Direct naar artikelinhoud
InterviewStella Bergsma

Stella Bergsma is de brutaalste schrijfster van Nederland: ‘Niets is zo terminaal treurig als een eenzame vrouw’

Stella BergsmaBeeld Damon De Backer

Van alle feministen in de Lage Landen is de Nederlandse schrijfster Stella Bergsma (49) ongetwijfeld de meest brutale. In het manifest Nouveau Fuck roept ze vrouwen op om stijlvol schijt te hebben aan de wereld. ‘Vrouwen moeten hun bek opentrekken, klaar.’

Het stormt in Amsterdam-Zuid. De regen valt in filmsethoeveelheden uit de hemel, de wind doet toupet­dragers besluiten om zich maar eens een dagje ziek te melden. Stella Bergsma moet nog wennen aan de wintertreurnis. Ze is nog niet zo lang terug uit Thailand, waar de zon haar op dagelijkse basis in warmte wikkelde. “Ik word hier nog altijd boos als ik naar buiten moet”, zegt Bergsma terwijl ze zich op de bank naast haar gaskachel vlijt. “Straks moet ik nog een brood gaan halen. Je zult me horen vloeken tot in het Vondelpark.”

Stella Bergsma is veel. Schrijfster van de dichtbundel Cupcakes en de roman Pussy Album. Columniste voor de Volkskrant en HP/De Tijd. Frontvrouw van de popgroep EinsteinBarbie. Bedenkster van de term ‘sletvrees’: het woord waarmee ze de angst voor ongebreidelde vrouwelijke seksualiteit bij de kraag greep. Vaste gast in Ladies Night, de talkshow ‘van en door vrouwen’ op de Nederlandse zender Net5. En feministe, natuurlijk. Al zou mitrailleurfeministe in haar geval een net iets accuratere kwalificatie zijn.

Aan al wie zich ooit heeft laten wijsmaken dat feministen treurige totebellen zijn: bekeer u tot Stella Bergsma. Nergens is het feminisme scherper, grappiger en beter ter taal dan in Bergsma-land.

Nadat chirurg Jeff Hoeyberghs tijdens zijn als lezing vermomde rant aan de UGent gejammerd had “dat de vrouwtjes hun benen niet meer open willen doen”, schreef ze: ‘Voor deze man zou ik mijn benen operatief aan elkaar vast laten zetten en voor de zekerheid nog met scheermesprikkeldraad omwinden, nadat ik mijn vagijn tot de nok toe had volgestort met gewapend beton.’

‘De grootste taalvernieuwer van het jaar’, noemde A.F.Th. van der Heijden haar na het lezen van Pussy Album. Het compliment moet haar als een meerstemmig Pixies-refrein in de oren hebben geklonken. Stijl, vindt ze, is het antwoord op alles. “Ik schrijf uit artistieke overwegingen, niet uit activistische. Ergens kan het me aan mijn reet roesten wat er met de wereld gebeurt. Ik word meer gedreven door de wil om mooie dingen te maken dan door het verlangen om voor vrouwenrechten te strijden.

“Begrijp me niet verkeerd: mijn feminisme is oprecht. Maar je kunt je verontwaardiging uiten door te zeggen: ‘Houd je bek’, of je kunt zeggen: ‘Ik wilde dat de woorden stierven in jouw mond, zodat je enkel maden spreken kon.’ Ik kies voor het laatste. Ik voeg graag wat kunst toe aan het leven.”

Aan één ding ontkomen ook artistieke feministen niet: de beledigingen van mannen die zich door een combattieve vrouw in het weke kruis getast voelen. ‘Kutwijf’, noemde voetbalanalist Johan Derksen haar in het tv-programma Veronica Inside. Bergsma maakte er prompt haar Twitter-bio­grafie van. Geen betere manier om een krachtterm onschadelijk te maken dan hem tot geuzennaam te verheffen?

“Ja. Plus: in de belediging van Johan Derksen zat liefde. Terwijl hij me een kutwijf noemde, zag ik sprankeltjes in zijn ogen. Ik dacht: ‘Mijn God, hij houdt van me.’” (lacht)

Stella Bergsma: ‘Ik ben gevaarlijker dan de meeste feministen en dat geeft mij ook meer invloed.’Beeld Damon De Backer

Op sociale media repost u regelmatig de haat­berichten die u krijgt. Zelfs als het om regel­rechte verbale aanranding gaat, zoals de zin: ‘Wat zou je er toch prachtig uitzien met heel veel sperma op je gezicht.’ Waarom geeft u uw haters een extra platform?

Stella Bergsma: “Omdat ik hun verwensingen op die manier ontmijn: eenmaal geopenbaard zijn ze niet langer gevaarlijk. Maar nog veel erger dan de mensen die me beledigen, zijn de mensen die me vertellen wat ik als feministe hoor te doen. ‘Jij zou beter opkomen voor genitaal verminkte vrouwen’, liet iemand me onlangs weten. ‘Als jíj je nou eens bezighield met die vrouwen’, heb ik geantwoord. ‘Je kan het vast beter dan ik.’ (grijnst) Tegenwoordig zeg ik soms preventief: ‘Sorry voor alles.’ Dan weet ik zeker dat ik alles wat ik verkeerd doe heb gecoverd.”

‘Ik ben een vrouw met een grote mond vol meningen en die moeten door mannen nog altijd tot stilte worden gemaand’, schrijft u. Vrij vertaald: mannen voelen zich bedreigd door u. Hebben we het dan over wat we doorgaans ‘alfamannen’ noemen?

“We hebben het over mannen die zich identificeren als alfamannen, maar het eigenlijk niet zijn. De échte alfamannen vinden me juist leuk. Die vinden me een uitdaging. (lachje) Ach, het zal mij een zorg wezen welke mannen bang van me zijn. Ik vind het vreemd dat ze überhaupt bestáán. Het wordt altijd vanzelfsprekend gevonden dat mannen zich door sterke vrouwen geïntimideerd voelen. Maar waarom zou dat in godsnaam zo logisch zijn? Ik voel mij toch ook niet bedreigd door mannen?”

Die indruk wekt u niet, nee. En toch wil u zichzelf geen sterke vrouw noemen.

“Natuurlijk niet. Een man die voor zichzelf opkomt, noemen we toch ook geen sterke man? Dat is gewoon een man. Waarom zouden we een vrouw die voor zichzelf opkomt dan een sterke vrouw noemen? Ik weet niet eens zeker of ik wel sterk bén. Soms wel, soms niet, denk ik. Zoals iedereen.”

We lopen naar de keuken om een glas water te halen. “Ben je zeker dat je (met een overdreven lieflijk stemmetje) een glaasje water wil? Ik heb ook gin, hoor.”

Aan de keukenmuur hangt een portret van Bergsma. Geschilderd door Steven, de man met wie ze al twintig jaar lief, leed en een Amsterdams appartement deelt. “Steven heeft me op dit schilderij precies afgebeeld zoals ik ben: arrogant en een tikkeltje zielig.” (lacht)

Er zijn nog méér adjectieven op Stella Bergsma van toepassing: lui, bang, oud, dik en net niet drankverslaafd, om er maar enkele te noemen. Dat zeg ík overigens niet, dat beweert ze zelf. In Nouveau Fuck, haar zopas verschenen manifest, schreef ze een meedogenloze ‘anti-selfie’: een pagina’s lange lijst met al haar lelijkheden, schaduwzijden en imperfecties. Want: “Vrouwen moeten ophouden met altijd maar te willen behagen. We moeten alle strikjes van ons afgooien en radicaal eerlijk durven te zijn.”

Ze geeft aan dat dat een stuk moeilijker is dan het lijkt. “Een vrouw is geprogrammeerd om te behagen. Dat schud je niet zomaar van je af. Zelfs ik lijd bij momenten nog aan de please disease. Nu mijn nieuwe boek uit is, ben ik bang dat mensen mij te heftig, te militant, te ongezellig gaan vinden. 

“En waarom? Omdat mannen nu eenmaal besloten hebben dat vrouwen die voor hun rechten opkomen kenaus en kutwijven zijn. Niemand heeft er moeite mee om te begrijpen dat boze mannen ook leuk en lief kunnen zijn. Maar vrouwen krijgen die bandbreedte niet. Een vrouw is ofwel een heks, ofwel een lekker wijf. Ik wil beide zijn, als het even kan. En ik wil dat mijn weerbarstigheid gerespecteerd wordt. Waarom wordt Herman Brusselmans een provocatief genie genoemd en ik een rare aandachtshoer? Die framing ergert me.”

Stella Bergsma: ‘Ik heb mijn moeder altijd zéér bewon­derd om haar one­night­stand met Sean Connery.’Beeld Damon De Backer

In Nouveau Fuck roept u vrouwen op om – ‘net zoals mannen’ – slecht, woedend, onbeschaamd, onbescheiden en gevaarlijk te zijn. Waarom moeten vrouwen de slechte eigenschappen van mannen overnemen?

“Dat moeten ze helemaal niet. Maar ze moeten het wel mógen. Vandaag worden vrouwen in een veel te strak keurslijf gedwongen. We kunnen ons, in tegenstelling tot mannen, nauwelijks slechtheid veroorloven.

“Mannen mogen stinken, zuipen, vreten, roken, vloeken, tieren, kotsen, schreeuwen en drammen. Dat vinden we stoer en heldhaftig. Maar vrouwen die uit de pas lopen, krijgen het etiket ‘hysterisch’ opgekleefd. Dat pik ik niet. Want zo worden ons mogelijkheden tot menselijkheid ontnomen. Ik wil het spectrum van vrouwen verbreden. Ons de kans geven om rijkere personen te zijn.”

U wijt de neiging van vrouwen om zich keurig te gedragen aan ‘de archaïsche angst om onhuwbaar te zijn’.

“Ja. ‘Slechte vrouwen blijven alleen achter’, fluistert ons onderbewustzijn ons in. En niets is zo terminaal treurig als een eenzame vrouw. Ik zal eerlijk zijn: mocht ik alleen door het leven gaan, zou ik wellicht niet het lef hebben om te schrijven wat ik schrijf. Ik zou bang zijn dat mijn roekeloze pen mijn romantische afzetmarkt te veel zou verkleinen. De liefde van Steven geeft me de kans om te zijn wie ik ben.”

Ik hoor het Thierry Baudet al zeggen: ‘Zie je wel: zelfs Stella Bergsma heeft een man nodig om zichzelf te kunnen zijn.’

“Ja, maar mannen hebben toch ook een vrouw nodig om zich lekker te voelen? We zijn toch allemáál op ons best als we geliefd worden? Zonder steun is het gewoon veel moeilijker leven. Dan steek je vroeg of laat je kop in de oven, zoals Sylvia Plath. Of verzuip je jezelf, zoals Virginia Woolf.”

Ondanks uw pleidooi voor vrouwelijke ondeugd, lijkt u nog niet helemaal in het reine te zijn met uw eigen verdorvenheid. ‘Ik kijk naar verkrachtingsporno terwijl ik een feministe ben’, schrijft u schuldbewust. Maar waarom zou u niet kunnen fantaseren over verkrachting én opkomen voor vrouwen­rechten? Het ene sluit het andere toch niet uit?

“Dat is zo. En toch schaam ik me voor die verkrachtingsporno. Waarom fantaseren vrouwen over verkrachtingen? Omdat ze het een geile gedachte vinden dat ze zó onweerstaanbaar zijn dat mannen zich in hun aanwezigheid niet kunnen beheersen. Maar in verkrachtingsfilms worden vrouwen niet begeerd, maar gestraft: ze worden in het gezicht geslagen en hoeren genoemd. Behoorlijk misogyn, toch? Mocht de mannelijke dominantie in verkrachtingsscènes niet de vorm van haat, maar van onbedwingbare lust aannemen, zou ik de scènes in kwestie veel liever zien.”

In de hiërarchie van feministische objectieven plaatst u ’de bevrijding van de kut’ – de mogelijkheid om een tomeloos seksueel wezen te zijn – boven financiële gelijkheid. Waarom?

“Als je seksualiteit gefnuikt wordt, loop je mank. Dan ben je niet de krachtige vrouw die je zou kúnnen zijn. Zelfs niet als je evenveel verdient als mannen. Seksualiteit is een enorme energie. Een vrouw die zich niet schaamt voor haar kut, zal ook sneller naar haar baas gaan om een gelijk loon te vragen, daar ben ik zeker van.”

De #MeToo-commotie was in uw ogen verdienstelijk, maar onvoldoende. ‘#MeToo gaat over wat vrouwen níét leuk vinden’, schrijft u. ‘Nu is het tijd om te vertellen wat we wél leuk vinden.’ Dat laatste vinden sommige vrouwen moeilijk. Hoe kunnen ze hun schroom overwinnen?

“Door hun bek open te trekken, klaar. Je kunt in het leven wel van alles moeilijk vinden, maar je moet ook een beetje dapper zijn. Dat schoorvoetende van vrouwen, daar heb ik het wel mee gehad. Vind je het lastig om te benoemen wat je in bed leuk vindt? Benoem het dan níét. Maar dan zal je ook nooit krijgen wat je wil. De orgasmekloof is niet alleen de schuld van mannen.”

Uw grootste kritiek op uw gendergenoten is dat ze niet gevaarlijk genoeg zijn. ‘We bijten niet en daarom hebben we geen impact’, luidt het in Nouveau Fuck. U bent de uitzondering: uw pen is het taalkundige equivalent van een kalasjnikov. Levert dat de impact op die u wil?

“Bijna. Ik wil eigenlijk ook nog in twintig talen vertaald worden en internationaal doorbreken. (lacht) Maar los daarvan ben ik wel degelijk het bewijs van mijn eigen stelling: ik ben gevaarlijker dan de meeste feministen en dat geeft mij ook meer invloed.”

Dat vrouwen niet gevaarlijk zijn, ziet u als een gevolg van het fysieke overwicht van mannen: ‘Zolang het probleem van manne­lijk geweld op vrouwen niet is opgelost, zal de vrouw altijd een schijn­gelijke blijven.’ Maar het fysieke overwicht van mannen op vrouwen is een biologisch gegeven: dat kun je toch niet zomaar opheffen?

“Toch wel: je zou vrouwen kunnen bewapenen. Mary Anne Franks, een rechtsgeleerde aan de universiteit van Miami, vindt dat we geweld van vrouwen ten opzichte van mannen moeten aanmoedigen. Ze droomt van krantenkoppen als: ‘Verkrachter vermoord door boze vrouw.’ Ze noemt dat ‘gerechtvaardigd geweld’: geweld dat tot doel heeft om het machtsonevenwicht tussen mannen en vrouwen weg te werken.

“Het is een concept waarbij je natuurlijk enorm veel bedenkingen kunt hebben. Hadden we immers niet besloten dat we principieel tégen wapens waren? Maar anderzijds: er sterven elk jaar meer vrouwen ten gevolge van huiselijk geweld dan er mensen doodgaan ten gevolge van terreuraanslagen. Waarom zouden we over de bewapeningsoptie dan niet minstens mogen na­denken?”

Wie dat al doet, is advocate Nina Van Eeckhaut. Ze zei me ooit: ‘Waarom mogen vrouwen ter compensatie van de fysieke voordelen van mannen niet in het bezit zijn van pepperspray? Gelijkheid betekent niet alleen dat gelijke situaties gelijk behandeld worden, maar ook dat ongelijke situaties ongelijk behandeld worden.’

“Dat is precies wat ik bedoel. Kijk, ik ben tegen geweld. Maar ik weet niet zo goed of ik ook tegen zelfverdediging moet zijn. Ik zou natuurlijk graag hebben dat we allemaal redelijke wezens zijn en dat we onze problemen al pratend kunnen oplossen. Maar wat als mannen ten opzichte van vrouwen pas minder gewelddadig worden wanneer ze bang van hen zijn? Wat als er echt geen andere oplossing is? Suggesties zoals die van Nina Van Eeckhaut zijn op zijn minst een discussie waard, vind ik.”

De kerngedachte in uw boek is de redene­ring: ‘Wat mannen gegund is, moeten ook vrouwen opeisen.’ Filosofe Griet Vander­massen is het daar niet mee eens. ‘Feministen die wed­ijveren voor meer vrouwen in machtsposities, leggen vrouwen langs de mannelijke meetlat van succes’, zegt ze in Knack. ‘Terwijl veel vrouwen persoonlijk welbevinden, sociale verbondenheid en het welzijn van hun kinderen belangrijker vinden dan hoog op de maatschappelijke ladder staan.’

“Sommige vrouwen verkiezen inderdaad om niet te gaan werken. En dat vind ik prima. Zolang die vrouwen mij maar niet komen vertellen dat ík mijn natuur ontken als ik wél mijn professionele ambities achternahol. Ik ben geen biologische anomalie. Net zoals er mannen zijn die níét competitief zijn, zijn er ook vrouwen die dat wél zijn. Er is veel meer diversiteit in de natuur dan sommigen lijken te denken. En ik vind het interessanter om dáár de nadruk op te leggen.”

Stella Bergsma: ‘Dat niemand het in zijn hoofd haalt om te denken: ‘O, nu snap ik het! Stella Bergsma is een feministe omdat haar vader een lul was.’Beeld Damon De Backer

In ons voorbereidende mailverkeer had ze Nouveau Fuck omschreven als een literair zelfhulpboek voor feministen. Toch is haar manifest tussen de levensbeschouwelijke imperatieven door ook een opvallend persoonlijk boek. De passage waarin ze onthult dat haar vader haar behandelde als een menselijke piñata is niet minder dan hartverscheurend:

‘Mijn vader sloeg me. Met vlakke hand. Nooit met de gebalde vuisten waarmee hij aan tafel zat. Woedend was hij. En ik ving zijn boosheid op. (...) Wanneer ik niet snel genoeg naar beneden kwam als ik werd geroepen voor het eten, stormde hij naar boven, ontplofte over mij en mijn spullen heen en vertrok weer. Ik bleef huilend achter in bed, wachtend op troost. (...) Schuldig was ik. Door de schuurdeur open te laten, het licht niet uit te doen, uit het raam te klimmen als ik mijn sleutel kwijt was, mijn huiswerk niet te maken, mijn troep niet op te ruimen. Ik was fout, mijn vader kwaad. Hij sloeg, ik huilde.’

Behalve striemen op haar huid lieten de klappen van haar vader ook ‘een sluimerende angst om niet te deugen’ achter. Pas toen ze als schrijfster waardering begon te krijgen, rijpte in haar hart het gevoel dat ze er misschien tóch mocht wezen. “Na het verschijnen van Pussy Album las ik voor een volle zaal eens een seksgedicht voor: ‘Hallelujah, gas en sperma / Alles bloeit en is rijp / In ons haar waait de wind / En wat ik het mooiste vind: / Je zegt m’n naam als ik je pijp.’ Toen ik die tekst declameerde, dacht ik: ‘Waar ben ik nu weer mee bezig?’ Maar na afloop van de lezing kwamen veel mensen me zeggen dat ze zo hard hadden moeten lachen om mijn gedicht. Dat was voor mij een revelatie. Ik dacht: ‘Wow. Niemand is boos op me.’ Aangezien ik in de ogen van mijn vader nooit deugde, ging ik ervan uit dat ook de rest van de wereld mij waardeloos zou vinden.”

Uw vader is gestorven toen u 27 was. Heeft hij ondanks alles van u gehouden, denkt u?

“Ja, dat weet ik zeker. Al kon hij zijn liefde voor mij moeilijk tonen. Hij had als kind zélf geen liefde gekregen en kon die dus ook niet aan mij geven. ‘Van een kale kip kun je niet plukken’, zei mijn psychiater altijd. En hij had gelijk. Ik dong voortdurend naar de genegenheid van mijn vader. Maar hij is mijn grootste onbeantwoorde liefde gebleven. Niet lang na zijn dood heb ik Steven leren kennen. Die chronologie is geen toeval: toen mijn vader nog leefde, werd ik mentaal zó door hem in beslag genomen dat ik niet ook nog een andere man in mijn leven kon hebben.”

Na uw woelige wonderjaren had u psycho­analyse nodig om uw vertrouwen in de mensheid te herstellen.

(knikt) “Mijn psychiater heeft mijn leven gered. Hij heeft me doen inzien dat er in de wereld ook goedheid is, en liefde. Op die manier heeft hij me geleerd om zélf lief te hebben. (ontroerd) Een mooier cadeau kun je iemand niet geven.”

U hebt tranen in de ogen.

“Ja, omdat mijn leven er zonder mijn psychiater helemaal anders had uitgezien. Hij heeft mijn hart opgelapt en mijn ziel ontsmet. Hij heeft me uitgelegd dat het onderdrukken van mijn kwaadheid ervoor zorgde dat er geen ruimte was voor andere gevoelens.

“Hij heeft me geleerd om mensen opnieuw te vertrouwen. Dat was allemaal cruciaal voor me: zonder vertrouwen kun je in het leven niks. Dan zink je weg in de leegte die je vanbinnen voelt.”

Stel dat u een tedere vader had gehad: zou u dan dezelfde feministe zijn als vandaag?

“Ik zou minder provocatief zijn, denk ik. Tegen mijn vader was ik altijd heel opstandig: ik daagde hem uit, ik wilde dat hij boos op me werd. Dat procedé herhaal ik in zekere zin nog altijd: ik provoceer mensen om hen uit hun tent te lokken.

“Mocht ik een warme vader hebben gehad, zou ik wellicht een mildere persoonlijkheid ontwikkeld hebben. Maar ik zou nog altijd een feministe zijn, voor alle duidelijkheid. Dat niemand het in zijn hoofd haalt om te denken: ‘O, nu snap ik het! Stella Bergsma is een feministe omdat haar vader een lul was. Ze denkt dat álle mannen klootzakken zijn.’ Wie dat denkt, onderschat mijn vermogen om het persoonlijke los te koppelen van het maatschappelijke.”

In het dankwoord van Nouveau Fuck noemt u uw moeder ‘uw eerste voorbeeld van een onafhankelijke vrouw’. Toch nam ze het thuis niet voor u op wanneer uw vader u sloeg. Vergeef me de vraag, maar zo onaf­hankelijk was ze dan toch niet?

“Ik noem mijn moeder een onafhankelijke vrouw omdat ze na mijn geboorte is gaan studeren. Terwijl het op dat moment nog allesbehalve vanzelfsprekend was dat vrouwen gingen studeren.

“En wat de situatie thuis betreft: ze heeft gedaan wat ze kon, punt. Ze heeft het niet voor me opgenomen, maar ze verdient het niet om gereduceerd te worden tot ‘de vrouw die toekeek hoe haar man haar dochter sloeg’. Ze is later veel wijzer en zelfstandiger geworden. Ze heeft, zoals zoveel vrouwen van haar generatie, een hele weg afgelegd.”

Iets anders: uw moeder zou ooit een one­night­stand met Sean Connery hebben gehad. Kunt u dat bevestigen?

“Ja, hoor. (lacht) Mijn moeder was danseres. Toen ze eens in Londen moest optreden, ging ze op een avond met haar collega’s iets drinken in de bar van een hotel. Op een gegeven moment kwam ook Sean Connery die bar binnengeslenterd. Alle danseressen gingen meteen om hem heen staan, maar mijn moeder hield afstand. Dat vond Connery interessant. Hij kwam naar haar toe, legde een koud flesje bier in haar nek en vroeg: ‘Is this cold enough for you?’ Omdat mijn moeder zo koel deed, begrijp je? Lang verhaal kort: van het een kwam het ander. (lacht) 

“Ik heb mijn moeder altijd zéér bewonderd om haar nacht met Sean Connery. Zij vond dat ze geprezen moest worden omdat ze na haar danscarrière nog fysiotherapeut was geworden. Maar ík vond het vooral cool dat ze met Sean Connery naar bed was geweest.” 

Zelf bent u nooit mama geworden. ‘Het meest moederlijke wat ik ooit gedaan heb voor mijn kind, is het niet krijgen’, schrijft u. ‘Diep verontwaardigd zou ik zijn, als dat gestolde schreeuwsperma aan zou komen kloppen voor iets futiels als voedsel.’

“Als ik schrijf, sluit ik me af van alles en iedereen. Ik kan dan geen enkele vorm van afleiding verdragen. Ergo: mocht ik een kind hebben, zou ik het voortdurend toebijten dat het me niet mag storen. Steven weet wat ik bedoel. Als ik aan mijn schrijftafel zit en hij vraagt me om een brood te halen, luidt het antwoord meestal: ‘Godverrrrrdomme! Waarom moet ik – ík! –een brood halen? Terwijl ik nota bene met dit ver-schrik-ke-lijk belangrijke werk bezig ben?!’ (lacht) Ik vind het leven als schrijfster al ingewikkeld genoeg. Als ik ook nog een moeder zou moeten spelen, zou het helemáál moeilijk worden.”

Cover van Stella Bergsma's nieuwe boek 'Nouveau Fuck'.Beeld Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar