We nemen dubbel zo vaak de fiets naar het werk en iets meer mensen hebben een bedrijfswagen
De fiets was in 2019 dubbel zo populair voor woon-werkverkeer als het jaar voordien. Dat blijkt uit de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van HR-dienstenbedrijf Acerta. Iets meer dan 30 procent van de werknemers kiest regelmatig voor de fiets, tegenover zo'n 16 procent in 2018. Toch blijft de auto nog steeds het populairste vervoersmiddel, en rijden iets meer mensen met een bedrijfswagen.
Fiets in opmars
In 2019 hebben Belgen dubbel zo vaak de fiets genomen naar het werk als het jaar voordien. Ongeveer een derde van de werknemers koos regelmatig voor de fiets, tegenover zo'n 16 procent in 2018. De fiets is al sinds 2011 aan een opmars bezig in het woon-werkverkeer, en wordt vaker afgewisseld met de auto dan het openbaar vervoer.
Annelies Baelus van Acerta verklaart het succes van de fiets: "Zowel de overheid als bedrijven zetten in op de fiets. De fiscaliteit is voordelig, mensen kunnen meer en meer hun loon invullen zoals ze wensen en doen dat met de fiets. Mensen zijn zich ook ecologisch bewuster van mobiliteitsproblemen en grijpen vaker naar alternatieven."
Trein, tram en bus doen het ook iets beter: 3,4 procent meer mensen kozen voor het openbaar vervoer, maar in het totaal blijft dat aantal beperkt tot iets meer dan 8 procent. "Dat gemiddelde houdt grote verschillen in", klinkt het bij Acerta. "In bedrijven met een goed aanbod van openbaar vervoer en normale kantoortijden nemen mensen vaker bus, trein of tram."
Auto blijft koning
Toch blijft de auto veruit het populairste vervoersmiddel van en naar het werk: in 77,5 procent van de woon-werkverplaatsingen speelt de auto een rol: mensen die bijvoorbeeld de wagen nemen naar het station om daarna met de trein verder te reizen, zitten daarbij inbegrepen. Zo'n 62 procent neemt de auto naar het werk voor het volledige traject. Dat is veel, maar wel minder dan de 65 procent in 2018.
In 2019 reed 20,6 procent van de werknemers met een bedrijfswagen, een kleine stijging tegenover 2018 (19,6 procent). De stijging is het opvallendst bij vrouwen: op een jaar tijd nam het aantal vrouwen met een bedrijfswagen toe met 8,5 procent.
19 kilometer
De woon-werkafstand blijft doorheen de jaren ongeveer gelijk: we reizen gemiddeld 19 kilometer naar het werk. In 2019 waren er aanzienlijk meer mensen aan het werk dan het jaar voordien, maar dat heeft geen wezenlijke impact gehad op de afstand tussen thuis en het werk.
"Steeds meer werknemers krijgen de kans om regelmatig van thuis uit te werken of hun werkuren te kiezen", vertelt Glenn Van Oevelen van Acerta Consult. "De woon-werkafstand heeft zo een iets relatievere invulling gekregen." Werkgevers die hun werknemers die mogelijkheid bieden, worden aantrekkelijker bevonden dan werkgevers die minder flexibel zijn.