Direct naar artikelinhoud
ColumnBijzondere bijstand

Vóór de maag moet de liefde wel nog eerst door de slokdarm

Vóór de maag moet de liefde wel nog eerst door de slokdarm
Beeld Sven Franzen

Katrin Swartenbroux helpt een lezer met een issue.

‘Ik ben absoluut geen fan van mijn man zijn kookkunsten. Waar ik het graag pikant heb, kruidt hij naar mijn mening veel te flets. Maar ik wil hem niet kwetsen door voor zijn neus mijn bord te spicen en ik ben bang dat als ik hem erover aanspreek, hij nooit meer achter het fornuis zal willen staan.’

Mieke, Schoten

Beste Mieke,

Dit is serieuzer dan je denkt. De liefde van zowel de man als de vrouw gaat door de maag, maar vóór de maag moet het wel nog eerst door de slokdarm. Bijgevolg is dit een halszaak. Je mag en kan zo echt niet verder. Ik weet dat ik hier vorige week nog een lofzang voor diversiteit afstak en dat je dus ­waarschijnlijk had verwacht dat ik je zou adviseren om water bij de wijn te doen, maar weet je wat er écht gebeurt als je water bij je wijn doet, Mieke? Je wijn wordt kut. Niemand wordt dronken. Niemand is blij. 

Sommige verschillen zijn nu eenmaal niet overbrugbaar. Ik heb ooit een relatie met een perfect fijne kerel moeten afbreken omdat-ie in de bioscoop snoep at in plaats van pickleschips. In het openbaar zeg je daar natuurlijk niets van, en wekenlang dacht ik dat ik mezelf niet zo mocht aanstellen, maar het begon ­zodanig aan me te ­vreten dat ik op een dag ‘voor de sfeer’ ook een crème brûlée in plaats van een kaasplank bestelde en ik wist dat er van mezelf niets meer was overgebleven. Het enige voordeel aan samen zijn met een zoetekauw is dat er tenminste iemand is om die ­vermaledijde rozijnen uit een zak studentenhaver te pikken. Maar als je telkens exact datgene wil wat de ander vermijdt, dan is er meer aan de hand.

Ik wil niet dramatisch doen, maar het letterlijke ‘smaken ­verschillen’ is een dooddoener die jullie relatie binnen de kortste keren onder de zoden zal steken en een ­gulden middenweg vinden is in dezen niet behapbaar.

Tot zover echter het slechte nieuws. 

Het goede nieuws is immers dat die smaken aangeleerd zijn en dus ook weer afgeleerd kunnen worden. Het beste voorbeeld is pastasaus: niemand maakt ‘bolognaise’ op dezelfde manier, maar iedereen vindt die van zijn of haar moeder het beste. Waarom? Omdat je ermee opgegroeid bent. Sommige mensen zullen daarom op volwassen leeftijd nog steeds ­wortels in de saus draaien, anderen laten een volledig laurierblad zitten en een enkeling maakt de saus veel te zout omdat vrijdag spaghettidag destijds ook samenviel met vrijdag rapportdag. Heb ik van horen zeggen. Ik heb nog nooit een seconde gehuild in mijn leven. 

Radicaal voorstel: kook zelf eens een aantal weken? Ik weet het, afschúwelijk genderrolbevestigend, maar het is de enige manier waarop je je man kan indoctrineren en gewoon kan laten worden aan jouw smaken­palet. Vier weken culinair ­muilen met jouw geliefde sriracha en reken maar van sì dat hij de volgende keer zijn eigen kooksels ook maar wat slapjes vindt. Mocht dat niets uithalen, dan kan je nog altijd vergif door zijn muffe havermout draaien en met het geld dat zijn levensverzekering je oplevert een andere naam aannemen en in Mexico gaan wonen. 

Als iemand je erop aanspreekt, zeg je gewoon dat je je gut feeling hebt gevolgd.