Wat brengt een schrikkeldag op? En moeten we nu extra werken voor hetzelfde geld?
29 februari vandaag, het schrikkeljaar 2020 trakteert ons op een extra dag. Dat betekent ook een extra dag economische productie en consumptie en een extra dag werken. Maar wat leveren al die extraatjes op?
Eerst en vooral: ja, de schrikkeldag valt deze keer op een zaterdag. Geen gewone werkdag dus. Maar door het opschuiven van de dagen krijgen we wel een extra reguliere werkdag in de maand maart. De langere maand februari zorgt dus sowieso voor een extra werkdag, of u nu werkt op een zaterdag of niet.
Gaan we dan ook meer verdienen? “Dat hangt ervan af”, zegt Geert Vermeir van HR-specialist SD Worx. “Iemand die werkt onder een bediendenstatuut krijgt een maandloon. Een maandloon dekt de hele maand ongeacht het aantal werkdagen in die maand. Voor hen zit er dus niet meer loon in. Een arbeider daarentegen wordt nog steeds heel vaak met een uurloon betaald. Meer uren werken betekent ook een hoger loon.”
Voor een bediende zit er niet meer loon in
Ook voor de extralegale voordelen, zoals een maaltijdcheque of een fietsvergoeding, heeft de extra werkdag een effect. "De maaltijdcheque bijvoorbeeld wordt toegekend per gewerkte dag: arbeiders en bedienden die daar recht op hebben en door de schrikkeldag extra werken, krijgen dus een extra cheque", legt Geert Vermeir uit.
Mooi meegenomen procentjes
Een extra dag in het jaar is ook een dag extra waarop onze economie draait. Een opsteker, al is die toch eerder bescheiden. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) situeert de positieve impact ergens tussen de 0,05 procent en 0,15 procent van het bruto binnenlands product (bbp, oftewel de totale waarde van de goederen en diensten die in ons land per jaar worden geproduceerd).
In absolute cijfers denkt het VBO aan een opsteker van zo’n 400 à 600 miljoen euro. Mooi meegenomen, dat wel. Maar om te relativeren: het totale bbp van ons land bedraagt zowat 470 miljard euro. Voor de berekening van de impact van een extra dag dankzij een schrikkeljaar mag je niet zomaar een extra dag optellen bij de resultaten. “De ervaring leert namelijk dat de impact hiervan meestal wat kleiner uitvalt omdat productie en consumptie dan vaak ook wat meer gespreid worden”, zegt Edward Roosens, hoofdeconoom van het VBO.
Roosens zette ook even de resultaten van alle schrikkeljaren sinds 1996 op een rij. Er vielen in die periode zes schrikkeljaren. In vijf van die schrikkeljaren lag het niveau van het bbp tijdens het eerste kwartaal (waarbinnen de maand februari valt) iets hoger dan het langetermijngemiddelde.
