Voetbal zonder agressie bestaat niet - De Block & Lauwaert

Vandaag komt er een einde aan het EK voetbal en alhoewel er weinig of geen ontsporingen waren op het veld, lijkt het toch dat voetbal en agressie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
opinie
Opinie

Andreas De Block en Lode Lauwaert werken aan een boek over filosofie en voetbal. De Block is hoogleraar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte en Lauwaert is daar post-doctoraal wetenschapper.

Op het voorbije EK vonden weinig of geen extreme geweldtaferelen plaats, althans niet op de grasmat. Zo waren er geen kopstoten (zoals die van Zinédine Zidane op het WK in 2006) of geen vuistslagen (zoals die van Gilles De Bilde tegen Krist Porte in 1996). Opvallend was ook dat weinig met de voeten vooruit werd getackeld en dat amper spelers een kaart kregen omdat ze de scheidsrechters de huid vol hadden gescholden. En als zelfs Portugal-verdediger Pepe het min of meer beschaafd hield, lijk je wel te moeten besluiten dat Rinus Michels verre van gelijk had. Voetbal is geen oorlog, zo toont het EK.

Wat de voormalige Nederlandse speler en trainer in 1970 beweerde, lijkt ook los van het EK flink overdreven. De voorvallen met Zidane en De Bilde zijn namelijk uitzonderingen. En de elleboogstoten van Fellaini zijn, net zoals het tackelen met de voeten vooruit, niet toegelaten. Bovendien komt voetbal tot op heden nog steeds niet in de buurt van boksen, een sport die vreemd genoeg een sterke aantrekkingskracht blijft hebben op kunstenaars. Want mocht De Bilde in een boksring gestaan hebben, dan zou men hem niet geschorst maar gelauwerd hebben.

Agressie op het werk

Niettemin lijkt het toch bijzonder moeilijk om over voetbal te spreken zonder meteen ook aan agressie te denken. Wie zelf voetbal speelt en kijkt, ziet dat niet zo goed meer. Maar het volstaat om even afstand te nemen van de belangrijkste bijzaak ter wereld en naar het leven buiten het voetbal te kijken. Stel je namelijk voor dat je baas je iedere ochtend zegt dat je ‘met het mes tussen de tanden’ moet werken; of dat je er goed aan doet je concurrent te intimideren of te wreken. Of straffer nog: stel je hebt net ‘gewonnen’ van die concurrent, en je collega’s loven je omdat je die concurrent nog eens extra vernederde door je suprematie te onderstrepen. In al die gevallen zou je toch spreken van een agressieve arbeidssfeer?

Dergelijke vormen van agressie zijn in het gewone leven eerder uitzondering dan regel, terwijl ze in het voetbal schering en inslag zijn. Je zou daarom kunnen stellen dat voetbal een uitlaatklep is voor opgekropte agressie. Maar dat lijkt dan weer een brug te ver, want je hebt niet meteen de idee dat bij de gemiddelde voetballer naast het veld de stoom uit de oren komt. Juister is het om te besluiten dat voetbal door en door agressief is. Al gaat het wel steeds om gecontroleerde agressie, iets waar de scheidsrechter voor zorgt.

Ontsporing

Maar hoe hard die man ook zijn best doet, het is steeds mogelijk dat de gecontroleerde agressie toch ontspoort, zoals dat ook bij ijshockey vaak gebeurt. De scheidsrechter kan niet altijd verhinderen dat op het plein de poppen aan het dansen gaan, en dat de ene speler de andere een kopstoot of vuistslag geeft. Dat komt omdat het overtroeven van anderen het doel van een wedstrijd is. Kijk maar naar wat gebeurt wanneer je geen wedstrijd speelt. Wanneer je eenvoudigweg wat voetbalt op een pleintje zonder te willen winnen, is de kans bijna onbestaande dat er klappen zullen vallen.

Dat verklaart natuurlijk nog niet genoeg, want er is bijvoorbeeld ook badminton, schaken of hinkstapspringen. Ook deze sporten speel je in wedstrijdvorm, maar je kan je moeilijk inbeelden dat schaker Garri Kasparov zijn tegenspeler naar de keel zou gegrepen hebben (Kunnen schaakcomputers overigens agressief worden?). Dat heeft deels te maken met het feit dat schaken, of pakweg duivensport, geen contactsport is. Onschuldig lichamelijk contact tijdens een wedstrijd verhoogt namelijk in sterke mate de kans op een wrede ontsporing van agressie. Al heb je ook daarmee nog niet alles uitgelegd: sommige gevechtsporten lopen immers bijna nooit uit de hand, terwijl wielrenners ook wel eens op de vuist gaan.

We willen daarmee uiteraard de uitzonderlijke ontsporingen van geweld op een voetbalplein niet vergoelijken. Je moet die extreme agressie veroordelen en zoveel mogelijk trachten te voorkomen. Maar anderzijds lijkt het bijna onmogelijk dergelijk agressief gedrag uit te sluiten. Wie voetbal kijkt en speelt, moet er het risico bij nemen dat de poppen aan het dansen gaan. Precies omdat je de ander wil overtreffen en er fysiek contact is, is het risico bijna onvermijdelijk dat de potjes overkoken. Wie dat risico op extreem geweld wil uitsluiten, zou eigenlijk voetbal zelf moeten afschaffen. Maar dat wil zelfs de grootste voetbalhater niet, ook niet na een maand EK-voetbal.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen