Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc De Vos

‘De volgende generatie moet de pensioenen van babyboomers ophoesten, langer werken én zelf pensioen sparen. Een schande’

'Het ontbreekt ons aan democratisch patriottisme: een soort gedeelde fierheid, engagement en verantwoordelijkheid voor het collectief.'Beeld Thomas Sweertvaegher

We hebben de kansen, ideeën en middelen om de samenleving, economie en planeet fundamenteel te verbeteren. Die boodschap zit verscholen in het boek Beter is genoeg van econoom Marc De Vos. Hij schetst een beeld van een België dat stilstaat, een Europa op zoek naar zichzelf en een wereld die ontspoort. ‘Ik kan het niet meer aanzien.’

Het kantoortje van Marc De Vos (49) oogt kaal. Witte muren, een bureau en een boekenkast. Daarin rijen mappen met ronkende opschriften in viltstift ‘Welfare state’ en ‘Diagnose - begrip - evolutie’, én Capital in the Twenty-First Century, de economische bestseller van rockeconoom Thomas Piketty. De boeken van Marc De Vos zelf – hij heeft er toch al enkele geschreven – staan er niet bij. 

De jurist en professor arbeidsrecht studeerde in Gent, Brussel en Harvard. Vandaag is hij ‘visiting fellow’ van de mee door hem opgerichte denktank Itinera en werkt hij als decaan aan de Law School van de Macquarie University in Sydney. De Vos spreekt over de politiek, vergrijzing, arbeid, sociale zekerheid, multiculturele samenleving, Europese Unie en globalisering. Hij mist op elk vlak ambitie. Zowel in de Europese context als in België “dat consistent volhardt in malgoverno”. “Ik ben zeer bezorgd in ons land, over welke toekomst we voor de volgende generatie achterlaten. Ik ben een geboren optimist, maar de aanslepende en permanente stilstand, en hoe dat wordt gedoogd, ik kan het niet meer aanzien.”

Uw boek is een intimiderend tableau van onze tijd, met demografische verandering, economische en sociale onzekerheid, ontreddering. Toch noemt u zichzelf een optimist.

“We zijn, ondanks alles, ongelooflijke gelukzakken, wij allemaal. Als je kijkt naar wat vorige generaties hebben meegemaakt... Hoelang hebben we nu al vrede? Onze welvaart is enorm. Onze keuzes zijn rijk, ons blikveld ruim. Het is in dat opzicht een triomf. Ik ben een overtuigde en onbeschaamde eurocentrist. Ik vind de verfijning van de Europese cultuur, de erfenis van onze beschaving, de combinatie van markteconomie en welvaartsstaat ongeëvenaard. Maar we moeten wel beseffen dat wat er aan het gebeuren is van een andere grootorde is. Vandaag zitten we in, wat ik noem, ‘de wereld die komt na het einde van de wereld die kwam na het einde van de Koude Oorlog’. We zitten in een overgangsfase, die we nog niet kunnen benoemen.”

Wat zijn de ingrediënten van die nieuwe wereld?

“Waar staat Europa vandaag voor? Dat is een open vraag, en vooralsnog zonder antwoord. De vraag naar Europese identiteit. Haar missie, en de opportuniteiten die daar liggen. Het verhaal van de geografie, we hebben de grenzen letterlijk opgezocht. Ik geloof dat Europa de lijm is die de geografie bijeenhoudt. Maar de Unie kan niet langer een zwart-witverhaal blijven: volledig binnen of volledig buiten. De Unie kan grijs zijn, met lagen, met gradaties van lidmaatschap.”

“Ook klimaat is een ongelooflijke opportuniteit. je kunt je niet voorstellen dat je klimaatoplossingen alleen maar op landelijke schaal kunt doen. We hebben het geprobeerd op wereldschaal, maar dat is niet gelukt, omdat de wereld niet zo werkt. Maar in Europa kunnen we het doen, het ligt overigens op tafel.” 

“Tot slot technologie: digitalisering heft de grenzen op van nationale veiligheid, politieke vrijheid, persoonlijke vrijheid. De enige manier om daar coherent mee om te gaan zijn regels en afspraken op Europees niveau. Maar dan moeten we onze kernwaarden wel helder formuleren. Nu zijn we te veel aan het improviseren.”

We beleven een vertrouwenscrisis. Banken hebben ons geleid naar de financiële crisis. De samenleving worstelt met immigratie en terrorisme, en intussen is het vertrouwen in de politiek en de instellingen compleet weg. 

“Kijk naar het Europa van de jongste twintig jaar. Wat is de meerwaarde? De uitbreiding naar Oost- en Centraal-Europa is maar half gelukt. De onafgewerkte muntunie leidde tot de eurocrisis. Daarna kregen we de mismeesterde vluchtelingencrisis, en tot slot de brexit. Dát is het Europa van de voorbije jaren, en valt in niets te vergelijken met de Europese gedachte. Het Europa van toen was een bron van optimisme, vandaag is het een bron van crisis. We hebben het verknoeid, terwijl de kansen voor het grijpen lagen.”

'Het Europa van toen was een bron van optimisme, vandaag is het een bron van crisis. We hebben het verknoeid, terwijl de kansen voor het grijpen lagen.'Beeld Thomas Sweertvaegher

U roemt de geneugten van de globalisering die ons allen welvaart en vooruitgang heeft bezorgd. Maar vandaag lijkt er vooral angst te heersen.

“Als je kijkt naar België, dan zij wij een van de succesverhalen van de globalisering. Het aandeel internationale handel in onze economie is gigantisch. We hebben een prijs betaald in de autoassemblage. Maar ook dat hebben we wonderwel overleefd. Er is geen leeglopende middenklasse van arbeiders in Vlaanderen. ik vind het saldo buitengewoon positief.”

Maar heeft het kapitalisme onderweg geen verkeerde afslag genomen? De dividenden die wereldwijd aan aandeelhouders uitgekeerd worden hebben vorig jaar een nieuw recordniveau gehaald van 1.320 miljard euro, een stijging met 3,5 procent.

“Het saldo is positief, maar we zijn er onvoldoende van doordesemd. Zijn er vergissingen en scheeftrekkingen? Uiteraard. Dat multinationals via de globalisering weggesneld zijn van de politieke ordening van belastingen, dat zijn scheeftrekkingen die niet fair zijn. Dat heb ik eerder al geschreven. Dat is een neveneffect van globalisering dat moet worden aangepakt. We boeken daar vooruitgang. De wereld is aan het polariseren, dat klopt. Een democratie is altijd slordig en luidruchtig. Mijn aanvoelen is dat je democratie aan elke generatie opnieuw moet leren. We miskennen het, er is een beetje een decadentie ontstaan.”

Dichter bij huis schetst u een lijdensweg van de democratie in ons land. Het is onthutsend hoe vaak dezelfde grote uitdagingen blijven meegaan zonder echt te worden aangepakt, schrijft u. Ligt daar de oorzaak voor de problemen van vandaag?

“Zonder de rug tegen de muur neemt België nooit echte beslissingen. En als we ze nemen, onder grote externe druk, dan zetten we de democratie of ons overlegmodel daarvoor buitenspel, via devaluatie, volmachten, indexsprongen. En dan nog zijn het geen echte hervormingen. Vergrijzing en pensioen, loopbaan, gezondheidszorg, mobiliteit, begroting, integratie,... We palaveren nu al decennia over steeds dezelfde thema’s, en we geraken er maar niet. Ook in de media zijn de verhalen en inzichten steeds dezelfde. Ik kon het echt niet geloven dat enkele weken geleden, in De Morgen, demograaf Patrick Deboosere met zijn verhaal kwam dat langer werken een mythe is. Dat noem ik de parabel van de struisvogel en de zombie: we steken de kop in het zand en worden opgejaagd door overtuigingen die al lang dood maar nooit begraven zijn. Ik ben zelf al helemaal grijs geworden van dat debat over de vergrijzing en we zijn amper dichter geraakt. België heeft al zo lang getalmd dat pensioenhervormingen vooral voor de volgende generatie zullen zijn. Dat wordt echt de generatie van de rekening: én de pensioenen van de babyboomers op­hoesten, én zelf langer werken én zelf pensioen sparen. Een schande en een blamage.”

Waaraan ligt dat?

“Het ontbreekt ons aan democratisch patriottisme: een soort gedeelde fierheid, engagement en verantwoordelijkheid voor het collectief. Elke regeringsvorming is ellende en – dat stoort me nog het meeste – dat wordt verdragen. Bij ons wordt de regeringsvorming doorkruist door voorzittersverkiezingen van partijen. Sorry, dat is niet normaal. De sociale partners palaveren over hun overlegmodel, maar van zodra het een cent kost, is het een conflictmodel. Ze zijn ook niet beschaamd wanneer daar niks uit komt.”

“Wij fantaseren graag en veel over democratie: moeten we stemrecht of stemplicht hebben vanaf 16 jaar? Een afspiegelingsregering of burgerbeweging. De Senaat afschaffen of een kieskringetje voor deze of gene. De lijst is ellenlang. Dáár steken we onze energie in. Dat is, vind ik, fataal. Ik ben op dat vlak een conservatief. De klassieke politieke partijen zijn onmisbaar als de dragers van bepaalde tijdloze waarden. Maar als je die niet robuust maakt, kan je geen stabiliteit en geen professionalisme injecteren in je democratie. Ik vind de huidige politieke crisis plichtsverzuim.”

U zegt dat politici daarmee wegraken. Is dat wel zo? Bij de verkiezingsuitslag zien we winst voor de extremen.

“In die zin komen ze er niet mee weg, zo u wil. Maar de verdraagzaamheid die we tentoonspreiden in de publieke opinie is immens. Het institutionele wordt ter excuus geroepen. Echt? Leg mij eens uit waarin Vlaanderen zoveel verschil maakt met zijn Vlaamse bevoegdheden? Kijk naar Zwitserland, dat is nog complexer en het ligt in de bergen! We zijn te zelfgenoegzaam, cynisch. Er is onvoldoende betrokkenheid en engagement voor de publieke zaak.”

“Daarom vind ik het verhaal van die klimaatjongeren net zo positief. Dat getuigt tenminste van een groot idealisme. Ja, het is naïef. Ja, het wordt politiek gerecupereerd. Dat is altijd al zo geweest. Maar het stemt me positief dat die generatie dat opneemt.”

Burgerplicht, waarden, respect, gezag. In uw boek pleit u voor de herontdekking van die patriottische waarden. Bent u een nostalgicus?

“Dat is de leeftijd zeker? Ik zou twintig jaar geleden dergelijke bewoordingen niet gebruikt hebben. Vandaag wel. Is dat nostalgisch? Ik denk eerder menselijk. Ik probeer op mijn bescheiden manier een bijdrage te leveren. Het probleem in ons land is dat je meteen een label krijgt. Je komt uit de academische wereld, en daar word je beoordeeld op je expertise. Dan stap je naar het publieke forum, en meteen zoekt men naar je ideologie. Je expertise doet er niet meer toe.”

'Piketty is geen econoom meer, maar een activist. Dat is allemaal prima voor mij, dat is engagement. Maar zijn recepten vind ik huiveringwekkend.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Over labels gesproken: Thomas Piketty deelt u in een interview met Humo van deze week in bij het clubje van rechtse economen die het kapitalisme omarmen.

“Piketty heeft al langer de mantel van econoom afgeworpen. Hij is nu een activist. Dat is allemaal prima voor mij, dat is engagement. Maar zijn recepten vind ik huiveringwekkend. Zoals hij pleit om iedere jongere een bepaald bedrag te geven (120.000 euro, LID). Zo ga je juist ongelijkheden verankeren en armoede bestendigen.” 

“Belastingen zijn een middel voor een hoger doel, solidariteit. De klemtoon moet verschuiven van uitkering naar investering: in woonomgeving, in veiligheid, in sociale begeleiding, in onderwijs, in gezinsdiensten. De uitkeringen kunnen focussen op de kansarmen. Ik bevind me daar in het gezelschap van andere experts als Ive Marx, Bea Cantillon of een Frank Vandenbroucke. Ik voel me dus in goed gezelschap. Er is een grote consensus. Maar het politieke debat om dat te kantelen naar een doelgericht beleid, dat wordt dan weer niet of nauwelijks gevoerd. We kunnen zoveel beter.”