te laat. I hate being late, maar soms verknal ik het wel eens...”