Op vraag van zijn vader kwam Mohammad A. (28) in juli vorig jaar vanuit Groot-Brittannië naar Oostende afgezakt om er te helpen bij de opstart van een kledingwinkel. Op 22 juli - amper drie dagen na zijn aankomst - kreeg A. het in de Hertstraat zwaar aan de stok met de zaakvoerder van de winkel, een 38-jarige man uit Blankenberge. Daarbij zou de zaakvoerder, die eveneens van Pakistaanse origine, een matrak hebben bovengehaald. Hierop ging A. in de winkel een mes halen en stak daar de zaakvoerder twee keer mee in de buikstreek. “Terwijl het slachtoffer op straat lag te sterven brak de beklaagde nog binnen in zijn wagen”, stelde de procureur tijdens het proces in de Brugse rechtbank. “Vervolgens ging hij er vandoor op een gestolen fiets.” Het slachtoffer werd in kritieke toestand naar het ziekenhuis overgebracht en verloor heel veel bloed. Toch overleefde hij de feiten.

Het openbaar ministerie vroeg zes jaar effectieve celstraf voor Mohammad A. wegens poging tot moord. “Camerabeelden tonen aan dat hij rustig de winkel binnenwandelde om dat mes te halen en vervolgens terugkeerde naar het slachtoffer”, vervolgde de procureur. “Hij had ook gewoon weg kunnen wandelen.” Mohammad A. werd daags na de feiten ingerekend en zit sindsdien in de cel. Zijn advocaat drong tevergeefs aan op een straf met uitstel. “Mijn cliënt voelde zich uitgebuit door het slachtoffer”, pleitte meester Pieterjan Dens. “Hij moest lange dagen werken en werd weinig betaald. En dat terwijl hem gezegd was dat hij medezaakvoerder ging zijn. Toen hij daarover telefonisch zijn beklag deed bij zijn vader werd zijn gsm afgenomen. Hij wou die dan ook terugnemen uit de wagen van het slachtoffer. Wat mijn cliënt deed valt niet goed te praten. Maar hij had zeker nooit de bedoeling om het slachtoffer te doden. Van een moordplan was geen sprake.”

Maar de rechter oordeelde daar maandag anders over en legde A. zes jaar cel op. Aan het slachtoffer kende hij een schadevergoeding van net geen 12.000 euro toe.